Rapport der Finantieele Commissie.
RAPPORT inzake de Controle
der boekhouding van 1910 der Coöperatieve Centrale Raiffeisenbank
te UTRECHT.
De boekhouding der Coöperatieve Centrale Raiffeisenbank te Utrecht werd
door ons geregeld maandelijks gecontroleerd.
Alle posten, in de boeken voorkomende, werden met de bescheiden ver
geleken en accoord bevonden.
Geconstateerd werd, dat de met de belegging gekweekte rente voor de
juiste bedragen werd geboekt.
De aanwezigheid der effecten werd herhaaldelijk geconstateerd.
Regelmatig is onderzocht of de maxima der toegestane credieten werden
overschreden en de overwaarde der onderpanden van prolongatie- en beleeningsposten
voldoende was.
Op grond van ons onderzoek zijn wij van meening, dat de door ons
geteekende balans van 31 December 1910 den juisten toestand der Bank op dien
datum aanwijst.
Rotterdam, 24 Februari 1911.
Accountants-Kantoor van
W. KREUKNIET.
(get.) W Kreukniet.
13
Ondergeteekenden vertegenwoordigende de Coöperatieve Boerenleenbanken „Haarlemmer
meer," „Zaandam," en „Dinxperlo," welkeBanken d.d. 7 Mei 1910krachtens art. 29 al. 1 der Statuten
werden aangewezen de finantieele commissie voor 1910 te vormen, hebben zich van die opdracht
gekweeten door zich d d. 16 November 1910, 21 December 1910 en 13 Maart 1911 ten kantore
der Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht te vervoegen.
16 November hield Uwe commissie zich onledig met het onderzoek naar de belegging der
gelden. In beleening bleek d.d. 30 September 1.1. bij verschillende Bankinstellingen geplaatst
bedragen ad f 500.000, f 1.7000.000 en f 900.000 terwijl bovendien nog eene rekening-courant
loopende was onder waarborg van f 50.000 in Effecten
Gaarne verklaart Uwe Commissie, na nauwkeurig onderzoek, dat alle beleggingen door
ruime overwaarde op solide wijze gedekt zijn.
Bij de kasopname bleken boeken en kas geheel overeen te stemmen.
Ontvangenf 892.625.73
Uitgavenf 891.623.765
Onkostenrekening - 862.745 f 892.486.51
Kassa f 139.22
Bij het bezoek op 21 December werd meer in het bijzonder nagegaan het onderling ver
keer tusschen de Coöperatieve Centrale Bank en hare leden. Met één oogopslag was na te gaan
de stand van zaken met elke aangesloten Bank, alles tot den laatsten datum keurig bijgewerkt.
Geen oogenblik behoefde verspild te worden om kennis te nemen van het juiste bedrag
van voorschotten en deposito's.
Ook de ledenlijsten der aangesloten Banken zijn aanwezig en worden jaarlijks bijgehouden.
Na ampele bespreking stelde uwe Commissie zich de vraag of de regeling voor het Crediet
der plaatselijke Banken op advies te geven door eene commissie van particulieren, de zooge
naamde „Provinciale Commissie" nog passende is in het kader onzer steeds bloeiende Coöperatie.
13 Maart 1911 werd besteed tot het nazien der Balans. De Balanscijfers werden ernstig
nagegaan, met de bescheiden vergeleken en alles gaf blijk van eene degelijke administratie.
Ten slotte meent uwe Commissie dat een woord van hulde en waardeering, voor allen die
tot welslagen eener goede administratie en den bloei der Coöperatieve Centrale Bank hebben
meêgewerkt, niet mag achterwege blijven.
De Commissie voornoemd,
Utrecht, 24 Maart 1911. G. KNAAP, Dir. Boerenleenbank Haarl.meer.
G. KRAAIJ Gz., Kassier Boerenleenbank Zaandam.
H. A. BE1L, Dir. Boerenleenbank Dinxperlo.