Gedurende het verslagjaar waren wij in tien gevallen genoodzaakt gebruik te maken van onze rechten als hypotheeknemer: tweemaal wegens faillissement van de debiteur, zevenmaal omdat rente en aflossing ondanks herhaalde aanmaningen niet werden voldaan en in het tiende geval omdat derden beslag hadden gelegd op het verbonden onroerend goed. In twee gevallen hebben wij onze vordering volledig uit de opbrengst van de executie kunnen verhalen, terwijl wij in een geval genoegen moesten nemen met enig verlies. In de overige zeven gevallen heeft de verkoop nog niet plaats gehad. Wij verwachten echter dat ook hier de opbrengst zodanig zal zijn dat daaruit onze vorderingen geheel kunnen worden geïnd. In het verslagjaar werden pandbrieven uitgegeven tot een bedrag van f 24 (18) miljoen met een looptijd van zes jaar. Op in voorgaande jaren geplaatste pandbrieven werd f3,8 (3,4) miljoen afgelost. De op onderhandse schuldbekentenis opgenomen leningen namen per saldo toe met f 22 (20) miljoen. Doordat de rente van de uitstaande hypotheken sterker steeg dan die van pandbrieven en onderhandse leningen kon de rentemarge stijgen van 0,542 in 1966 tot 0,592 in het verslagjaar. Deze rentemarge is berekend als het gemiddelde van de marge op de maandultimo's. De provisietarieven werden verlaagd. Na de voorzieningen voor belastingen ad f 714 438 (554 475) en bedrijfsrisico's ad f 300 000 (ongewijzigd) resteert een balanswinst van f 511 000 (329 000). Indien deze wordt verdeeld overeenkomstig het hierna opgenomen voorstel zullen de open reserves f 2,6 (2,1) miljoen bedragen. Het aandelenkapitaal bleef in het verslagjaar onveranderd. Wij zijn voornemens aan de algemene vergadering in 1968 een voorstel tot statuten wijziging voor te leggen teneinde de bestuursstructuur van onze vennootschap aan te passen bij die van de Centrale Boerenleenbank. Daarbij zal tevens een verhoging van het maatschappelijk kapitaal van onze vennootschap aan de orde worden gesteld. Het laat zich aanzien dat de uitbreiding van ons bedrijf eveneens een verhoging van het geplaatste kapitaal nodig zal maken. De algemene vergadering van 5 mei 1967 herkoos de heer E. J. M. Kolfschoten als commissaris van onze vennootschap. Tevens besloot zij de vervulling van de vacature in het bestuur van onze vennootschap uit te stellen tot na de aanpassing van de bestuursstructuur. 40 Tabel 3 Overzicht van de werkzaamheden in 1967 1 811 73 909 250 Vervallen 260 10 735 500 1 551 63 173 750 Per 31 december nog in behandeling 287 13 587 450 In 1967 verstrekte leningen 1 264 49 586 300 Op 1 januari stond uit 8 442 236 558 693 Totaal 9 706 286 144 993 udui ci y 11 ui yuiubiiü Aanvragen per 1 januari in behandeling Ingediend en in behandeling genomen 243 1 568 Bedrag 10 598 000 63 311 250 Aflossingen: Volledig afgelost 4 521 638 Gedeeltelijk afgelost 11 350 327 Per 31 december uitstaande leningen 11n dit bedrag is f 6 599 953 begrepen wegens onverplichte aflossingen 41

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1967 | | pagina 28