RAPPORT inzake de Controle
Rapport der Finantiëele Commissie 1918.
16
der boekhouding van 1918 der Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank
te UTRECHT.
De boekhouding der Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht werd
door ons geregeld maandelijks gecontroleerd.
Alle posten, in de boeken voorkomende, werden met de bescheiden vergeleken
en accoord bevonden.
Geconstateerd werd, dat de met de beleggingen gekweekte rente voor de juiste
bedragen werd geboekt.
De aanwezigheid der effecten en der onderpanden werd geconstateerd.
Regelmatig is onderzocht of de maxima der toegestane credieten werden
overschreden en de overwaarde der onderpanden van prolongatie- en beleeningsposlen
voldoende was
Op grond van ons onderzoek zijn wij van oordeel, dat de balans per 31 De
cember 1918 en de bijbehoorende winstrekening, aanwijzende een winstsaldo van
f7249.83 een juist beeld geven van respectievelijk den financieelen toestand op dien
datum en de resultaten in 1918 behaald.
Rotterdam, 5 April 1919.
Accountants-Kantoor van
W. KREUKNIET.
(get.) Dijker
17
Ondergeteekenden. afgevaardigd door de Coöperatieve Boerenleenbanken te Lams-
waarde, Boschkapelle en Sassenheim en vertegenwoordigend de Finantiëele Commissie,
benoemd in de Algemeene Vergadering der Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank,
gehouden te Utrecht den 25 Mei 1918, hebben de eer mede te deelen
a. dat zij aan de verstrekte opdracht gevolg hebben gegeven, door zonder
voorafgaande kennisgeving op 12 Augustus en 15 November 1918 en op uitnoodiging
van de Centrale Bank op 25 April 1919, zich ten kantore der Bank hebben vervoegd
b. dat zij op 12 Augustus eerstens een globaal overzicht hebben genomen van
het bedrijf gedurende het eerste halfjaar van 1918 en daarna over dit halfjaar met de
boeken hebben vergeleken, le de grossen der hypotheken, 2e onderscheidene schuld
bekentenissen van gelden aan gemeenten en andere lichamen verstrekt
c. dat zij op 15 November zich hebben overtuigd, dat de effecten van het
reservefonds in de Safe der v. Landschot s bank aanwezig waren
d. dat zij op 25 April enkele posten der Balans met de desbetreffende beschei
den hebben vergeleken en in orde hebben bevonden.
Zij brengen hier gaarne een woord van lof aan Heeren Ambtenaren der Centrale
voor de wijze, waarop deze hen ter zijde stonden en deze hun alle verlangde
inlichtingen gaven.
De Commissie voornoemd:
A. K. J. VAN DE ENDE, Lamswaarde.
G. J. DE GIER, Boschkapelle.
J. W. MARBUS, Sassenheim.