AAN DE BOERENLEENBANKEN AANGESLOTEN BIJ DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN Wij hebben de eer u te berichten, dat wij ter voldoening aan artikel 24 onder b der statu ten, het verslag, de balans met de verlies- en winstrekening en het voorstel ter bepaling van het dividend, bedoeld in artikel 46, hebben onderzocht. Het onderzoek van de balans met de verlies- en winstrekening werd op grond van artikel 26 lid 2 der statuten opge dragen aan een uit ons midden gevormde commissie van advies. Deze commissie bestond uit de heren: C. G. A. Mertens, L. P. M. de Kok, R. Hermus en ir. P. J. Lardinois. De commissie van advies rapporteerde ons d.d. 17 maart 1967 als volgt: Ter voldoening aan artikel 26 lid 2 der statuten hebben wij de balans met de verlies- en winstrekening over het afgelopen boekjaar 1966 onderzocht. Dit onderzoek hebben wij verricht aan de hand van het rapport van de door u aangewezen accountants Limperg, Dijker, Nijst Co., alsmede van een door de directie uitgebracht rapport. Op grond van ons voornoemd onderzoek, dat met volle medewerking van bestuur en directie plaats vond, hebben wij de overtuiging gekregen, dat de balans per 31 december 1966 met de bijbehorende verlies- en winstrekening de juiste toestand van de bank weergeven en dat de administratie met grote nauwkeurigheid wordt gevoerd'. Mede op grond van dit rapport stellen wij uw algemene vergadering voor ter decharge van het bestuur en van onszelve de balans per 31 december 1966, de verlies- en winstre kening, het dividendvoorstel en de andere daarbij behorende stukken goed te keuren. In de algemene vergadering van 12 mei 1966 werden tot lid van onze raad van toezicht herkozen de heren C. G. A. Mertens, ir. P. J. Lardinois, C. J. Biemond en A. Kuylaars. Dit jaar zijn volgens rooster aan de beurt van aftreden de heren A. T. Hettinga, E. J. M. Kolfschoten, R. Hermus en G. J. S. Smit. Voorts zal aftreden de heer A. Kuylaars wegens het bereiken van de statutaire leeftijdsgrens. Tot aanvulling van deze vacatures zal ge legenheid worden gegeven. Van de commissie van advies is aan de beurt van aftreden de heer L. P. M. de Kok. Aldus vastgesteld in de vergadering van 17 maart 1967. De raad van toezicht C. G. A. Mertens, president Ir. P. J. Lardinois, vice-president ACCOUNTANTSVERKLARING Ondergetekenden verklaren, dat zij de in dit verslag opgenomen jaarrekening 1966 van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank hebben gekontroleerd en accoord bevonden Eindhoven, 3 maart 1967 Limperg, Dijker, Nijst Co.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1966 | | pagina 17