Centrale instellingen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank De zeer sterke middelengroei bij de aangesloten banken en de minder krachtige groei van de kredietverlening hadden tot gevolg, dat het tegoed van de aangesloten banken bij de Centrale Bank in het verslagjaar een toe neming vertoonde die meer dan tweemaal zo groot was als de toeneming in de beide voorgaande jaren. Een belangrijk deel daarvan werd aangewend ter versterking van de liquiditeitspositie. De liquiditeiten, berekend volgens de richtlijnen van De Nederlandsche Bank, beliepen aan het einde van het verslagjaar 46,6 (38,4) procent van de toevertrouwde gelden. Uit de bedrijfswinst werd f5,0 (3,0) miljoen toegevoegd aan de voorziening voor bedrijfsrisico's en f3,5 (3,5) miljoen aan de effectenreserve. De voorziening voor belastingen beloopt f7,2 (7,7) miljoen, waarna een netto winst van f 3,4 (2,9) miljoen resteert. Na winstverdeling overeenkomstig het gedane voorstel, zal de kapitaalbasis van de Centrale Bank f327 (293) miljoen belopen, waar onder f98 (94) miljoen aan open reserves. Personalia In de vacatures die ontstonden door het periodiek af treden van de heren E.J.M. Kolfschoten, prof.dr. F.W.J. Kriellaars en G.J.S. Smit als lid van de raad van toezicht van de Centrale Bank en van de raad van commissarissen van de nv Boeren-Hypotheekbank, de nv Landbouw kredietverzekering 'Eindhoven' en het Onderling Waarborgfonds der Boerenleenbanken ua, werd in de Algemene Vergadering van 27 mei 1971 voorzien door herbenoeming van genoemde heren. De heer E.J.M. Kolfschoten werd eveneens herkozen als lid van de raad van beheer van de Centrale Bank en als lid van het College van Gedelegeerde Commissarissen van de nv Boeren-Hypotheekbank, de nv Landbouwkredietverzeke ring 'Eindhoven' en het Onderling Waarborgfonds der Boerenleenbanken ua. Interne organisatie In de interne organisatie van de Centrale Bank zijn in het afgelopen jaar een groot aantal wijzigingen aangebracht. De meeste daarvan vonden plaats in het kader van de samenwerking met de Raiffeisenorganisatie. De onderstaande wijzigingen hadden meer in het bijzonder betrekking op de interne organisatie van de Centrale Boerenleenbank. Met ingang van 1 maart 1971 werd de afdeling Algemene Zaken opgeheven in verband met de benoeming van mr.H.J.A.E.M. Klarenbeek tot hoofd van de Hoofdafdeling Algemene Zaken van de Coöperatieve Raiffeisen- Boerenleenbank wa. De taken van de afdeling Algemene Zaken werden overgenomen door de afdelingen Economische Zaken en Boerenleenbankzaken. Per 1 november werd prof.dr. G.J.M. Vlak benoemd tot lid van de Hoofddirectie van de Coöperatieve Raiffeisen- Boerenleenbank wa. In zijn plaats werd benoemd tot hoofd van de afdeling Economische Zaken van de Centrale Boerenleenbank drs. H.J.C. Baken, tot dan toe plaats vervangend hoofd van deze afdeling. Per 15 november 1971 werd een nieuwe districtsindeling voor onze banken van kracht. Het district Arnhem werd gesplitst in een district Zwolle-Almelo, met als districtsdirecteur de heer A.J.A. Peeters Weem en een district Arnhem met als districtsdirecteur de heer F.M. Joosten. Het district Roermond werd gesplitst in een district Venlo en een district Sittard met als districtsdirecteuren respectievelijk de heer B.H. Mars en drs. H.C.G. Bak. Ook voor wat de accountantscontrole van de aangesloten banken betreft heeft een reorganisatie plaatsgevonden. Naast de districtsdirecteuren is in ieder district een hoofdinspecteur aangesteld. Tot hoofdinspecteur werden benoemd de heren: Th.A.M. Peters, W.C. Jansen, A.A.J. Arends, W.Th. Schmitz, A.H.M. Leijte, F.J.M. ten Lohuis en J.P.M. Hof. Aangesloten banken In het verslagjaar kwamen 14 onderlinge fusies van bij de Centrale Bank aangesloten banken tot stand: Acht met Woensel (N.Br.), Beckum met Deurningen (Ov.), Dorst met Oosterhout (N.Br.), Itteren met Bunde (L.), Macharen met Haren (N.Br.), Maasniel met Roermond (L.), Hulsel met Lage Mierde (N.Br.), Noorbeek en Reymerstok met Mheer (L.), Dieteren met Roosteren (L.), Ooyen met Lith (N.Br.), Eys met Simpelveld (L.), Reek met Schaijk (N.Br.), Wijnandsrade met Nuth (L.) en Buchten met Bom (L). Door deze fusies daalde het aantal aangesloten banken van 591 per eind 1970 tot 576 per eind 1971. Accommodatie De personeelsuitbreiding bij de Centrale Bank beliep in het verslagjaar 97 personen, te vergelijken met 207 in 1970 en 109 in 1969. Verder werd ten behoeve van de uitbreiding van het districtskantoor te Breda het pand Seeligsingel 1 aan- 28 kocht. Het districtskantoor te Haarlem verhuisde van het Westerhoutpark naar Gedempte Oude Gracht 45a-47. Voor het nieuw gevormde district Zwolle-Almelo is inmid dels huisvesting gevonden aan de Melkmarkt 15 te Zwolle. n.v. Boeren-Hypotheekbank Terwijl in het voorgaande jaar de verstrekkingen van nieuwe leningen door de nv Boeren-Hypotheekbank op een zeer hoog niveau lagen, zijn deze in het verslagjaar enigszins teruggelopen. Dit was vooral het gevolg van de ruimere liquiditeitspositie waarin veel Boerenleen banken zijn komen te verkeren als gevolg van de sterke middelengroei. Bovendien werden in het begin van het verslagjaar de verstrekkingen extra afgeremd door de in het kader van de kredietbeperking van De Nederlandsche Bank ingevoerde verzwaring van de voorwaarden voor nieuwe leningen. Inmiddels zijn deze maatregelen in september weer ingetrokken. Ter zake van het voor het einde van het verslagjaar vervallen bedrag aan rente en aflossing was per 31 december 1971 nog f 637 363 te vorderen aan rente en f473 811 aan aflossingen. In een aantal gevallen hebben wij uitstel van betaling verleend. De overige achterstanden waren op het moment van het ter perse gaan van dit verslag teruggebracht tot in totaal f 318 000 aan af lossingen en f 335 000 aan rente. De rentabiliteit van onze vennootschap heeft zich in het verslagjaar bevredigend ontwikkeld. Weliswaar waren de provisiebaten als gevolg van de verminderde verstrek kingen lager dan in 1970, doch de rentewinst gaf een verdere toeneming te zien als gevolg van de vooral in de loop van 1970 tot standgekomen groei van de uitzettingen. De bedrijfskosten stegen minder sterk dan in 1970. De bedrijfswinst kwam uit op f3,6 (3,1) miljoen. Na voorziening voor belastingen en voor bedrijfsrisico's resteert een netto winst van f 1,4 (1,2) miljoen. Een verdeling hiervan conform het gedane voorstel zal de open reserves van onze vennootschap op f6,1 (4,8) miljoen brengen. 29

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1971 | | pagina 17