verslagjaar per saldo toe met f 43 (39) miljoen. Het totaal van de aan onze organisatie toever trouwde middelen met spaarkarakter steeg daardoor met f 700 (536) miljoen tot f 5 369 (4 669) miljoen. Daarvan werd f 5 228 (4 562) miljoen aangehouden bij de plaatselijke banken. Overige middelen De toevertrouwde middelen zonder spaarkarakter, in de gecombineerde balans opgenomen onder de post crediteuren, stegen in het verslagjaar met f 285 miljoen. Dat deze stijging nog groter is dan die van f 271 miljoen van 1968, is geheel te danken aan de privérekeningen. De saldi op deze rekeningen stegen in 1969 met f 184 miljoen, te vergelijken met een toeneming van f 119 miljoen in 1968. De groei van het aantal privérekeningen is in 1969 onverminderd doorgegaan: het totale aantal met 150 000 tot 325 000 met een tegoed van f 342 miljoen. Het gemiddelde tegoed op deze rekeningen steeg van f 600 eind 1967 en f 900 eind 1968 tot f 1 050 ultimo 1969. Aan een privérekening bij onze banken zijn faciliteiten gekoppeld. Wij denken daarbij onder andere aan de mogelijkheid van een tophypotheek ten behoeve van woningfinanciering, het opnemen van persoonlijke leningen en het gebruik van betaalcheques. Met ingang van 1 januari 1970 kunnen de boerenleenbanken aan privé- rekeninghouders een kredietfaciliteit verstrekken tot het bedrag van het maandsalaris dat op de privé rekening wordt bijgeschreven. De gewone creditsaldi in rekening-courant vertoonden met f 79 (106) miljoen een sterke groei. Dat deze groei iets minder is dan die van 1968, is vooral een gevolg van de geringere toeneming van deze tegoeden bij de centrale bank. Bij de boeren leenbanken had de gunstige financiële ontwikkeling bij de gemengde en de gespecialiseerde landbouw bedrijven en het groeiend aantal middenstands spaartegoed aantal rekeningen Grafiek 6 Ontwikkeling van het spaartegoed en van het aantal spaarrekeningen Indices 1960 100 300 200 100 1960 1965 1969 Bedrijfsresultaten bedrijven in de cliëntenkring een gunstige invloed op deze saldi. De direct opvraagbare deposito's, die worden aangehouden als tegenrekening voor reeds opgenomen maar nog niet geheel benodigde bouwleningen, namen in het verslagjaar toe met f 11 (55) miljoen. De sterke stijging van deze post in 1968 was het gevolg van de in dat jaar zeer sterk toegenomen verstrekkingen van woningbouw leningen. Deze zijn in 1969 op hetzelfde niveau gebleven. Tot de overige middelen rekenen wij verder nog enkele kleinere posten van de centrale instellingen. Deze stegen in het verslagjaar met f 11 (-9) miljoen. Alles bijeengenomen stegen de aan onze organisatie toevertrouwde middelen in het verslagjaar met f 985 (807) miljoen; in procenten van de beginstand uitgedrukt is dat een groei van 17,8 (17,1) procent. Het totaal voor de gehele organisatie kwam daardoor op f 6 504 (5 519) miljoen, waarvan f 6 254 (5 318) miljoen werd aangehouden bij de aangesloten boerenleenbanken. De beschreven ontwikkelingen leidden per saldo tot 25 een toeneming van het gecombineerde balanstotaal met f 998 (930) miljoen of 17 (19) procent. De rente- en provisiewinst steeg met 25 (20) procent aanzienlijk meer. Dit was geheel te danken aan het verhoogde rendement van de uitzettingen, zowel bij de aangesloten banken als bij de centrale instellingen. De stijging van de rentevoet had weliswaar ook tot gevolg dat de rentelasten relatief gezien toenamen, vooral door voortgaande verschuivingen naar de spaarvormen met de hoogste rente, maar de stijging van de rentebaten was per saldo toch groter dan die van de rente lasten. De genoemde stijging met 25 procent betekende een toeneming van de rente- en provisiewinst tot f 164 (131) miljoen. Absoluut gezien is deze toeneming groter dan die van de bedrijfskosten die, inclusief afschrijvingen, stegen met f 29 (22) miljoen tot f 115 (86) miljoen. In procenten is dat een toeneming met 33 (35) procent, die uitgaat boven de procentuele toeneming van het balanstotaal en ook boven die Grafiek 7 Jaarlijkse toeneming van middelen en uitzettingen middelen uitzettingen In miljoenen guldens, inclusief rente

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1969 | | pagina 20