Kerngegevens
Aan de algemene vergadering van de
Coöperatieve Centrale Boerenleenbank
Activa
Resultatenrekening
Geconsolideerde cijfers. Bedragen in duizenden guldens 1967 1968
Balanstotaal 5 007 900 5 937 700
Reserves 120 600 136 900
Spaartegoeden 3 978 300 4 474 800
Overige middelen 749 300 1 134 600
Schatkistpapier en overige uitzettingen op korte termijn 446 000 564 800
Effecten 523 200 537 300
Beleggingen op middellange en lange termijn 420 500 400 900
Hypothecaire leningen 2 306 500 2 855 700
Debiteuren 1 160 300 1 358 600
Afschrijvingen 17 600 20 500
Winst toegevoegd aan bestemmingsreserves 14 200 11 100
Onverdeeld winstsaldo 8 000 9 700
Aantal aangesloten banken 596 600
Aantal vestigingen 965 1 030
4
Hierbij brengen wij verslag uit over de gang van zaken bij de Coöperatieve Centrale
Boerenleenbank, de bij haar aangesloten boerenleenbanken, de nv Boeren-Hypotheek-
bank, en de nv Landbouwkredietverzekering 'Eindhoven'.
Tevens zijn hier opgenomen de jaarverslagen van de Stichting Garantiefonds voor
Land- en Tuinbouw en van het Onderling Waarborgfonds. Tegelijk met dit verslag
worden u toegezonden de jaarstukken van de nv Gemeenschappelijk Bankkantoor,
waarin wij samenwerken met de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank.
Aan het einde van dit verslag hebben wij een geconsolideerde balans en resultaten
rekening van aangesloten banken, Centrale Boerenleenbank en Boeren-Hypotheekbank
opgenomen, met een samenvattend overzicht van de ontwikkeling van de uitzettingen
en de middelen.
De algemene vergadering van 6 mei 1968 nam een besluit tot vaststelling van ge
wijzigde statuten van de nv Boeren-Hypotheekbank en van de nv Landbouwkrediet
verzekering 'Eindhoven'. Deze wijzigingen betroffen onder meer een aanpassing van de
bestuursstructuur van deze beide vennootschappen aan die van de centrale bank.
Inmiddels hebben deze aanpassingen hun beslag gekregen. Bijzonderheden hierover
zijn opgenomen in de hoofdstukken betreffende de Boeren-Hypotheekbank en de
Landbouwkredietverzekering 'Eindhoven'.
Een verdere reorganisatie, die beoogt de aangesloten banken meer inspraak te
verlenen in de organisatie van de centrale bank, zal in 1969 verwezenlijkt kunnen
worden indien de desbetreffende voorstellen door de algemene vergadering worden
aanvaard.
5