34 De balans wijst verder aan, dat op 31 December 1902 nog in deposito was 358281.57, welk bedrag met het gestort kapitaal ad ƒ3400.de gelden bij de firma JAN BLIJDESTEIJN Zn. opgenomen ad 15136.50 en de gekweekte renten, als volgt was belegd: Voorschotten aan aangesloten banken55389.96 Op prolongatie- 181000.— Op deposito voor 3 maanden- 113000. In effecten- 27561.25 terwijl de overige gelden zijn aangewend tot aankoop van materieel, gelden in kas, enz. enz. De WINST- en VERLIESREKENING sluit dit jaar met een zuiver winstsaldo van 1562.08. Een gedeelte der behaalde winst gedurende het afgeloopen jaar zal in de eerste plaats moeten strekken om het restant der oprichtingskosten en de geleden verliezen der vorige jaren geheel af te schrijven, samen ad terwijl uit het saldo der netto winst moet bestreden worden 1. de gelden, welke volgens art. 39 der statuten in het reservefonds moeten gestort worden, als A. de betalingen der leden bij toetreding, zijnde 76, ad 5 per lid of 380. B. de betaling door de bank te Eijsden verschuldigd, wegens hare uit treding als lid, ingevolge art. 9 der statuten- 25. Samen 2. de gedeeltelijke vergoedingen aan de leden van den Raad van Toezicht, het Bestuu en de provinciale commissies, voor de door hen gemaakte reis- en verblijfkosten ad. Samen 846.84 405- 1562.oS Mochten wij verleden jaar in het vooruitzicht stellen, dat het resultaat over 1902 voldoende zoude zijn, om de opricntingskosten en het Saldo verlies der vorige jaren geheel te kunnen afschrijven, thans kunnen wij er met voldoening op wijzen, dat die verwachtingen verre zijn overtroffen, en wij zelfs met de vorming van het Reservefonds, bedoeld bij art. 39 onzer Statuten, een aanvang hebben gemaakt. Om onze Vereeniging verder in bloei te doen toenemen en haar te doen evenaren aan hare Zustervereenigingen in Duitschland, blijft het van 't grootste belang, dat er zich steeds meer Boeren leenbanken bij haar aansluiten. Ten einde de Centrale Bank haar doel te doen bereiken, en aan hare leden de groote voordeelen te doen genieten, welke zij zich ten doel stelt, rekenen wij vast op den steun en de medewerking van al hare leden, zooals het Bestuur der Centrale Bank tot heden van hen heeft ondervonden. UTRECHT, Maart 1903. Het Bestuur voornoemd: Mr. W. H. E. Baron VAN DER BORCH, Ginneken, President. Jhr. W. E. BOSCH VAN OUD-AMELISWEERD, Utrecht. C. E. J. DE BORDES, Utrecht. Jhr. Mr. H. GEVERS, Heemskerk. JOS. HENDRICKX, Swalmen. Mr. W. J. SNOUCK HURGRONJE, 's Gravenhage. J. Bs. WESTERDIJK, Uithuizermeeden. Verklaring van den door de Regeering aangewezen Accountant. UTRECHT, 20 Maart 1903. Aon het Bestuur der Coöperatieve Vereeniging van Raiffeissenbanken en Landbouwvereenigingeti te Utrecht. Met dezen heb ik de eer L te berichten, dat de Balans per 31 December 1902 en de Winst en v ei liesrekening over dat jaar door den administrateur Uwer Vereeniging opgemaakt, door mij zijn nagezien, met de boeken en bescheiden zijn vergeleken en daarmede zijn in overeenstemming bevonden. Hoogachtend, (get.) A. H. HEYMANN. Lid le Klasse van het Nederlandseh Instituut voor accountants. 310.24

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1902 | | pagina 5