Rapport der Finantiëele Commissie. 16 Ondergeteekenden, afgevaardigd door de Coöperatieve Boerenleenbanken te Varsseveld, Duiven en Borne en vèrtegenwoordigende de finantiëele Commissie, benoemd in de Alge- meene Vergadering der Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank, gehouden te Utrecht den 29en Mei 1915, hebben de eer mede te deelen, dat zi] zich van die opdracht hebben gekweten door zich, zonder hiervan te voren kennis gegeven te hebben, ten kantore der Centrale Bank te vervoegen, op 29 Juli en 14 October 1915 en na uitnoodiging van het Bestuur der Bank op 2 Maart 1916. Op 29 Juli 1915 werd een algemeen overzicht genomen der boekhouding en werden uit de proefbalans van 30 Juni eenige posten zorgvuldig onderzocht. Verder werd inzage genomen van de belegging bij verschillende bankinstellingen en konden zij zich overtuigen, dat deze beleggingen alle door ruime overwaarde van in onderpand gegeven effecten waren gedekt. Op 14 October werd het aandeelen-kapitaal gecontroleerd en de saldo's van de locale banken nauwkeurig nagezien, welke geheel in overeenstemming waren met de saldo biljetten. Het ledenregister was accuraat bijgehouden. Bij kas opname bleken dagboek en kas overeen te stemmen. Ontvangsten2894722.38 Uitgavenf 2892746-65 Onkostenrekening - 1540.18 - 2894286.83 Kassaldo 435.55 Op 2 Maart 1916 hebben zij de Balanscijfers met de verschillende boeken vergeleken en die daarmede accoord bevonden. Een woord van lof voor de wijze waarop de steeds toenemende werkzaamheden worden verricht, mag niet achterwege blijven. Ten slotte verklaren ondergeteekenden hun dank te betuigen aan de ambtenaren der Centrale Bank voor de welwillende ontvangst, die hun steeds mocht te beurt vallen en voor de bereidwilligheid, waarmede alle verlangde inlichtingen werden gegeven. De Commissie voornoemd: Varsseveld, D. W. COLENBRANDER. Duiven Th. H. KNIPPING. Borne, J. C. M. B. KNUIF. Utrecht, 2 Maart 1916. 17 j4an de Algemeene Vergadering der Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank, gevestigd te Utrecht, aldaar te houden den 15 April 1916. Ter voldoening aan art. 21 der Statuten, hebben wij de eer U hierbij mede te deelen, dat in den loop van het boekjaar 1915, verschillende malen door twee leden, uit ons midden daartoe aangewezen, contröle ten kantore der Centrale Bank is gehouden 'en de onderpan den voor de belegde gelden, voor zooverre te Utrecht aanwezig, met het prolongatieboek zijn vergeleken. Gemelde leden mochten ervaren, dat de boekhouding accuraat werd gehouden. Wij hebben de winst- en verliesrekening en de balans der Centrale Bank over het zeventiende boekjaar onderzocht en een en ander overeenkomstig het Grootboek bevonden. Wij geven U in overweging het voorstel van het Bestuur tot winstbesteding goed te keuren. Utrecht, 11 Maart 1916. De Raad van Toezicht: j. Bs. WESTERDiJK, Voorzitter. F. P. E. VAN D1TZHUIJZEN, Secretaris. K. J. A. G. Baron COLLOT d'ESCURY. F. H. VAN WICHEN. Jhr. Mr. L. VON F1SENNE. G. W. STR01NK. H. J. BESIER. K. ER1KS Azn.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1915 | | pagina 9