Van de machtiging ten vorige jare door de Algemeene Vergadering aan het Bestuur verleend om een rechtsgeleerd ambtenaar aan te stellen werd door ons gebruik gemaakt door aanstelling als zoodanig van den Heer Mr. O. Gezelle Meerburg, die, zooals aan Uw college bekend is, sedert eenigen tijd voorloopig bij ons werkzaam was. Het is ons aangenaam hier te mogen uitspreken, dat de Heer Mr. O. Gezelle Meerburg ons steeds trouw ter zijde stond en daarmede de belangen der bank zeer diende, zoodat wij niet anders dan met waar deering van zijn werkzaamheden kunnen gewagen. Zonder uitzondering werden ook dit jaar de aangesloten banken, somtijds geheel onverwacht, nauwkeurig geïnspecteerd en de daarover door den Hoofdinspecteur en de Inspecteurs uitgebrachte uitvoerige rapporten door ons nagegaan. Niet alleen bleek ons uit die rapporten, dat bij die inspecties het beheer en de boekhouding van elke bank tot in de kleinste bijzonderheden werden onderzocht, maar tevens mochten wij met genoegen constateeren, dat behoudens enkele uitzonderingen de besturen der locale banken de Statuten en Reglementen zorgvuldig naleven en administratieve fouten in steeds mindere mate voorkomen. Onze Hoofdinspecteur zorgde bovendien ijverig voor de propaganda en wij mogen er dan ook met vreugde op wijzen, dat het ledental in het afgeloopen jaar met 30 vermeerderde. Bij zijne propaganda ondervond onze Hoofdinspecteur van verschillende zijden groote sympathie en medewerking, waarvoor wij gaarne onzen dank betuigen. Tot uitbreiding van het aantal inspecteurs behoefden wij dit jaar niet over te gaan. Een woord van waardeering voor de groote toewijding waarmede de afdeeling Inspectie ook dit jaar hare taak vervulde, mogen wij niet nalaten uit te spreken. De voortdurende toename van den omzet, de in verband daarmede steeds meer tijd vereischende controleering der waarde van de onderpanden voor de gedeponeerde gelden, de vergrooting van het effectenbezit en de aldoor zich uitbreidende correspondentie, vermeerderden uit den aard der zaak in hooge mate de verantwoordelijkheid en werkzaamheid der afdeeling Administratie. Toch meenen wij de verzekering te kunnen geven, dat alle zaken steeds met bekwamen spoed werden afgewikkeld, alle orders tot uitbetaling van wissels, accepten of remises aan derden stipt werden uit gevoerd en de aangesloten banken onze geldzendingen op den gevraagden datum ontvingen. Ook voor deze afdeeling spreken wij een woord van waardeering uit voor de wijze, waarop zij zich van hare verantwoordelijke en omvangrijke taak dit jaar wederom heeft gekweten. Op 31 Dec. '09 bedroeg het saldo der Gedeponeerde gelden f 4.595.352,806 terwijl daarentegen aan Voorschotten uitstond een bedrag van - 605.669,595 Zoodat op 31 December 1909 meer gedeponeerd was dan aan voorschot verstrektf 3.989.683,21 Transport f 3989.683,21 In den loop van het jaar 1910 vermeerderde deze schuld der Bank met a. gedeponeerdegelden, geïncasseerde wissels, enzf 14.207.881,92 b. bijgeschreven rente over de gedepo neerde gelden- 124.420,16 - 14.332.30208 Totaal 18.321.985,29 De schuld der Bank verminderde daarentegen met a. uitbetalingen per kassa, betalingen van accepten, betaalbaar gesteld bij- en wissels getrokken op de Centrale Bank,f 14.693.141,793 b. bijgeschreven rente over de in voorschot verstrekte gelden. - 42.184,24 c. de van de aangesloten Banken ont vangen jaarlijksche bijdragen - 7.290,14.742616,03° zoodat op 31 December 1910 meer gedeponeerd was dan aan voorschot verstrekt3.579.369,255 Op dien datum was echter aan voorschotten verstrekt - 998 080,80 zoodat op31 December 1910 hettotaal der gedeponeerde gelden (zonder aftrek der uitstaande voorschotten) bedroeg f 4.577.450,056 Voor zooverre deze gelden niet dienden om voorschotten te geven aan aangesloten banken, werden zij uitgezet op prolongatie of a deposito tegen effectenonderpand, terwijl het effectenbezit, zooals hierna blijkt, werd uit gebreid. Zie Bijlage III. De waarde der onderpanden voor de belegde gelden overtrof steeds het uitgezette bedrag met meer dan het verplichte surplus ad 10 °/0. De onderpanden worden bewaard in de Safe-inrichtingen der firma Jan Blijdestein en Zoon, de Bank van Huydecoper Van Dielen, beide alhier en in die der Associatie-Cassa te Amsterdam, terwijl de fondsen behoorende tot het reservefonds, de effecten, (eigendom der Centrale Bank) en de zakelijke borgtocht van den administrateur zijn gedeponeerd in de brandkast der Centrale Bank, welke brandkast tot meerdere zekerheid is geplaatst in bovengenoemde Safe-inrichting der firma Blijdestein en Zoons. Uitgeleende gelden. Wij handhaafden het bedrag van ƒ40000 als maximum crediet, hetwelk tot wederopzeggens toe aan een lid werd verleend. Echter werden door ons, indien daarvoor termen aanwezig waren, credieten verleend tot ten hoogste het in art. 16 van het Huishoudelijk Reglement vastgestelde bedrag van f 70000. Deze verhoogde bedragen pleegden door ons slechts te worden toegestaan over een bepaald tijdsverloop of tot een bepaalden datum en steeds tot wederopzeggens toe. Waar zulks noodig bleek, werden wij bereid bevonden deze credieten opnieuw vast te stellen. Ook dit jaar beschikte de Centrale Bank steeds over voldoende deposito's om aan alle voorschotaanvragen te voldoen, zonder dat promessen bij de Nederlandsche Bank behoefden te worden verdisconteerd. Rechtsgeleerd Ambtenaar. Inspectie. Administratie. Rekening-Courant.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1910 | | pagina 4