RAPPORT inzake de Controle Rapport der finantiëele Commissie 1920. 16 over de boekhouding 1920 van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank te UTRECHT. De boekhouding van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht werd door ons geregeld maandelijks gecontroleerd. Over elke maand en over de balans per 31 December 1920 afzonderlijk, werd door ons een rapport aan het Bestuur uitgebracht. Bij de controle werden alle posten, in de boeken voorkomende, op grond van de desbetreffende bescheiden accoord bevonden. Nagegaan en bevonden werd, dat de rente der beleggingen regelmatig werd verantwoord. Het effecten-bezit en de fondsen, welke als onderpanden aanwezig moesten zijn werden door ons opgenomen en aanwezig bevonden. Aan die instellingen of personen, welke zelve geen opgave van de fondsen die gedeponeerd waren, inzenden, werd d< or ons een opgave gezonden van de stukken, welke volgens de boeken van de Bank per 13 Januari 1921 aanwezig moesten zijn en op dien datum door ons ook aanwezig waren bevonden. Op twee uilzonderingen na (Almen en Menaldum) ontvingen wij deze opgaven voor accoord geteekend terug. Maandelijks werd door ons onderzocht of de maxima der toegestane credieten niet waren overschreden Van enkele onbelangrijke overschrijdingen werd door ons kennis gegeven en bij een volgende controle waren de betreffende posten steeds beneden de maxima gebracht. Bij opname der onderpanden en uit de door trustees afgegeven verklaringen en opgaven bleek ons dat de. uitstaande beleeningen en prolongatiën, door onderpanden met voldoende overwaarde waren gedekt. De kas werd door ons op ongeregelde tijdstippen opgenomen en steeds accoord bevonden. Op grond van ons onderzoek zijn wij van meening, dat de balans per 31 Dec 1920 met de bijbehoorende winstrekening, aangevende een winstsaldo van f 10.499.36 een juist beeld geeft van respectievelijk den juisten toestand op dien datum en de resultaten in 1920 behaald. Rotterdam, 29 April 1921. Accountants-Kantoor van W. KREUKNIET. (Get.) DIjKER. 17 Ingevolge opdracht der Algemeene Vergadering van 1920 heeft ondergeteekende Commissie, zonder voorafgaande afkondiging, een bezoek gebracht ten kantore der Bank op 3 Augustus 1920. Bij dit bezoek werd nagegaan de stand der rekeningen met de locale Banken. De saldobewijzen stemden overeen met het Rek. Courantboek der Centrale. Tevens heeft de Commissie nagegaan den stand der rekeningen met de verschillende landbouw organisaties. Het tweede niet aangekondigd bezoek bracht onze Commissie op den 5 Sept. 1920. Bij deze gelegenheid werd geconstateerd, dat de kasopnamen geregeld plaats hadden. De gddleeningen op langen termijn, alsmede de leeningen, verstrekt aan gemeenten en waterschappen, werden door ons ingezien. Inlichtingen werden verstrekt over geplaatste hypotheken en gelden, verstrekt aan diverse kassiers. Den 4 Mei 1920 vergeleek onze Commissie den stand der Balanscijfers met dien der verschillende boeken en bijlagen. Alles werd accoord bevonden. Ten slotte een woord van dank aan de heeren ambtenaren der Centrale voor de bereidwilligheid, waarmede zij onze taak hebben verlicht. De Commissie voornoemd: A. GEERARDS. C- DEN OUDSTEN. E. M. H. BARTZ.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1920 | | pagina 9