Dj ftjciil/ AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS Mijne heren, Hierbij hebben wij de eer u overeenkomstig artikel 24 van de statuten verslag uit te brengen over de gang van zaken in het afgelopen boekjaar en u mededeling te doen van de in 1967 behaalde resultaten, die tot uitdrukking komen in de verlies- en winstrekening over genoemd boekjaar en in de per 31 december opgemaakte balans. De vraag naar krediet nam toe, als gevolg waarvan het debiteurensaldo is gestegen ten opzichte van 1966. De financiering van het debiteurensaldo geschiedde, evenals dit de laatste jaren steeds het geval is geweest, grotendeels uit het krediet bij de beide Centrale Banken.* De omzet in rekening-courant nam toe; de relatiekring breidde zich uit. Ondanks een kleinere rentemarge en verder toegenomen kosten was het bedrijfsresultaat gunstiger dan in 1966. Na reservering van een bedrag groot 417.000,voor belasting, bedraagt de winst over 1967 488.992,33. Tezamen met de onverdeelde winst over 1966 ad 2.233,63 is derhalve beschik baar ƒ491.225,96. Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht. 2 laarwprdaa 1967 RAAD VAN COMMISSARISSEN In de Algemene Vergadering van 22 maart 1967 werd de heer C. G. A. Mertens, volgens rooster aan de beurt van aftreden, als lid van de Raad van Commissarissen herkozen. Ir. J. S. Keijser, die eveneens aan de beurt van aftreden was, stelde zich niet herkiesbaar in verband met de omstandigheid, dat hij wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd was afgetreden als directeur van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht. In deze vacature, alsmede in die ontstaan door het overlijden in 1966 van mr. Edm. Delhougne werd niet voorzien in verband met een besluit het aantal leden van de Raad van Commissarissen tot tien te beperken. Sedert de oprichting van onze N.V. maakte ir. J. S. Keijser deel uit van de Raad van Commis sarissen. Voor zijn waardevolle adviezen en de prettige wijze waarop hij steeds met ons heeft samengewerkt, zijn wij hem grote dank verschuldigd. Aan de beurt van aftreden zijn thans ir. J. B. G. M. Ridder de van der Schueren en jhr. mr. dr. O. F. A. H. van Nispen tot Pannerden. In deze vacatures dient te worden voorzien overeenkomstig artikel 15 van de statuten. DIRECTIE In de samenstelling van de directie kwam in het verslagjaar geen verandering. o 1 Postbus 221 SöOO MA EINDHOVEN

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1967 | | pagina 5