i I I i I ll 8 lnterest De rente in rekening-courant bedroeg gedurende dit boekjaar: a3'/4 °/0 's jaars, door de Centrale Bank te vergoeden voor alle stor tingen van en te berekenen voor alle betalingen aan de locale Banken, zoolang deze van de Centrale Bank te vorderen hadden b- °/0 's jaars, door de Centrale Bank te berekenen voor alle betalingen aan en te vergoeden voor alle stortingen door locale Banken, zoolang deze bij de Centrale Bank in voorschot waren. Piovisie, porti en assurantiekosten of eenig percentage van de door de locale Banken gemaakte winsten, werden niet in rekening gebracht. Van alle stortingen door de locale Banken, zoowel deposito's als terugbetalingen van voorschotten, ging de rente in den eersten werkdag na ontvangst der gelden; van alle geldzendingen en uitbetalingen door de Centrale Bank ging de rente in op den dag der verzending of uitbetaling. Effecten der Centrale Bank. De effecten (eigendom der Vereeniging), aanwezig op 31 December 1909 ondergingen geen wijziging. In den loop van het jaar werd door ons voor een bedrag van 271768,40 aan effecten bijgekocht. Het totaal bedrag der effecten thans eigendom der Vereeniging vertegen woordigt op 31 December 1910 eene waarde van/297476,25. Zie bijlage lila. Belegde Reserve. Het reservefonds bedroeg bij het begin van het boekjaar 32323.72 in den loop van het boekjaar werd aan gekweekte rente ont™ngen- 1272.76 f 33596 48 het koersverschil beloopt- 126 93 Zoodat het reservefonds bedraagtƒ33469 55 Voor het te beleggen gedeelte werden effecten aangekocht tot een bedrag van 7634.69. Bij dien aankoop bleek de noodzakelijkheid, teneinde het voor deze reserve bestemde bedrag niet te overschrijden, den pandbrief Haarlemsche Hypotheekbank groot 100.ad 4% te realiseeren, tegen den koers van 99%. Zie bijlage Illb. Het gebouw der Vereeniging vorderde dit jaar geen bijzonder onderhoud. *,eubl,air" Aan meubilair werd aangeschaft tot een bedrag van 289.45. Op het meubilair thans staande op 2289.45 zullen wij voorstellen af te schrijven een bedrag van f 489.45, waardoor deze post komt te staan op 1800. Bezoldiging van het Bestuur. De bezoldiging der drie Bestuursleden bedragende voor hen tezamen 1200.— onderging geen verandering. Aangesloten Banken Bij het einde van 1909 was het aantal banken290 Het aantal toegetreden banken in 1910 is 30 Totaal 320 Uitgetreden zijn de locale banken te Annerveen en Heemskerk en heeft opgehouden te bestaan wegens ontbinding de Coöperatieve Boerenleenbank te Zevenhuizen (Gron.)samen 3 Zoodat het aantal der op 31 December 1910 bij de Centrale Bank aangesloten vereenigingen bedroeg 317 In den loop van het jaar 1910 heelt voor het lidmaatschap bedankt de Coöperatieve Boerenleenbank te Montfoort, welke dus bij het begin van het nieuwe boekjaar ophoudt lid der Centrale Bank te zijn, overeenkomstig art. 4, al. 4 der Statuten. Voor een overzicht van de toetreding en uittreding van de leden (ver eenigingen) der Centrale Bank hebben wij de eer U te verwijzen naar Bijlage VII. Voor kapitaal en aandeelhouders wordt verwezen naar Bijlage I. De controle over de Centrale Bank had ook dit jaar plaats door het accountantskantoor W. Kreukniet te Rotterdam, daartoe door de Regeering aangesteld. Wij hebben de eer U hiervoor te verwijzen naar het verslag, voorkomende op pag. 12. Tengevolge van den hoogen stand der geldmarkt in 1910 konden wij voor onze belegging aanzienlijk meer rente kweeken dan vorige jaren; hierdoor, alsmede ten gevolge van het uitstaan van een hooger bedrag aan Voorschotten, leidde ons bedrijf tot een gunstiger resultaat, dan wij tot dus verre gewoon waren en bereikten wij een winstcijfer van 19150.365 Wij zullen voorstellen hiervan: af te schrijven op de rekening „Meubilair" Zoodat overblijft een bedrag van Hiervan moet in het reservefonds worden gestort: a. volgens art. 7 sub b der Statuten, de gelden die de leden bij hunne toetreding betaalden f 150.— b. volgens art. 5 al. 3 der Statuten de gelden door Montfoort bij opzegging gestort - 25. Blijft 7 489,45 f 18660,9D 175- Blijft f 18485,915 en voorts dit bedrag, overeenkomstig art. 40 der Statuten, in het reservefonds te storten, dat daardoor zal stijgen tot ƒ52130,465. Ten slotte achten wij het een voorrecht erop te kunnen wijzen, dat onze Centrale Bank op 12 December 1910 haar twaalf en een halfjarig bestaan heeft beleefd. Uit een geringen omvang begonnen, had zij op den 12 December 1910 een getal van 315 banken bij haar aangesloten. Van degenen, die de oprichting der Centrale Bank mede maakten is alleen de huidige Voorzitter van het Bestuur nog met haar verbonden. Door in den aanvang personeel en lokaliteit disponibel te stellen maakte hij de oprichting en ontwikkeling der Centrale Bank mogelijk en het was in het bijzonder zijne deskundige leiding, welke de stuwkracht is ge weest, waardoor de bank tot den tegenwoordigen bloei is opgevoerd. De mede-bestuursleden stellen het op prijs dit in het verslag uit te spreken. UTRECHT, den 4 Maart 1911. het bestuur: Jhr. W. E. BOSCH VAN OUD-AMELISWEERD, Voorzitter. Mr. M. W. L. S. BILDERDIJK, Secretaris. F. A. R. A. Baron VAN ITTERSUM. 28. ,r J Kapitaal en Aandeelhouders. Accountants controle. Winst- en Verliesrekening. Voorstellen naar aan leiding der Balans.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1910 | | pagina 5