nv Landbouwkredietverzekering 'Eindhoven' In het verslagjaar sloot onze instelling nieuwe krediet verzekeringen af voor een totaalbedrag van f 266 (139) miljoen. Deze sterke groei hangt samen met het hoge bedrag aan kredietverstrekkingen van de andere instel lingen in onze organisatie. In tabel 16 kan men zien dat de procentuele verdeling van de afgesloten verzekeringen naar sectoren slechts weinig verschilt met die van 1969. Het totale bij onze vennootschap verzekerde bedrag beliep per balansdatum f 326 miljoen, te vergelijken met f 227 miljoen ultimo 1969. Daarvan was f 2 (4) miljoen op participatiebasis ondergebracht bij andere assuradeuren. Een verdeling van de verzekerde risico's naar de aard der zekerheden is opgenomen in tabel 17. Door de sterke groei van het verzekerde bedrag zal, in verband met statutaire bepalingen aangaande de verzekeringsruimte, in het jaar 1971 het geplaatste kapitaal worden verhoogd. De schade-uitkeringen waren in het verslagjaar aanzienlijk lager dan in 1969; daarbij dient men echter te bedenken dat een groot gedeelte van het in 1969 uitgekeerde bedrag betrekking had op wanprestatieschade. Sedert 1 januari 1970 is de dekking daarvan ondergebracht bij het Onderling Waarborgfonds der Boerenleenbanken ua De schade in de sector kredietverzekering beliep in 1970 f 148 304, te vergelijken met f 120 043 in 1969. De toeneming van het schadebedrag werd veroorzaakt door de sterke groei van het uitstaande bedrag aan persoonlijke leningen. Daarbij moet in aanmerking worden genomen dat bij overlijden van de kredietnemer de restantschuld niet behoeft te worden terugbetaald. Als gevolg van de toegenomen bedrijfsomvang namen ook het premie-inkomen en de bedrijfskosten toe. Na voorziening voor risico's en belastingen resteert een balanswinst van f 718 000 (333 000). Indien deze wordt verdeeld overeenkomstig het gedane voorstel, zullen de open reserves van onze vennootschap f 3,0 (1,3) miljoen bedragen, nadat deze met een bedrag van f 1 miljoen zijn gedoteerd uit de bestaande reserve voor bedrijfsrisico's. Onderling Waarborgfonds der Boerenleenbanken ua Per 1 september 1966 trad de Wet op het Schadeverzeke ringsbedrijf in werking, die ons fonds noodzaakte tot een aanpassing van de juridische en de financiële structuur. In de algemene vergadering van 8 mei 1969 werden als uit vloeisel daarvan nieuwe statuten en een nieuw polis reglement met aanhangsel goedgekeurd, die op 1 januari 1970 in werking traden. Van de nieuwe opzet is tevens gebruik gemaakt om een hergroepering aan te brengen in de aard der verzekerde risico's. Deze her groepering leidde ertoe dat zoveel mogelijk bedrijfsrisico's van de leden, met uitzondering van de financierings risico's, worden behandeld door één instantie. Als gevolg daarvan werd de verzekering tegen wanprestatieschade overgebracht van de nv Landbouwkredietverzekering 'Eindhoven' naar ons fonds. De ervaringen, die gedurende het verslagjaar met de nieuwe structuur zijn opgedaan, stemmen tot tevredenheid. De schade-uitkeringen beliepen in het verslagjaar f 90 000. Daarnaast werd f 60 000 gereserveerd voor posten die op het einde van het jaar nog in behandeling waren. Bovendien werd door de Landbouwkredietverzekering 'Eindhoven' nog f 89 000 uitgekeerd terzake van wan prestatieschade die dateert van vóór 1 januari 1970. Vergelijkt men het totale schadebedrag van de thans bij ons fonds ondergebrachte risico's, dan kan van een aanzienlijke daling worden gesproken. Daarbij moet in aanmerking worden genomen dat het schadebedrag van 1969 door twee incidentele grote posten sterk is beïnvloed. Het aantal schadegevallen dat onder de vergoedings regeling valt is ten opzichte van 1969 sterk gedaald. Hierop is van invloed geweest dat met ingang van het verslagjaar de grens voor uitkering van kastekorten is verhoogd van f 100 tot f 250. De gang van zaken in 1970 resulteerde uiteindelijk in een winst van f 80 951, welk bedrag conform de statutaire bepalingen aan de leden wordt gerestitueerd. 36 Wij willen ons verslag over de activiteiten van alle tot onze coöperatieve bankorganisatie behorende instellingen niet besluiten zonder onze erkentelijkheid tot uitdrukking te hebben gebracht jegens de beheerders, de kassiers directeuren en het personeel van de aangesloten banken, alsmede jegens het personeel van de centrale instellingen, voor de medewerking die wij ook in het afgelopen jaar weer van hen mochten ondervinden. Gaarne zeggen wij allen dank voor hun toewijding aan de belangen van onze organisatie. De directie Ph.C.M. van Campen F.P.J. Bakx J.A. van Ogtrop

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1970 | | pagina 20