Rapport der Finantieele Commissie. RAPPORT inzake de Controle 12 der boekhouding van 1911 der Coöperatieve Centrale Raiff eisen -Bank te UTRECHT. De boekhouding der Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht werd door ons geregeld maandelijks gecontroleerd. Alle posten, in de boeken voorkomende, werden met de bescheiden vergeleken en accoord bevonden. Geconstateerd werd, dat de met de belegging gekweekte rente voor de juiste bedragen werd geboekt. De aanwezigheid der effecten werd herhaaldelijk geconstateerd. Regelmatig is onderzocht of de maxima der toegestane credieten werden overschreden en de overwaarde der onderpanden van prolongatie- en beleeningsposten voldoende was. Op grond van ons onderzoek zijn wij van meening, dat de door ons geteekende balans van 31 December 1911 den juisten toestand der Bank op dien datum aanwijst; alleen zal nog moeten worden voorzien in een nadeelig verschil van f 1000.— in de rekening der Centrale Bank met Hollandsche Veld. Rotterdam, 5 April 1912. Accountants-Kantoor van W. KREUKNIET. geiW. Kreukniet 13 Ondergeteekenden, vertegenwoordigende de Coöperatieve Boerenleenbanken Zaandam" „Goor" en „Haaksbergen", welke banken op den 13den Mei 1911 krachtens al. 1 der Statuten werden aangewezen de finantieele Commissie te vormen voor 1911, hebben aan die opdracht voldaan door zich op 2 Augustus en 27 September 1911 en op 6 April 1912 te vervoegen ten kantore der Coöperatieve Centrale Raiffeisenbank te Utrecht. Op 2 Augustus werd het ledenregister der aangesloten Banken nagezien en bleek, dat dit geregeld dagelijks werd bijgehouden. Verder werd nagegaan het onderling verkeer van de leden met de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank en constateerde de commissie, dat onmiddellijk te zien was, tot op den dag toe bijgewerkt, de stand van zaken van iedere locale Bank. Aan de hand van de proefbalans op 30 Juni (iedere maand blijkt een proefbalans opgemaakt te worden), werden eenige posten op die balans, n.1. de rekening van Aandeelhouders van verschillende particuliere banken en de onkostenrekening met de grootboeken vergeleken en bleek alles accuraat te worden bijgehouden en overeen te stemmen. Op de bijeenkomst van 27 September werden de andere posten op de proefbalanseffecten, effecten ter belegging van de reserve, crediteuren- en debiteurenrekening en de rekening-courant met de aangesloten banken nagegaan. De effecten, in onderpand voor het uitgezet geld bij diverse banken werden nauwkeurig nagezien en mag de commissie verklaren, dat de beleggingen door ruime overwaarde dier effecten voldoende gedekt waren. Bij kasopname bleek uit de boeken, dat bedroegen: de Ontvangsten f 2091425 44 de Uitgavenf 2089849.12 de Onkostenrekening - 1028.345 f 2090877.465 Kassa f 547.975 welk bedrag aanwezig was. Op 6 April 1912 werd de Balans gecontroleerd. De cijfers op deze Balans werden nauw keurig vergeleken met de gegevens en in orde bevonden. Hierbij zij onze dank gebracht aan de ambtenaren van de Centrale Bank voor de voorkomend heid, waarmede wij bij onze bezoeken steeds werden ontvangen en voor de uitgebreide inlich tingen, die wij op onze vragen mochten verkrijgen. De Commissie voornoemd, J. KRAAIJ Gz., Zaandam. L. K. GARRITSEN, Goor. A. J. SCHILDERMAN, Haaksbergen.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1911 | | pagina 7