creditsaldi. Na een daling in 1966 heeft de groei van dit middelenoverschot zich dit jaar weer voortgezet. Verwacht mag worden dat dit ook in de toekomst het geval zal zijn, tengevolge van de gezinsrekeningen waarschijnlijk in versterkte mate. In totaal stegen de aan de boerenleenbanken toevertrouwde middelen, met inbegrip van bijgeschreven rente, met f 563 (407) miljoen. Daarmee overschreden zij het bedrag van f 4,5 miljard. Per saldo ontstond uit de gang van zaken bij de aangesloten banken een financie ringsoverschot van f 215 miljoen. Dit werd, overeenkomstig de statutaire bepalingen, nagenoeg geheel doorgegeven aan de centrale bank. In het samenvattend overzicht verderop in dit verslag wordt nader ingegaan op de oorzaken die aan dit hoge financieringsoverschot ten grondslag hebben gelegen. Dienstverlening De boerenleenbanken hadden ook in het verslagjaar een werkzaam aandeel in de grote activiteiten die de Nederlandse banken ontplooiden in de uitbreiding van het bancaire dienstbetoon. Op een groot aantal punten hebben zij hun dienstverlening uitgebreid en verbeterd. Op deze plaats worden de ontwikkelingen in het betalingsverkeer besproken. Aan het begin van het jaar werden in de verhouding tussen onze banken en hun cliënten de algemene bankvoorwaarden van kracht. Dit betekende een aanpassing aan de condities die de Nederlandse banken op dit punt reeds algemeen hanteerden. Grafiek 3 Verloop van kredieten en tegoeden in rekening-courant bij boerenleenbanken Gecumuleerde maan delijkse mutaties in miljoenen guldens i Tegoeden Tegoeden excl. gezinsrekeningen i Kredieten Toen wij in maart 1966 de gezinsrekeningen introduceerden vonden wij het, gezien de aard van dit type rekening, passend om daarop geen rente te vergoeden en anderzijds geen kosten aan de rekeninghouders in rekening te brengen. In september 1967 waren wij genoodzaakt dit standpunt te herzien en onze banken te adviseren ook op deze rekeningen rente te gaan vergoeden. Deze stap was noodzakelijk nadat andere banken 16 de rentevergoeding op dit soort rekeningen als propagandamiddel waren gaan gebruiken. Wij hebben voor deze rekeningen een rentevergoeding ingevoerd van 3y2 procent over het laagste saldo in de loop van een halve kalendermaand. Voor de overheid en het bedrijfsleven kan deze ontwikkeling van het betalingsverkeer in de persoonlijke sfeer, waardoor de mogelijkheid wordt geboden om salarissen op bankrekening betaalbaar te stellen, een belangrijke besparing betekenen. Voor de houders van gezinsrekeningen bij onze banken hebben wij gunstige mogelijk heden geopend tot het opnemen van persoonlijke leningen en aanvullende hypo thecaire leningen voor de woningfinanciering. Het resultaat van deze maatregelen is geweest, dat bij onze banken aan het einde van het verslagjaar reeds meer dan 65000 gezinsrekeningen waren geopend en dat het saldo daarop f 39 miljoen bedroeg. Wij zijn ons ervan bewust dat deze rekeningen veel extra werk voor de banken meebrengen, terwijl bovendien tegenover de lasten geen direct aanwijsbare opbrengsten staan. Niettemin verwachten wij dat de gezinsrekeningen in de toekomst ook voor de aangesloten banken zeker hun vruchten zullen afwerpen, gezien de ermee samen gaande uitbreiding van de cliëntenkring en de daarmee gepaard gaande mogelijkheden tot vergroting van de overige activiteiten van onze banken. In verband met deze ontwikkeling zal veel aandacht moeten worden besteed aan rationalisatie van het balieverkeer en van de administratie van onze banken. Het betalingsverkeer wordt ook gediend door de Bankgirocentrale, waarin wij samen werken met de Nederlandse Bankiersvereniging en de Coöperatieve Centrale Raif- feisen-Bank. De Bankgirocentrale zal de aan de deelnemende banken verstrekte betalingsopdrachten gaan verwerken. Daartoe is aan alle houders van bankrekeningen met een girokarakter een uit negen cijfers bestaand nummer voor hun rekening toegewezen. De samenwerkende banken hebben voorts besloten over te gaan tot de uitgifte van een betaalcheque, die in plaats van contant geld gebruikt kan worden voor het doen van betalingen. Al onmiddellijk bij de uitgifte van de eerste betaalcheques in november bleek hiervoor van de zijde van de rekeninghouders grote belangstelling te bestaan. Ook degenen die, volgens de bedoeling van het project, de cheques in betaling moeten accepteren, tonen zich gaarne bereid om aan deze vorm van financiële dienstverlening mee te werken. Ultimo 1967 waren 37 000 betaalpassen op naam van cliënten van onze organisatie gesteld. Dagelijks komen er 3500 betaalcheques ter verwerking bij de centrale bank binnen. Op het gebied van verzekeringen, effecten, deviezen en propaganda werden de activiteiten eveneens uitgebreid. Per 31 december van het verslagjaar waren ruim 400 aangesloten banken werkzaam als agent van de gewestelijke verzekerings instellingen. Op diezelfde datum waren 110 banken lid van de Bond voor den Geld- en Effectenhandel in de Provincie. De omzetten in het deviezenverkeer namen sterk toe. Bedrijfsresultaten De bovengeschetste ontwikkelingen hielden in, dat de aan onze aangesloten banken toevertrouwde middelen stegen met ruim 14 procent en de uitzettingen met bijna 15 procent. Het percentage van de toevertrouwde middelen dat de boerenleenbanken zelf hebben uitgezet bleef hierdoor nagenoeg gelijk op 60. De rentelasten werden in het verslagjaar sterk verhoogd doordat de hoogrentende tegoeden een steeds groter deel van de middelen zijn gaan uitmaken. Anderzijds stegen de rentebaten doordat de rentevergoeding aan de plaatselijke banken over de bij de centrale bank aangehouden tegoeden werd verhoogd in overeenstemming met de algemene ontwikkeling van het 17

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1967 | | pagina 16