Coöperatieve Centrale Boerenleenbank
Gang van zaken Tengevolge van de krachtige toenoming van de uitzettingen hadden de boerenleen
banken in 1968 een aanzienlijk lager financieringsoverschot dan in het voorafgaande
jaar. Daardoor namen de tegoeden van de boerenleenbanken bij de centrale bank in
het verslagjaar minder toe, namelijk met f 112 (236) miljoen, inclusief de per het einde
van het jaar bijgeschreven rente. De kredietverlening van de centrale bank aan
boerenleenbanken die in hun werkgebied een sterke seizoenmatige vraag naar
kredieten ondervinden, is in het afgelopen jaar, evenals in de beide voorgaande jaren,
verder gedaald. Daartegenover stond echter de toeneming van kredieten die aan
boerenleenbanken zijn verstrekt ter ondersteuning van de ontwikkeling van nieuw
opgerichte kantoren. Aan het einde van het jaar beliep de totale kredietverlening aan
de aangesloten banken f 12 (8) miljoen.
De in de vorm van spaargelden toevertrouwde middelen daalden tot f 6 (13) miljoen
door de overdracht van de stichting spaarbank van ons bijkantoor Arnhem aan de ter
plaatse gevestigde boerenleenbank. De post deposito's nam toe met f 19 miljoen tot
f 52 miljoen en kwam daarmee weer op het peil van twee jaar tevoren. De onder
crediteuren verantwoorde middelen stegen in het verslagjaar met f 27 (6) miljoen tot
f 94 (67) miljoen. De opgenomen daggeldleningen stegen met f 78 (-62) miljoen tot
f 104 (26) miljoen.
Grafiek 5
Ontwikkeling van
enkele balansposten
bij de centrale bank
(in miljoenen guldens)
1000
800
600
400
200
1968
1967
1965
1966
1963
1964
1962
1960
1961
De middelentoeneming van de centrale bank werd voor een deel aangewend ter
versterking van de liquiditeitspositie van de organisatie. De portefeuille schatkist
papier en ander overheidspapier werd uitgebreid met f 104 (-66) miljoen. In de omvang
van de effectenportefeuille kwam, met een daling van f 5 (3) miljoen, evenals in 1967
weinig verandering. Ook de leningen op korte en middellange termijn aan de lagere
overheid veranderden per saldo slechts weinig. Ultimo 1968 beliepen zij te zamen f 238
26
(231) miljoen. De uitstaande leningen op lange termijn namen af met f 11 (+21) miljoen.
De post hypothecaire leningen vertoonde een toeneming van f 27 (3) miljoen tot f 81
(54) miljoen. De post debiteuren nam toe met f 80 (148) miljoen. Voor f 6 miljoen betreft
dit rekening-courantkredieten en voor f 70 miljoen vaste voorschotten. De resterende
f 4 miljoen heeft betrekking op diverse rekeningen.
Ultimo 1968 maakten de liquiditeiten 39,2 (32,6) procent uit van de toevertrouwde
middelen. Deze liquiditeiten zijn berekend volgens de richtlijnen van de Nederlandsche
Bank. Daarbij zijn de effecten voor tachtig procent van de beurswaarde meegerekend.
De binnen het jaar vervallende aflossingen op leningen aan de lagere overheid zijn
niet als liquiditeiten aangemerkt. Per balansdatum beliepen deze f 77 (86) miljoen.
In het najaar van 1968 trad onze bank toe tot het emissiesyndicaat dat leningen
verzorgt op het gebied van de openbare gezondheidszorg. In 1968 werd in dit kader
medewerking verleend aan plaatsing van een zestal obligatieleningen.
Bedrijfsresultaten Het bedrag van de rente- en provisiewinst van de centrale bank steeg in het verslag
jaar met 28,8 (7,9) procent tot f 37,1 (28,8) miljoen. Deze in vergelijking met 1967 sterke
toeneming is te danken aan het verbeterde rendement van de uitzettingen. Anderzijds
oefende de verhoging van de rentevergoeding aan de aangesloten banken een druk uit
op de toeneming van de rentewinst in dat jaar.
Nadat de stijging van de bedrijfskosten in 1967, mede door incidentele oorzaken, zeer
hoog was geweest, kon zij in het verslagjaar binnen engere grenzen worden gehouden.
Niettemin zijn de personeelskosten sterk gestegen in verband met de uitbreiding van
de dienstverlening aan de aangesloten banken op administratief en ander gebied. Aan
het einde van het jaar waren 804 personen in dienst van de centrale bank. De totale
bedrijfskosten stegen in het verslagjaar met 22 procent, te vergelijken met een stijging
van 33 procent (exclusief eenmalige kosten) in 1967.
De stijging van de post afschrijvingen houdt verband met een uitbreiding van ons
hoofdkantoor, waarvoor de besluiten in het verslagjaar zijn genomen. Tevens is hierin,
anders dan in 1967, de afschrijving op het verhuurde gedeelte van ons hoofdkantoor
begrepen.
Aan de effecten reserve en de voorziening voor bedrijfsrisico's werd, evenals in het
vorige jaar, respectievelijk f 2,5 en f 2,0 miljoen toegevoegd. Na aftrek van de voor
ziening voor belastingen beloopt de balanswinst f 2,7 (2,1) miljoen.
Kapitaal en reserves De toeneming van het geplaatste aandelenkapitaal tot f 76 (67) miljoen houdt verband
met de statutaire regelingen krachtens welke de deelneming van de boerenleenbanken
evenredig stijgt met hun balanstotaal. De som van het geplaatste aandelenkapitaal en
het aansprakelijkheidsfonds bedroeg per balansdatum f 152 miljoen. De verdeling van
de winst overeenkomstig het hierna opgenomen voorstel zal de kapitaalbasis van de
centrale bank op f 199 (176) miljoen brengen, waaronder f 47 (42) miljoen aan open
reserves.
De op 15 december 1967 door de raad van toezicht van de centrale bank benoemde
commissie van advies heeft haar werkzaamheden thans afgerond. Zij zal aan de
komende algemene vergadering een rapport uitbrengen over haar bevindingen bij het
onderzoek naar de mogelijkheid tot een verbeterde inspraak van de boerenleen-
Organisatorische
aspecten
27