Rapport der financieele Commissie. 12 UTRECHT, 23 Maart 1908. Aan den Raad van Toezicht der Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht. Ik heb de eer U mede te deelen dat, ingevolge Uwe opdracht, de administratie der Centrale Bank over 1907, door mij, gedurende den loop van dat jaar, op ongeregelde tijden is gecontroleerd en steeds in orde is bevonden dat de Balans per 31 December 1907 en de Verlies- en Winstrekening over dat jaar overeenkomstig de boeken zijn opgemaakt en den juisten stand van zaken aangeven; dat de Rekening-Courant saldo's van de aangesloten banken, blijkens de overgelegde geteekende saldobiljetten, in overeenstemming zijn met de boeken dat de onderpanden tot waarborg van belegde gelden, voor zooveel die te Utrecht gedeponeerd zijn, aanwezig waren en dat de bewijzen van de Associatie-Cassa te Amsterdam,, afgegeven voor de onder hare berusting liggende onderpanden, mij vertoond zijn dat de overwaarde der onderpanden tot dekking der belegde gelden ruim voldoende was dat de effecten, eigendom der Bank, voor belegging van een gedeelte der deposito's en voor belegging der Reserve, allen aanwezig waren. Hoogachtend, A. H. HEljMANN, Lid le klasse van het Ned. Instituut van Accountants. 13 Ondergeteekenden, afgevaardigd door de Besturen der Coöperatieve Boerenleenbanken te Steenwijkerwold, Leusden en Warmond, en vertegenwoordigend de financieele commissie benoemd in de Algemeene Vergadering der Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank gehouden te Utrecht den 4 Mei 1907, hebben de eer mede te deelen, dat zij hunne bezoeken zonder voorafgaande kennis geving hebben gebracht op 24 Augustus, 7 December 1907 en 4 April 1908; dat zij de kas hebben opgenomen en deze overeenstemde met het saldo van het kasboek; dat zij de saldo-bewijzen van de Rekeningen-Courant der Locale banken hebben verge leken met het Rekening-Courantboek en deze hiermede overeenstemden; dat hun aan de hand van de verstrekte gegevens bleek, dat de Centrale Bank in eigendom bezit aan effecten f27.885,—, en dat ter belegging der Reserve verschillende effecten zijn aangekocht tot een bedrag van f9000.-, waardoor die belegging is gestegen tot f 14.400.- dat zij de balanscijfers met de verschillende boeken hebben vergeleken, en deze daar mede accoord bevonden dat zij ten slotte met voorkomendheid ten kantore der Centrale Bank werden ontvangen, waar hun alle gewenschte inlichtingen werden verstrekt, waarvoor zij hunnen dank betuigen. De Commissie voornoemd, (w. g.) K. BORGMAN, directeur-kassier, Steenwijkerwold. B. F. PEETERS, Leusden. J. KROON, Warmond. Aart de. Jilgemeene Vergadering der Coöp. Centrale Raiffeisen-Bank gevestigd te Utrecht, aldaar te houden den 16 Mei 1908. Ter voldoening aan art. 21 lid 1 der Statuten, hebben wij de eer U hierbij mede te deelen, dat wij, bijgestaan door den accountant onzer vereeniging, op den 8 April dezes jaars de winst en verliesrekening en de balans der Centrale Bank over het negende boekjaar hebben onderzocht en een en ander overeenkomstig de boeking hebben bevonden. Wij adviseeren de voorstelling van het Bestuur tot verdeeling der winst goed te keuren. UTRECHT, 8 April 1908. De Raad van Toezicht: J. Bs. WESTERDIJK, Voorz. F. P. E. VAN DITZHUYZEN, Secr. Jhr. Mr. H. GEVERS- K. J. A. G. BARON COLLOT d'ESCURY. F. H. VAN WICHEN. Jhr. Mr. L. VON F1SENNE. G. W. STROINK.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1907 | | pagina 7