Grafiek 8
Voorschot
verstrekkingen door
boerenleenbanken en
Boeren-
Hypotheekbank
(in miljoenen guldens)
140
1968
1967
120
100
De oorzaken van deze opvallende ontwikkeling moeten ten minste voor een gedeelte
gezocht worden in factoren waarvan de werking zich tot het jaar 1968 beperkte,
aangezien de vraag naar leningen in januari 1969 terugging naar het peil van het tweede
en derde kwartaal 1968. Het ligt voor de hand dat de aankondiging van de BTW ook
hier invloed heeft gehad. Onze ervaring wettigt het vermoeden dat velen - terecht of
ten onrechte - een forse stijging van de bouwprijzen na 1 januari 1969 vreesden en
getracht hebben nog voor die datum hun plannen te realiseren.
Behalve de bouw is ook de aankoop van onroerend goed daardoor in de laatste
maanden van 1968 gestimuleerd. Eenzelfde reactie konden wij bespeuren op het
gebied van de aankoop van duurzame goederen, gefinancierd met persoonlijke leningen,
al waren de bedragen daarbij vanzelfsprekend veel kleiner.
Een volgende duidelijke vingerwijzing naar de oorzaken van de hoge kredietvraag
geeft de bestemming van de nieuw verstrekte leningen. De toeneming van de ver
strekkingen ging grotendeels buiten de agrarische sector om. Het was vooral de
behoefte aan woningfinanciering, die aan de stijging van de kredietvraag ten grondslag
lag. De uitbreiding van de subsidieregelingen voor de particuliere woningbouw, die op
1 januari 1968 van kracht werd, zal daaraan stellig niet vreemd zijn geweest. Het is
aannemelijk dat deze de particuliere bouw begunstigende maatregel in de loop van het
jaar in toenemende mate effect heeft gesorteerd; men ziet dit in de ontwikkeling van de
leningverstrekkingen in het tweede en het derde kwartaal. Het totale bedrag van
nieuwe leningen ten behoeve van de woningbouw kwam in het jaar als geheel op
f 509 miljoen, te vergelijken met f 259 miljoen in het voorgaande jaar.
66
Tabel 9
Voorschotverlening
in 1968 naar
bestemming
Bedragen in miljoenen guldens
Bedrijfs- Wo- Schuld- Di- Totaal Pro-
doel- ningen aflossing versen1 cent
einden
Landbouw
Tuinbouw
Agrarische rechtspersonen
Agrarische sector
Niet-agrarische bedrijven
Totaal bedrijven
Overige groepen
116 12 22 54 204 18
56 8 8 21 93 8
66 2 1 69 6
238 20 32 76 366 32
137 51 14 28 230 20
375 71 46 104 596 52
31 438 17 68 554 48
Totaal 406 509 63 172 1 150 100
Procent 36 44 5 15 100
'Grotendeels combinaties van de genoemde doeleinden
Zoals in tabel 9 is weergegeven, bevat het genoemde bedrag aan woningfinanciering
ook leningen die met dit doel zijn verstrekt aan landbouwers en tuinders of aan
middenstanders. Het merendeel was echter bestemd voor anderen, voornamelijk
werknemers. Daaronder zijn mede begrepen de leningen die bij wijze van tophypotheek
zijn verschaft aan houders van privérekeningen.
Naast de woningfinanciering toonde ook de kredietverlening aan ondernemers in
handel en industrie een toeneming, die naar verhouding ongeveer even krachtig was.
Indien wij de financiering van woningen van deze ondernemers in dit verband niet
meetellen, kunnen wij het aan niet-agrarische bedrijven verstrekte bedrag op f 179
miljoen stellen, te vergelijken met een bedrag van f 126 miljoen in 1967. De toeneming
die hierin naar voren komt schrijven wij hoofdzakelijk toe aan de verruiming van de
kredietmogelijkheden voor middenstanders, die weliswaar enige jaren geleden is
ingevoerd, maar die pas in het afgelopen jaar volledig tot haar recht kon komen
vanwege de opheffing van de kredietbeperking.
In de cijfers die in tabel 9 voorkomen met betrekking tot niet-agrarische bedrijven, is
een bedrag van f 40 miljoen opgenomen, dat door de centrale bank is verstrekt aan
ondernemingen die niet tot het midden- en kleinbedrijf gerekend kunnen worden.
De agrarische sector blijft de grootste kredietnemer zowel in het geheel van onze
organisatie als bij elk van de onderdelen. Indien wij ook hier weer de leningen in
verband met de bouw en de aankoop van woningen buiten beschouwing laten, kunnen
wij constateren dat er in totaal een bedrag van f 346 miljoen aan kredietnemers in de
agrarische sector ter beschikking werd gesteld. Dit cijfer ligt belangrijk hoger dan dat
van 1967, toen er exclusief woningfinanciering f 271 miljoen aan de agrarische sector
werd verstrekt.
De stijging in de agrarische financiering komt hoofdzakelijk voor rekening van de
landbouwcoöperaties, die in het verslagjaar f 69 miljoen aan vaste leningen opnamen,
67