6 Bestuur. Ter voldoening aan art. 1 zijner instructie koos het Bestuur: tot Voorzitter: den Heer F. A. R. A. Baron van Ittersum, tot Secretaris: den Heer Mr. Dr. G. F. M. Baron Van Hugenpoth tot Aerdt en tot hun plaatsvervanger: den Heer A. A. Nengerman. Aan de beurt van aftreden is thans de Heer A. A. Nengerman. Tot plaatsvervangende bestuursleden werden gekozen de Heeren F. P. E. van Ditzhuijzen te Baarn en Mr. J. J. de Waal Malefijt te Utrecht. Rechtsgeleerd Evenals vorige jaren stond de rechtsgeleerd ambtenaar ook in dit jaar Ambtenaar. jiej Bestuur ter zijde bij het verrichten zijner werkzaamheden. De adviezen, welke hij uitbracht omtrent de Statuten der bij de plaat selijke banken aangesloten vereenigingen en verschillende andere rechts vragen, welke zich dagelijks voordeden, werden zeer gewaardeerd. Bovendien verzorgde hij een groot gedeelte der dagelijksche corres pondentie, controleerde hij iederen dag de boeken en de kas, teekende de depótbewijzen, deponeerde en ruilde de onderpanden en beleggingen, voor zoover deze te Utrecht aanwezig waren, terwijl hij ook, alvorens ons de inspectie-rapporten over te leggen, deze grondig naging, teneinde het onderzoek daarvan voor te bereiden. Onze bestuursvergaderingen woonde hij geregeld bij. Inspectie. De rapporten omtrent de door onzen Hoofdinspecteur en de Inspecteurs gehouden inspecties kwamen regelmatig bij ons in. Niet alleen bleek ons uit die rapporten, dat bij de Inspecties het beheer en de boekhouding van elke bank tot in bijzonderheden werden onderzocht, maar tevens mochten wij met genoegen constateeren, dat behoudens enkele uitzonderingen de besturen der locale banken de Statuten en Reglementen getrouw naleven en de kassiers in het algemeen hunne administratie met de noodige zorg verrichten. Omtrent overtredingen en tekortkomingen werd door ons met de be sturen der betreffende banken gecorrespondeerd en bij deze op verbetering aangedrongen. Onze Hoofdinspecteur werkte, waar zulks noodig was, ijverig mede aan de propaganda. Wij mogen er met voldoening op wijzen, dat het ledental mede tengevolge van zijn gewaardeerden arbeid in het afgeloopen jaar met 26 vermeerderde. Het statistisch overzicht van de verrichtingen onzer aangesloten vereeni gingen over het boekjaar 1919, door de afdeeling Inspectie bewerkt en aan dit 7 Administratie. Eigen Orgaan. jaarverslag toegevoegd, toont duidelijk aan, dat deze in dat jaar zoowel in ledental als in omzet flink zijn vooruitgegaan. Het verblijdend feit, dat het aantal der bij onze Centrale Bank aan gesloten locale banken in het afgeloopen jaar wederom is toegenomen en dat veie der reeds aangesloten banken zich sterker ontwikkelden, bracht mede, dat de werkzaamheden dezer afdeeling zich voortdurend uitbreidden. Zooveel mogelijk worden de gelden, welke uit den landbouw ontvangen worden en tijdelijk niet voorde Boerenleenbanken zelf benoodigd zijn in den landbouw aangewend. In verband hiermede en met de getroffen regeling omtrent het incasseeren van binnenlandsch papier is het wisselverkeer beduidend in omvang toe genomen. Dat deze verschillende manipulaties de werkzaamheden van deze afdeeling, waaraan sedert eenige jaren twee hoofdboekhouders zijn toegevoegd, zeer deden toenemen, behoeft zeer zeker geen betoog. Ook dit jaar bleef de Raiffeisen-Bode regelmatig iedere maand verschijnen en wij vermeenen, dat dit maandblad bij voortduring blijft bijdragen tot versterking van den band tusschen de Centrale en hare leden De inkomsten bedroegen f 3851.49 en de uitgaven f 3609 89. Wij kunnen hieraan toevoegen, dat het Bestuur in ovei weging genomen heeft, in hoeverre het in het belang der Bank zou zijn, dit maandblad geheel voor rekening der Bank uit te geven. Aangesloten Banken. Het aantal aangesloten banken bedroeg op 31 Dec toegetreden in 1920 1919 Samen 632 28 660 terwijl zijn uitgetreden 2 banken, zoodat het aantal bij de Centrale Bank aangesloten banken op 31 December 1920 was gestegen tot 658 Voor een overzicht van de toetreding en uittreding van de leden (Vereenigingen) der Centrale Bank verwijzen wij naar Bijlage VI. De rente in rekening-courant bedroeg: ciGedurende het eerste halfjaar 3'/4°/o 's jaars, en gedurende het tweede halfjaar 33/4 9/o 's jaars, door de Centrale Bank te vergoeden voor alle stortingen van en te berekenen voor alle betalingen aan de locale Banken, zoolang deze van de Centrale Bank te vor deren hadden; b. Gedurende het eerste halfjaar 4l/4°/o 's jaars, en gedurende het tweede halfjaar 4s/.4 °/0 's jaars, door de Centrale Bankte berekenen voor alle betalingen aan en te vergoeden voor alle stortingen door locale Banken, zoolang deze bij de Centrale Bank in voor schot waren.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1920 | | pagina 4