vergeten ook Japan - zich van hun kant bereid tonen om
de hangende geschilpunten openhartig te bespreken en zo
te trachten gezamenlijk tot een redelijke oplossing te
komen, die de verworvendheden van de na-oorlogse
periode niet in gevaar brengt. De hoop is gewettigd, dat
een oplossing in deze geest bereikt zal kunnen worden.
Nederland
De overbesteding heeft in ons land gedurende 1970 steeds
ernstiger vormen aangenomen. Zowel de particuliere
consumptie als de bedrijfsinvesteringen in vaste activa
gaven een sterke expansie te zien. De groei van de
industriële produktie bleek niet voldoende om aan de
krachtig gestegen vraag te voldoen. Uitbreiding van het
aanbod was vrijwel onmogelijk, omdat de meeste bedrijven
op topcapaciteit werkzaam waren. Als gevolg hiervan en
door de stijging van het binnenlandse prijsniveau ontstond
een steeds grotere belangstelling voor produkten uit het
buitenland. Ook trad enige vertraging in de groei van het
exportvolume op. De betalingsbalans onderging door deze
ontwikkeling een zodanige verslechtering, dat het tekort
op de lopende rekening tot ruim f 1,5 miljard opliep.
De aanhoudende conjuncturele spanningen kwamen
Grafiek 1 Buitenlandse handel 1965-1970
Indices 1965=100
duidelijk tot uiting op de arbeidsmarkt. De openstaande
aanvragen van werkgevers waren ruim twee maal zo groot
als de geregistreerde arbeidsreserve. Het tekort aan
arbeidskrachten, dat in voorgaande jaren vooral regionaal
was, heeft zich in 1970 meer over het gehele land verspreid.
Mede als gevolg van deze schaarste aan arbeidskrachten
steeg de loonsom per werknemer met ongeveer 12,5
procent. Een extra stimulans voor de loonkostenstijging
vormde de f 400-actie, waardoor het merendeel van de
werkende bevolking in het bezit van een extra uitkering
werd gesteld. De regering heeft het noodzakelijk geacht
ter bestrijding van de inflatoire ontwikkeling voor 1971 een
loonmaatregel af te kondigen. Op grond hiervan is de
toegestane loonstijging tot 1 juli 1971 of later, afhankelijk
van het tijdstip, waarop de CAO afloopt gefixeerd.
Daarnaast werd een aantal belastingen tijdelijk verhoogd,
teneinde een vermindering van het besteedbare inkomen
tot stand te brengen.
De prijzen van de gezinsconsumptie hebben het afgelopen
jaar een stijging te zien gegeven van 4,4 procent. Het
gehele jaar zijn prijsbeschikkingen van kracht geweest.
Gedurende de periode januari tot augustus mochten alleen
bepaalde kostenstijgingen in de prijzen worden door
berekend. Van 1 augustus tot 4 november gold een
Uitvoer
Invoer
100
1965 1966 1967 1968 1969 1970
10
meldingsplicht ten aanzien van prijsverhogingen. Na
laatstgenoemde datum werd een door de regering
afgekondigde algemene prijsmaatregel in de vorm van een
calculatievoorschrift van kracht. Op grond hiervan
mochten slechts de hogere invoerprijzen, de BTW-
verhoging en de kosten voortvloeiende uit de f 400-loon-
golf worden doorberekend.
