VOORSTEL TOT WINSTVERDELING
Het beschikbare saldo bedraagt f 222 434
Wij stellen u voor dit saldo conform artikel 38
van de statuten aan te wenden als volgt:
10% toe te voegen aan de reserve f 22 243
een dividend van 6% uitte keren 60 000
82 243
Toe te voegen aan de reserve 140 191
Na aanneming van ons voorstel zal de reserve 596 418 bedragen.
Eindhoven, februari 1967
Het bestuur
Ir. J. B. G. M. Ridder de van der Schueren, waarnemend voorzitter
J. A. Bergmans
Prof. dr. C. F. Scheffer
Prof. mr. F. F. X. Cerutti
48
AAN DE AANDEELHOUDERS VAN DE
NV LANDBOUWKREDIETVERZEKERING 'EINDHOVEN'
Wij hebben de eer u te berichten, dat wij ter voldoening aan artikel 20 lid 2 der statuten
van de vennootschap het verslag, de balans en de verlies- en winstrekening met de toe
lichting en het voorstel tot winstverdeling hebben onderzocht.
Dit onderzoek hebben wij verricht aan de hand van het rapport van het accountantskan
toor 'Cremers en Camps' en van een directierapport. Op grond van ons vorengenoemd
onderzoek hebben wij de overtuiging gekregen, dat de balans per 31 december 1966, met
de bijbehorende verlies- en winstrekening, de juiste toestand van de vennootschap weer
geeft en dat de administratie nauwgezet wordt uitgevoerd.
Mede op grond van de hierna volgende verklaring van het accountantskantoor 'Cremers
en Camps' stellen wij u voor:
de balans en de verlies- en winstrekening onveranderd vast te stellen; de winst te verdelen
overeenkomstig de voorstellen van het bestuur; het bestuur te decharqeren voor ziin be
heer.
In de algemene vergadering van 12 mei 1966 werden in ons college herbenoemd de he
ren C. G. A. Mertens te Hout-Blerick en drs. B. N. M. van Schijndel te 's-Gravenhage. In
gevolge de daarvoor geldende rooster is thans aan de beurt van aftreden de heer ir. P. J.
Lardinois. Tot aanvulling van deze vacature zal gelegenheid worden gegeven.
In de evengenoemde algemene vergadering van 12 mei 1966 werd de heer prof. mr.
F. F. X. Cerutti, die aan de beurt was van aftreden, tot lid van het bestuur herkozen.
In verband met het overlijden van de heer mr. Edm. Delhougne, die tevens aan de beurt
van aftreden was, zou in een vacature van het bestuur dienen te worden voorzien. Terzake
hiervan zullen ter vergadering voorstellen worden gedaan.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 maart 1967.
De raad van commissarissen
C. G. A. Mertens, president
Ir. P. J. Lardinois, vice-president
A. T. Hettinga
L. P. M. de Kok
Drs. B. N. M. van Schijndel