te Amsterdam ook in het verslagjaar weer goede diensten bewezen. Het aantal Boerenleenbanken dat lid is van de Bond voor den Geld- en Effectenhandel in de Provincie steeg van 151 bij het begin van het jaar tot 173 ultimo 1971. Bij de Financieringsmaatschappij De Lage Landen nv, - in 1969 opgerichte dochterinstelling van nv Landbouw kredietverzekering 'Eindhoven' en nv Interpolis -, verliep de produktie in 1971 zeer bevredigend. Er werden nieuwe leningen verstrekt tot een bedrag van f24 (17) miljoen. De posten boven f 10.000 werden in meerderheid op drie, vier of vijf jaren gefinancierd, terwijl de posten niet hoger dan f 10.000 overwegend op twee jaren of korter werden gefinancierd. Het merendeel van deze leningen betrof huurkoop transacties van motorrijtuigen en landbouwwerktuigen. Ultimo 1971 bedroeg het uitstaande bedrag aan debiteuren f30 (17) miljoen. In de loop van het verslagjaar is een begin gemaakt met de financiering van voorraden van dealers. Bedrijfsresultaten De beschreven ontwikkeling leidde uiteindelijk tot een toeneming van het gecombineerde balanstotaal met f 1161 (1526) miljoen of 14 (22) procent. De rente- en provisiewinst steeg met 29 (34) procent aanzienlijk meer dan het balanstotaal. De stijging van de rentewinst was te danken aan het verhoogde rendement van de uit zettingen. De rentelasten stegen minder sterk dan verwacht: de verschuiving naar hoogrentende spaarvormen ging weliswaar door, maar relatief toch in mindere mate dan in voorgaande jaren. Onder invloed van de snel toenemende activiteiten op het gebied van verzekeringen en reizen vertoonden ook de provisiebaten een toeneming tot f 51 (37) miljoen. De genoemde stijging met 29 (34) procent betekende een toeneming van de rente- en provisiewinst met f 63 (56) miljoen tot f 283 (220) miljoen. De bedrijfskosten stegen in totaal met f50 (40) miljoen of 33 (35) procent tot f 205 (155) miljoen. De toeneming van de bedrijfskosten bij aangesloten banken en centrale instellingen was naar verhouding ongeveer even sterk. Ondanks de afnemende groei van het personeelsbestand, vooral bij de Centrale Bank, maar ook bij de aangesloten banken, was er sprake van een aanhoudende sterke toeneming van de personeelskosten. Deze werd niet alleen veroorzaakt door de voortdurende loon- en prijsstijgingen, maar ook door de toegenomen kwaliteit van het personeel. Ook de overige kosten en met name de kantoorkosten namen in het verslagjaar niet onaan zienlijk toe, onder invloed van het sterk groeiend aantal administratieve handelingen en van de verhoging van onder andere de posttarieven. De propagandakosten en de huisvestingskosten vertoonden eveneens een toeneming. De beschreven ontwikkeling resulteerde voor 1971 in een stijging van de bedrijfswinst voor belastingen tot f 78 (65) miljoen. Van deze bedrijfswinst gaat f 30 (26) miljoen naar voorziening voor belastingen. Na voorziening voor bedrijfsrisico's ad f 18 (13) miljoen en reserveringen tot een bedrag van f 11 (11) miljoen resteert een onverdeeld winstsaldo van f 19 (15) miljoen. Organisatorische aspecten Algemeen Goede voortgang werd gemaakt met de werkzaamheden in het kader van de voorgenomen fusie met de Raiffeisenorganisatie. Voor bijzonderheden dienaangaande verwijzen wij naar het bijgevoegde verslag van de gezamen lijke landbouwkredietorganisaties. Mede als gevolg daarvan kon in de Algemene Vergadering van 27 mei 1971 de in 1970 in werking getreden vestigingsregeling worden uitgebreid tot alle plaatsen in Nederland. Ook is de regeling thans van toepassing op het verplaatsen van vestigingspunten. Automatisering De werkzaamheden van de Centrale Bank op het gebied van automatisering van de administratie van de aangesloten banken zijn in het verslagjaar weer belangrijk uitgebreid. Per eind december werd van 508 (350) Boeren leenbanken de rekening-courantadministratie op de com puters uitgevoerd. Tezamen hadden deze banken 780000 (580 000) rekeningen-courant, hetgeen ongeveer 96 (86) procent is van het totale aantal rekeningen courant van onze organisatie. Daarnaast werden aan het einde van 1971 de spaarrekeningen van 327 (250) aan gesloten banken via de computers geadministreerd. Met 2,1 (1,7) miljoen rekeningen hadden deze banken ongeveer 80 (70) procent van alle spaarrekeningen van onze organisatie. Wat de automatisering betreft, kan verder vermeld worden dat voor 89 (30) banken de periodieke overboekingen van cliënten geheel automatisch werden uitgevoerd. 24 Opleiding en voorlichting Door het arbeidsintensieve en tegelijkertijd sterk expansieve karakter van onze bankorganisatie vraagt de kwaliteit van de personeelsbezetting voortdurend de aandacht. De activiteiten op het gebied van opleiding en voorlichting nemen dan ook steeds toe. In september is de Raiffeisen-Boerenleenbankcursus, - de 2-jarige opleiding voor staffunctionarissen -, van start gegaan met een geharmoniseerd programma voor in totaal 30 deelnemers verdeeld over de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank en de Coöperatieve Centrale Raiffeisen- Bank. De overige cursussen die door de afdeling Opleiding en Voorlichting werden gegeven, namelijk de Boerenleenbankcursus, de cursus voor bijkantoor houders, de effectencursus, de informatiecursussen, de introductiecursussen, de studiedagen voor directeuren en de cursussen op het gebied van verzekeringen en toerisme vonden normaal doorgang. In het verslagjaar is verder een cursus gehouden voor assistent inspecteurs en ook werd opnieuw begonnen met het houden van voorlichtingsbijeenkomsten voor beheerders van aangesloten banken. Ten behoeve van directeuren van aangesloten banken werd in het verslagjaar een leasing-cursus gegeven, waaraan 120 directeuren van Boerenleenbanken deelnamen. De in 1970 in gebruik genomen tv-studio en andere audio-visuele hulpmiddelen bieden een nuttige bijdrage aan de mogelijkheden tot een doeltreffende instructie. In het kader van de verdergaande samenwerking met de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank werd een pro gramma opgesteld voor harmonisatie van de diverse cursussen. De opleiding van personeel van de centrale banken verkrijgt daarbij eveneens ruime aandacht. Tevens ligt het in de bedoeling om het programma van de diverse cursussen samen te stellen in samenspraak met directeuren van aangesloten banken. Accommodatie en personeel Het kantorennet van onze aangesloten banken onderging in 1971 opnieuw een belangrijke uitbreiding en vernieuwing. Er werden 51 (58) hoofdkantoren gebouwd of ingrijpend verbouwd; voor de bijkantoren beliep dit aantal 39 (48). Het aantal vestigingspunten van onze organisatie nam met 22 (43) toe tot 1 165. Deze toeneming is aanzienlijk lager dan in voorgaande jaren. De samen werking op dit punt met de Raiffeisenorganisatie is hierop van invloed geweest. Het aantal personeelsleden van de aangesloten banken nam in 1971 toe met 678 (716) tot 5 982. Ultimo 1971 waren bij de Centrale Bank 1 260 werknemers in dienst, zodat het aantal personeelsleden van de gehele organisatie per die datum 7 242 personen beliep, te ver gelijken met 6 467 per eind 1970. 25

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1971 | | pagina 15