Gedurende 1970 heerste er een grote activiteit op de
kapitaalmarkt. Er is voor een groter bedrag geëmitteerd dan
het voorafgaande jaar, terwijl het beroep op de onder
handse markt sterk is toegenomen. Veel obligatie
leningen zijn een succes geworden dank zij de levendige
buitenlandse belangstelling die voor belegging in
Nederlandse waardepapieren bestond. Aanvankelijk was
deze interesse het gevolg van speculatie op een revaluatie
van de gulden of van een vlucht uit andere, minder sterke
valuta's. Toen de rentedaling op de eurodollarmarkt bleef
voortduren en enkele landen overgingen tot disconto
verlaging, waren het meer rendementsoverwegingen die
een rol gingen spelen. Dank zij deze kapitaalimport is een
ernstige krapte op de kapitaalmarkt voorkomen. Een aantal
factoren oefende namelijk een negatieve werking op de
beschikbare hoeveelheid kapitaal uit. In de eerste plaats
was dit het verminderde aanbod van besparingen van
gezinnen en bedrijven. Het inlegoverschot op spaar
rekeningen is verminderd en de dalende winstcijfers
hebben de besparingen van het bedrijfsleven doen
teruglopen. Daarnaast golden voor de banken gedurende
het gehele verslagjaar kredietrestrictiemaatregelen van
de Nederlandsche Bank, zowel voor het korte als voor het
lange kredietbedrijf. Een aantal banken heeft de normen
voor het korte bedrijf herhaaldelijk overschreden. Als
gevolg hiervan diende van half mei tot half november een
renteloos deposito bij de Nederlandsche Bank te worden
aangehouden.
De rentepercentages van nieuw uitgegeven obligatie
leningen weerspiegelden de wijzigingen in de conjunc
turele situatie. De hoogste couponrente die in 1970 door
de Staat werd geboden was 8 procent, terwijl de Bank voor
Nederlandsche Gemeenten een 8% procent-lening uitgaf.
Tegen het einde van het jaar ontstond enige ontspanning
op de kapitaalmarkt. De hiermee gepaard gaande
rentedaling weerspiegelde zich in de dubbele emissie van
de Bank voor Nederlandsche Gemeenten die in december
werd geplaatst. De 8% procent-lening had een looptijd
van 25 jaar, en niet van 15 jaar zoals langzamerhand
gebruikelijk was geworden, terwijl voor de kortlopende
lening een rentepercentage van 7% procent werd geboden.
De discontotarieven van de Nederlandsche Bank zijn
ondanks de tendenties tot renteverlaging in binnen- en
buitenland ongewijzigd gebleven. Gezien het sterk inflatoire
klimaat zou een discontoverlaging ongewenste effecten
teweeg kunnen brengen. Onder de heersende omstandig
heden zou een dergelijke maatregel dan ook alleen maar
gerechtvaardigd zijn geweest, indien de toevloed van
buitenlands kapitaal zodanige vormen zou hebben
aangenomen, dat het streven naar stabilisatie van de
economie er ernstig door zou worden verstoord.
Bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal is een wets
ontwerp ingediend dat een nieuwe regeling bevat van het
toezicht dat door de Nederlandsche Bank op het krediet
wezen wordt uitgeoefend. In deze regeling wordt zowel
aan het sociaal-economisch als aan het bedrijfs
economisch toezicht een belangrijke uitbreiding gegeven.
In het verleden is duidelijk gebleken dat het Nederlandse
bankwezen zich zeer goed bewust is van zijn verant
woordelijkheid ten opzichte van de macro-economische
ontwikkeling van ons land. Op grond hiervan zou men zich
kunnen voorstellen, dat op meer plaatsen in het ontwerp
van de wet voor de procedure zou zijn gekozen, waarbij
maatregelen in overeenstemming met de betrokken
kredietinstellingen worden genomen. De gehanteerde
procedure waarbij voorschriften worden gegeven na
overleg met de kredietinstellingen geeft minder ruimte aan
dit verantwoordelijkheidsgevoel.
Zonder twijfel kan de uitbreiding van de bevoegdheden
van de Nederlandsche Bank, vooral met betrekking tot het
bedrijfseconomisch toezicht, instemming verkrijgen. De
liquiditeit en de solvabiliteit van de kredietinstellingen zijn
voor het bankwezen van eminent belang.
De Nederlandsche Bank zal zich evenwel, misschien nog
meer dan voorheen, bewust moeten zijn van het feit dat
haar maatregelen ook de rentabiliteit van het bankwezen
kunnen beïnvloeden. Wil men een gezond bankwezen
kunnen handhaven, dan zal ook aan deze bedrijfs
economische eis de noodzakelijke aandacht moeten
worden besteed.
Land- en tuinbouw
Algemeen
Meer dan in voorgaande jaren hebben de agrarische
ondernemers in 1970 blijk gegeven van ongerustheid over
11