tegen f 18 miljoen in het voorafgaande jaar. Het zijn vooral de coöperaties die
gefinancierd worden door de centrale bank, die een groter beroep hebben gedaan op
langlopend krediet van onze organisatie. In ons vorige jaarverslag hebben wij al
opgemerkt dat in de ontwikkeling van dit onderdeel van onze kredietverlening
incidentele verschuivingen in de financieringsschema's van enkele grote coöperaties
veel invloed kunnen hebben. Zo is de relatief sterke toeneming van de nieuwe
verstrekkingen in het verslagjaar voor een gedeelte veroorzaakt door een consolidatie
van in 1967 opgenomen rekening-courantkredieten. Ook bij de plaatselijke banken
namen coöperatieve instellingen meer nieuwe langlopende leningen op dan in het
voorgaande jaar.
In de voorschotverstrekking aan individuele landbouwbedrijven - de tuinders niet
meegerekend - trad een kleine stijging op. Het verstrekte bedrag was f 192 miljoen, te
vergelijken met f 180 miljoen in 1967; beide bedragen zijn genomen exclusief woning
financiering. Zij omvatten leningen verstrekt aan akkerbouwbedrijven, veehouderij
bedrijven en gemengde bedrijven, alsmede aan de voornamelijk in de akkerbouw
werkzame loonbedrijven. De geringe stijging van het verstrekte bedrag kan gezien
worden in samenhang met de eveneens slechts weinig gestegen investeringen in de
land- en tuinbouw als geheel, waarop wij in het hoofdstuk over de economische
ontwikkeling gewezen hebben. Een zekere terughoudendheid bij het aangaan van
nieuwe financiële verplichtingen is bij de landbouwers zeer wel te verklaren in verband
met de lage rentabiliteit waarmee velen van hen te kampen hebben en onder invloed
van de dikwijls met onzekerheid omgeven vraag of een opvolger bereid zal zijn het
bedrijf voort te zetten.
Overige geldnemers
Grafiek 9
Geconsolideerde
voorschot
verstrekkingen naar
beroep
(in miljoenen guldens)
Agrarische sector
Niet-agrarische bedrijven
De daling in het bedrag van de nieuwe verstrekkingen aan de tuinbouw, die zich in de
voorgaande drie jaren had voorgedaan, is in het verslagjaar tot staan gekomen. Het in
68
1968 verstrekte bedrag was f 85 miljoen, dit is 16 procent meer dan het bedrag van
f 73 miljoen dat in 1967 in deze sector werd uitgeleend. De leningen betreffen in
meerderheid de teelt van groenten onder glas.
Onze boerenleenbanken verstrekten in het verslagjaar f 21 miljoen aan persoonlijke
leningen. In november 1967 ingevoerd, nam deze vorm van consumptieve financiering
in de eerste maanden van 1968 gestadig in omvang toe, om in de tweede helft van het
jaar geheel tot ontplooiing te komen. November vormde het hoogtepunt; wij menen
daarin de invloed van de BTW en mogelijk ook die van de consumptieve december-
feesten te onderkennen. In de maanden augustus-oktober, die als normaal beschouwd
zouden kunnen worden, bewoog het verstrekte bedrag zich tussen anderhalf en twee
miljoen gulden. Een derde van degenen die een persoonlijke lening opnamen deed dit
om de aankoop van een auto te financieren; andere duurzame gebruiksgoederen
vormden in de helft van de gevallen het doel van de financiering. Bij de resterende
twintig procent ging het in de meeste gevallen om de overbrugging van een periode
met hoge en onvoorziene kosten.
Op verreweg de meeste persoonlijke leningen worden de betalingen stipt voldaan.
Daarbij zijn degenen die versneld terugbetalen in de meerderheid ten opzichte van
degenen die de termijnen overschrijden. Gevallen van werkelijke wanbetaling hebben
zich nauwelijks voorgedaan. De sociale strekking van de persoonlijke leningen blijkt
ook uit de grootte van de opgenomen bedragen. Ofschoon het maximaal op te nemen
bedrag gesteld is op f 5000, ligt het gemiddelde van de werkelijk opgenomen bedragen
niet hoger dan f 2000.
In totaal verstrekten de kredietverlenende instellingen van onze organisatie in 1968
nieuwe vaste leningen tot een gezamenlijk bedrag van f 1150 miljoen. In vergelijking
met het in 1967 verstrekte bedrag ad f 720 miljoen is dat een buitengewoon sterke
toeneming, waarvan ongeveer de helft kan worden toegeschreven aan factoren die in
1969 hun uitwerking niet meer zullen doen gevoelen alsmede aan incidenteel hoge
verstrekkingen door de centrale bank. Het jaar 1969 zal in dit opzicht naar onze
verwachting een rustiger ontwikkeling van de kredietvraag te zien geven. Indien deze
verwachting niet zou uitkomen, zouden wij ons door de maatregelen van de
Nederlandsche Bank gedwongen zien om beperkingen aan te brengen in bepaalde
onderdelen van ons kredietbedrijf.
Tegenover de verstrekking van nieuwe leningen ad f 1150 miljoen kwamen aflossingen
binnen tot een bedrag van f 463 miljoen. Daarin is een bedrag van f 401 miljoen
begrepen, dat door de plaatselijke banken is ontvangen. In verhouding tot de
beginstand van de uitstaande leningen betekent dit een gemiddelde aflossing van
17,7 procent. Hierin komt een toeneming tot uiting ten opzichte van het voorgaande
jaar, toen 16,0 procent werd afgelost.
De nieuwe verstrekkingen ad f 1150 miljoen, verminderd met de ontvangen aflossingen
ten bedrage van f 463 miljoen, leidden tot een uitbreiding van de uitstaande voor
schotten met f 687 miljoen. Tot dan toe was het hoogste stijgingsbedrag geboekt in
1964; het bedroeg toen f 390 miljoen.
Kredieten in In tegenstelling tot de kredietverlening in de vorm van vaste leningen, gaf het krediet
rekening-courant in rekening-courant een rustige ontwikkeling te zien. De uitstaande kredieten stegen
69