Overeenkomstig art. 16 der Statuten hebben wij de eer U hierbij over te leggen de Rekening en Verantwoording over het vierde boekjaar onzer Vereeniging, loopende van r Januari 1902 tot 31 December 1902. Gelden in deposito. I11 liet geheel is in den loop van het boekjaar 797922.2.S5 bij ons belegd. Deze gelden werden, voor zooverre zij niet dienden om voorschotten te geven, door ons uitgezet op prolongatie, of op deposito, terwijl tevens een klein gedeelte werd belegd in effecten. De ruim gedekte onderpanden voor de prolongaties en deposito's worden ten kantore van de Centrale Bank bewaard in een brandkast met twee ongelijk werkende sloten. Uitgeleende gelden. liet uitleenen van geld aan de aangesloten banken geschiedde steeds op promessen. In het afgeloopen boekjaar is door ons 146350.— uitge leend. Het bedrag der gezamenlijke voorschotten aan een en dezelfde bank gedurende het loopend boekjaar gegeven bedroeg f 26000. De deposito s waren gedurende het afgeloopen jaar niet voldoende om 111 de geldbehoeften der aangesloten banken te voorzien, zoodat wij in de maanden April, Mei en Juni niet alleen verplicht waren onze effecten bij de Nederlandsche Bank te beleenen, maar tevens een aanzienlijk bedrag bij de firma Jan Blijdesteijn Zn. te Utrecht op te nemen, om ten allen tijde aan aanvragen om voorschotten te kunnen voldoen. Rente. De voorschotten werden door ons verstrekt tegen een rente van 41/ ten honderd (zonder eenige bijbetaling voor provisie of voor onkosten), terwijl ©ver het afgeloopen jaar voor deposito's, eene rente van 3 '/4 ten honderd werd vergoed. Bestuur. Het Bestuur evenals de Raad van loezicht kweten zich ook dit jaar met den meesten ijver en ernst van hunne taak. Het is voor onze Vereeniging zeker eene voldoening, dat het resultaat van het afgeloopen jaar ons in staat stelt hen, evenals de provinciale

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1902 | | pagina 3