6
Bestuur. i„ diezelfde vergadering, werd ter voorziening in de vacature, ontstaan
door het overlijden van den Heer Mr. M. W. L. S. Bilderdijk, gekozen
de Heer A. A. Nengerman te De Bilt (Utr.)
Ter voldoening aan art. 1 zijner instructie koos het Bestuur:
tot Voorzitter: den Heer F. A. R. A. Baron van Ittersum,
tot Secretaris: den Heer Mr. Dr. G. F. M. Baron Van Hugenpoth
TOT AëRDI'
en tot hun plaatsvervanger: den Heer A. A. Nengerman.
Aart de beurt van aftreding is thans de Heer
F. A. R. A. Baron van Ittersum.
Tot plaatsvervangende bestuursleden werden gekozen de Heeren
F. P. E. van Ditzhuijzen te Baarn
en Mr. J. J. de Waal Malefijt te Utrecht.
Reorganisatie- Zooals bekend, werd in de algemeene vergadering van 25 Mei 1918
door den Raad van Toezicht het voornemen te kennen gegeven, plannen
tot reorganisatte van het Bestuur nader in studie te nemen. De Raad van
Toezicht besloot tot het uitwerken van zoodanige plannen eene commissie
te benoemen In die commissie werden benoemd de Heeren: J. Bs. Westerdijk
te Uithuizermeeden, Jhr. L. von Fisenne te 's-Gravenhage, G. W. Stroink
te Steenwijkerwold, K. Eriks te Leeuwarden, F. A. R. A. Baron van
Ittersum te Utrecht, Mr. Dr. G. F. M. Baron van Hugenpoth tot Aerdt
te 's-Gravenhage, A. A. Nengerman te De Bilt, Joh Obbink te Aalten,
A. A. van DF. Poel te Naaldwijk, Ch. Lutz te Vinkeveen, Tj. Kuperus te
Leeuwarden, C. Blokker te Eerbeek en A. W. Nieberding te Hillegom.
Als secretaris werd aan deze commissie toegevoegd de Heer Mk. O. Gezelle
Meerburg te Utrecht.
Deze Commissie kwam in 1918 met haar taak nog niet gereed, doch
hoopt eerlang haar rapport aan den Raad van Toezicht aan te bieden.
Rechtsgeleerd De rechtsgeleerd ambtenaar stond ook dit jaar ons trouw ter zijde.
Ambtenaar.
De adviezen, welke hij uitbracht omtrent de Statuten der bij de plaat
selijke banken aangesloten vereenigingen en verschillende andere rechts
vragen, welke zich bijna dagelijks voordeden, werden zeer gewaardeerd.
Bovendien verzorgde hij een groot gedeelte der dagelijksche corres
pondentie, controleerde hij iederen dag de boeken en de kas. teekende de
depótbewijzen, deponeerde en ruilde de onderpanden en beleggingen, voor-
7
zoover deze te Utrecht aanwezig waren, terwijl hij ook, alvorens ons de
inspectie-rapporten over te leggen, deze grondig naging, teneinde het
onderzoek daarvan voor te bereiden.
Onze bestuursvergaderingen woonde hij geregeld bij.
Inspectie. De rapporten omtrent de door onzen Hoofdinspecteur en de Inspecteurs
gehouden inspecties kwamen regelmatig bij ons in. Niet alleen bleek ons
uit die rapporten, dat bij de Inspecties het beheer en de boekhouding van
elke bank tot in bijzonderheden werden onderzocht, maar tevens mochten wij
met genoegen constateeren, dat behoudens enkele uitzonderingen de
besturen der locale banken de Statuten en Reglementen getrouw naleven
en de kassiers in het algemeen hunne administratie met de noodige zorg
verrichten.
Omtrent overtredingen en tekortkomingen werd door ons met de be
sturen der betreffende banken gecorrespondeerd en bij deze op verbetering
aangedrongen.
Onze Hoofdinspecteur werkte, waar zulks noodig was, ijverig mede aan
de propaganda. Wij mogen er met voldoening op wijzen, dat het ledental
mede tengevolge van zijn gewaardeerden arbeid in het afgeloopen jaar met
34 vermeerderde.
Het statistisch overzicht van de verrichtingen onzer aangesloten vereeni
gingen over het boekjaar 1917, door de afdeeling Inspectie bewerkt en aan dit
jaarverslag toegevoegd, toont duidelijk aan, dat deze in dat jaar zoowel in
ledental als in omzet flink zijn vooruitgegaan.
Administratie. Het verblijdend feit, dat het aantal der bij onze Centrale Bank aan
gesloten locale banken in het afgeloopen jaar wederom met een aanzienlijk
aantal is toegenomen en dat vele der reeds aangesloten banken zich sterker
ontwikkelden, bracht mede, dat de werkzaamheden dezer afdeeling zich
voortdurend uitbreidden.
Bovendien vermeerderden die werkzaamheden aanzienlijk door nieuwe
uitgifte van deposito-obligatiën en het in verband daarmede uitzetten van
gelden op langeren termijn.
Ingevolge den in de vorige algemeene vergadering uitgesproken wensch
hebben wij ons belast met de uitbetaling van het door het Rijk gevorderd
vee. Deze administratie bracht vele beslommeringen met zich, daar zeer
vele tijdelijke krachten moesten worden aangesteld.
Het is ons aangenaam, te kunnen vermelden, dat ook dit jaar de afdeeling
administratie met groote toewijding hare omvangrijke en verantwoordelijke
taak heeft vervuld.