RAPPORT inzake de Controle
Rapport der Finantiëele Commissie 1917.
16
der boekhouding van 1917 der Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank
te UTRECHT.
De boekhouding der Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht werd
door ons geregeld maandelijks gecontroleerd.
Alle posten, in de boeken voorkomende, werden met de bescheiden vergeleken
en accoord bevonden.
Geconstateerd werd, dat de met de beleggingen gekweekte rente voor de juiste
bedragen werd geboekt.
De aanwezigheid der effecten en der onderpanden werd geconstateerd.
Regelmatig is onderzocht of de maxima der toegestane credieten werden
overschreden en de overwaarde der onderpanden van prolongatie- en beleeningsposten
voldoende was.
Op grond van ons onderzoek zijn wij van meening, dat de door ons geteekende
balans van 31 December 1917 den juisten toestand der Bank op dien datum aanwijst,
en de verlies- en winstrekening van 1917 de juiste bedrijfsresultaten in 1917 behaald,
aangeeft.
Rotterdam, 16 April 1918.
Accountants-Kantoor van
W. KREUKNIET.
(get.) W. Kreukniet
17
Ondergeteekenden. afgevaardigd door de Coöperatieve Boerenleenbanken Herwen
en Aerdt, Lamswaarde en Stompwijk, en vertegenwoordigend de Finantiëele Com
missie, benoemd in de Algemeene Vergadering der Coöperatieve Centrale Raiffeisen-
Bank, gehouden te Utrecht den 19 Mei 1917, hebben de eer mede te deelen, dat zij
zich van die opdracht hebben gekweten, door zich, zonder voorafgaande kennisgeving,
ten kantore der Centrale Bank te vervoegen op 14 Augustus en 20 October 1917
en, na uitnoodiging van het Bestuur der Centrale, op 3 April 1918.
Op 14 Augustus werd een algemeen overzicht van de boekhouding genomen.
De gelden, verstrekt op prolongatie werden nagegaan, waarbij bleek, dat voor vol
doende overwaarde wordt zorg gedragen.
Op 20 October werden de maand- saldobiljetten en de geldleeningen aan gemeenten,
provinciën enz gecontroleerd. Alles stemde met de boeken overeen.
Op 3 April werden de Balans, Winst- en Verliesrekening onderzocht en over
eenkomstig de boekhouding bevonden.
Voor de welwillende medewerking, welke de Commissie steeds van de zijde
der Ambtenaren mocht ondervinden, betuigt zij haren dank
De Commissie voornoemd:
THEOD. PEETERS, Herwen en Aerdt.
A. K. J. VAN DE ENDE, Lamswaarde.
J. H. FLEUREN, Stompwijk.