Verslag van een op last der Regeering aangewezen Accountant. Rapport der fmancieele Commissie* 10 Kapitaal, en Aandeel houders. Winst- en Ver liesrekening. Voor kapitaal en aandeelhouders wordt verwezen naar bijlage I. Tengevolge van de meerdere deposito's en den hoogeren rentestand in de tweede helft van 1906 sluit onze Winst- en Verliesrekening met een Saldo winst van8528.81 Hiervan moet in het Reservefonds worden gestort a. volgens art. 39 al. 2 der statuten de gelden die de leden bij hunnne toetreding betaalden volgens art. 9 al. 1 der statuten de gelden die de twee uitgetreden leden betaalden volgens art. 37 al. 1 der statuten 55°/o der resteerende winst (ƒ8528.81 - 255) Blijft 3.723,21 Het zou mogelijk zijn volgens art. 37 al. 3 der Statuten, dividend over het gestorte kapitaal uit te keeren. b. c. 205,— 50,— - 4.550,60 4.805,60 Wij stellen U echter voor de Algemeene Vergadering in overweging te geven zulks niet te doen, doch, evenals het vorige jaar en omdezelfde redenen, het geheele winstbedrag te storten in het reservefonds, dat daardoor zal stijgen tot 14751.90 Utrecht, April 1906. HET BESTUUR: Jhr. W. E. BOSCH VAN OUD-AMEL1SWEERD, Utrecht, President. C. E. J. DE BORDES, Utrecht, Secretaris. Mr. W. H. E. Baron VAN DER BORCH, Ginneken. Jhr. Mr. H. GEVERS, Heemskerk. J. Bs. WESTERDIJK, Uithuizermeeden. 11 Aan het Bestuur der Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht. Ik heb de eer U mede te deelen dat, ingevolge Uwe opdracht, ik de administratie der Centrale Bank over 1906, gedurende den loop van het jaar, op ongeregelde tijden heb gecon troleerd en steeds in orde heb bevonden; dat de Balans per 31 Dec. 1906 en de Verlies- en Winstrekening over dat jaar over eenkomstig de boeken zijn opgemaakt en den juisten stand van zaken aangeven; dat de Rekening-Courant saldo's van de aangesloten banken en van particulieren, blijkens de overgelegde geteekende Saldobilletten, in overeenstemming zijn met de boeken der Bank; dat de onderpanden tot waarborg van belegde gelden, voor zooveel die te Utrecht gedeponeerd zijn, aanwezig waren en dat de bewijzen van de Associatie Cassa te Amsterdam, afgegeven voor de onder hare berusting liggende onderpanden, mij vertoond zijn; dat de overwaarde der onderpanden tot dekking der belegde gelden ruim voldoende was dat de effecten, eigendom der Bank, voor belegging van een gedeelte der deposito's en voor belegging der Reserve, allen aanwezig waren. Utrecht, 28 Maart 1907. Hoogachtend, A. H. HEIJMANN, Lid le klasse van het Nederl. Instituut van Accountants* Ondergeteekenden, afgevaardigd door de Besturen der Coöperatieve Boerenleenbanken te Steenwijkerwold, Knollendam, Avenhorn, Laren en Kloosterveen, en vertegenwoordigend de financieele commissie benoemd in de Algemeene Vergadering der Coöperatieve Centrale Raiffeisen- Bank gehouden te Utrecht den 7 April 1906, hebben de eer mede te deelen, dat zij hunne bezoeken zonder voorafgaande kennisgeving hebben gebracht op 14 Juli, 30 December 1906 en 16 Maart 1907 dat zij de kas hebben opgenomen, enkele grepen in de boekhouding hebben gedaan, waarbij hun bleek dat zij in orde was; dat hun aan de hand van de verstrekte gegevens bleek de Centrale Bank in eigendom bezit aan effecten 27.885, en dat ter belegging der reserve verschillende effecten zijn aangekocht tot een bedrag van ƒ5400. dat zoowel deze, als de in onderpand ontvangen effecten van de uitgezette beleeningen deels berusten in eene Chatwood brandkast ten kantore der Centrale Bank en in de Safe-inrichting, brand- en inbraakvrije kluiskelder der firma Jan Blijdenstein Zoon te Utrecht; dat zij van de deugdelijke zekerheid van bovengenoemd bewaarplaatsen overtuigd zijn geworden en dat de inhoud dezer bewaarplaatsen niet te bereiken is, dan door twee sleutels, waarvan ieder der beide leden van het dagelijksch Bestuur een in het bezit heeft dat hun gebleken is de zeer uitgebreide boekhouding door eene financieele Commissie slechts voor een minimum gedeelte in den daarvoor verstrekten tijd kan worden nagezien; dat zij ten slotte met voorkomendheid ten kantore der Centrale Bank en door de firma Jan Blijdenstein Zoon werden ontvangen, waar hun alle gewenschte inlichtingen werden verstrekt, waarvoor zij hunnen dank betuigen. De Commissie voornoemd, K. BORGMAN, Steenwijkerwold. J. KUIJPER, Knollendam. D. LE CLERCQ, Avenhorn. J. J. MAJOOR, Laren. J. KALVERKAMP, Kloosterveen.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1906 | | pagina 6