Spaargelden Rekening-couranttegoeden Bankdeposito's Grafiek 3 Verdeling van de middelen van de aangesloten banken (mutaties per jaar in miljoenen guldens) Dienstverlening Het dienstbetoon van de boerenleenbanken is ook dit jaar weer sterk uitgebreid en verbeterd. Dit komt met name tot uiting op het gebied van het betalingsverkeer. In ons vorige jaarverslag spraken wij de verwachting uit dat de privérekeningen ondanks de grote kosten die ermee gepaard gaan, in de toekomst hun vruchten voor onze banken zouden gaan afwerpen. In het verslagjaar is die verwachting reeds in belangrijke mate uitgekomen. Een groot aantal van de woningbouwleningen en het overgrote deel van de rond 10 700 persoonlijke leningen die onze banken in het verslagjaar verstrekten werden opgenomen door houders van privérekeningen. Daarnaast maken deze cliënten in toenemende mate gebruik van de andere mogelijk heden die het uitgebreide dienstenpakket van onze banken biedt. Aan het einde van het jaar waren rond 100 000 betaalpassen op naam gesteld van cliënten van onze organisatie en kwamen per dag rond 6000 betaalcheques ter verwerking op de centrale bank binnen. Bedrijfsresultaten Grafiek 4 Cumulatieve mutaties van middelen en uitzettingen (inclusief rente; in miljoenen guldens) In navolging van enkele andere financiële instellingen in ons land hebben onze banken in het begin van 1969 de 'beleggingspolis van de 7' op de markt gebracht. In dit verzekeringsplan, dat gebaseerd is op belegging in aandelen, werken wij samen met de Centrale Raiffeisen-Bank en de Nederlandsche Middenstandsbank en met een viertal verzekeringsinstellingen: de Amev-groep, de Ago, de NedLIoyd en de Levens verzekeringmaatschappij BTL. De assurantiebemiddeling en de bemiddeling bij aan- en verkoop en bewaring van effecten vertoonden in 1968 een gunstige ontwikkeling. Ultimo 1968 waren rond 460 banken ingeschreven als agent van de gewestelijke verzekeringsinstellingen en waren 118 banken lid van de Bond voor den Geld- en Effectenhandel in de Provincie. De sterk gestegen belangstelling, ook van privérekeninghouders, voor de aankoop van deviezen en het afsluiten van reisverzekeringen is voor ons aanleiding geweest om onze dienstverlening op het gebied van het reisverkeer te vervolmaken. In de nabije toekomst zullen onze banken gestandaardiseerde reizen gaan verkopen in samen werking met gevestigde instellingen op dit gebied. Daarnaast is de mogelijkheid tot het opnemen van gelden van reisspaarboekjes in het verslagjaar belangrijk uitgebreid; behalve in Nederland, Duitsland en Oostenrijk, kan men thans ook in Zwitserland, België, Luxemburg en het noordoosten van Frankrijk geld opnemen van een reis- spaarboekje. De beschreven gang van zaken hield in dat de boerenleenbanken van de in het verslagjaar binnengekomen middelen 85 (62) procent weer zelf hebben uitgezet. In procenten van de beginstand stegen de uitzettingen met bijna 25 (15) en de middelen met ruim 17 (14) procent. Aan het einde van het jaar hadden de boerenleenbanken ruim 63 (59) procent van de hun toevertrouwde middelen uitgezet. 800 700 600 500 400 300 200 100 0 1967 1968 Deze sterke groei had een gunstige invloed op de rente-opbrengsten van de boeren leenbanken. Bovendien werd medio 1968 de rentevergoeding van de centrale bank over de bij haar aangehouden tegoeden verhoogd. Daartegenover stond echter dat de medio 1967 door een aantal boerenleenbanken ingevoerde renteverlaging voor uitzettingen gedurende het gehele jaar 1968 doorwerkte. De rentelasten stegen door het steeds groter worden van het aandeel van de termijntegoeden in de spaargelden. In het verslagjaar is er een wijziging gebracht in de berekeningswijze van de rentabili teit van de boerenleenbanken, in zoverre dat de rentelasten verhoogd zijn met 5 procent van de statutaire reserve. Om de rentabiliteitscijfers vergelijkbaar te maken Middelen Uitzettingen 18 19

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1968 | | pagina 18