nv Boeren-Hypotheekbank NV BOEREN-HYPOTHEEKBANK Raad van commissarissen C. G. A. Mertens, Hout-Blerick (1969), president J. W. van Tiggelen, Rucphen (1968) E. J. M. Kolfschoten, Leidschendam (1967) Bestuur Ir. J. B. G. M. Ridder de van der Schueren, Nijmegen (1970), waarnemend voorzitter J. A. Bergmans, Sevenum (1969) Prof. dr. C. F. Scheffer, Tilburg (1968) Prof. mr. F. F. X. Cerutti, Nijmegen (1971) Secretaris van het bestuur Mr. Ph. C. M. van Campen Administratrice Coöperatieve Centrale Boerenleenbank, Eindhoven Accountant Limperg, Dijker, Nijst Co. De Boeren-Hypotheekbank sloot in het ver slagjaar leningen af tot een bedrag van 64 (67) miljoen; zij ontving 13 (10) miljoen aan aflossingen. De uitstaande leningen na men derhalve toe met 51 (57) miljoen tot 236 (185) miljoen. De verlengingen van in voorgaande jaren gesloten leningen zijn niet in deze bedragen begrepen. In het laatste kwartaal van het verslagjaar heeft onze vennootschap een nieuw type lening ingevoerd in de vorm van een 'over nemingshypotheek', bestemd voor jonge ondernemers die een bedrijf willen overne men. Voor dit leningtype gelden gemakke lijker aflossingsverplichtingen, die van ge val tot geval worden aangepast bij de om standigheden van de kredietvrager. De loop tijd van deze leningen kan in de orde van grootte van 55 jaar liggen. Dit leningtype is bedoeld als aanvulling op de enige jaren geleden ingevoerde 'grondhypotheek', die uitsluitend kan worden aangewend voor de financiering van een bedrijf met veel grond. De looptijd van de grondhypotheek kan tot circa 70 jaar gaan. Van de in 1965 vervallen rente en aflossing was op de balansdatum nog één post ad 1000 achterstallig. Inmiddels is de beta ling binnengekomen. Van de in 1966 verval len rente was op de balansdatum nog 144 633 (132 posten) achterstallig. Op de zelfde datum was van de in 1966 verschul digde aflossingen nog 138 071 (147 pos ten) onbetaald. In een aantal gevallen heb ben wij uitstel van betaling verleend. De overige achterstanden beliepen op het mo ment dat dit verslag ter perse ging 70 727. Gedurende het verslagjaar hebben wij ne gen keer te maken gehad met gevallen waar in executie van onderpanden niet te voor komen was, driemaal wegens faillissement van de geldnemer en zesmaal omdat rente en aflossing ondanks herhaalde aanmanin gen niet werden betaald. In vier gevallen hebben wij onze vordering geheel uit de op brengst kunnen verhalen. In één geval moes ten wij genoegen nemen met een klein ver lies. In de andere vier gevallen was het on derpand nog niet verkocht op het ogenblik dat dit verslag ter perse ging. Wij verwach ten dat de opbrengst voldoende zal zijn voor volledige betaling van onze vorderingen. Onze vennootschap heeft in het verslagjaar pandbrieven geplaatst tot een bedrag van 18 (30) miljoen; de looptijd daarvan beliep circa zes jaar. De uitgifte van spaarbrieven werd in de loop van het verslagjaar ge staakt. Leningen op onderhandse schuld bekentenis werden opgenomen voor een be drag van 26 (59) miljoen. Gedurende het verslagjaar steeg de gemid delde rente van de uitstaande hypotheken sterker dan de gemiddelde rente op pand brieven en onderhandse leningen. In de stij ging van de hypotheekrente is een zekere inhaal verwerkt, die werd veroorzaakt door dat wij in het voorgaande jaar de hypo theekrente slechts vertraagd hadden aan gepast bij de rentestijging op de kapitaal markt. De rentemarge is na het dieptepunt einde 1965 in de loop van 1966 weer gaan toenemen. Berekend als gemiddelde van de maandultimo's bleef de rentemarge in 1966 met 0,542 procent ongeveer gelijk aan 1965 (0,547 procent). De provisiebaten namen toe ten gevolge van een verhoging van de ta rieven. De dienst schulden op lange termijn vergde aanzienlijk meer dan in het voorgaande jaar, toen wij, zoals in het vorige verslag is uit eengezet, het systeem van afschrijving op deze kosten hadden aangepast bij het nieu we fiscale afschrijvingssysteem.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1966 | | pagina 18