ties. Hierdoor geldt nu in het grootste deel van het land
een gelijkvormige regeling. Er blijkt steeds meer vraag
te zijn naar kredieten voor de financiering van de ver-
edelingsproduktie, niet alleen voor de mesterij van var
kens, kalveren en kuikens, maar ook voor de opfok van
leghennen. In de desbetreffende contracten voor de
afzet en voor de aankoop van voer is reeds jaren een
ontwikkeling waar te nemen in de richting van een meer
geïntegreerd verloop van het gehele produktieproces
in de opeenvolgende stadia van de bedrijfskolom. Wij
zien daarin grote mogelijkheden ten behoeve van de in
komensvorming van de betrokken landbouwers en ach
ten het een taak van de boerenleenbank om door een
aangepaste kredietverlening eraan mee te werken dat
de contractproduktie verder tot ontwikkeling komt.
Beleggingen
Het beleggingsbeleid werd beïnvloed door het streven
tot verbetering van het rendement, met het oog op het
duurder worden van de middelen en de stijging van de
bedrijfskosten. In verband met de richtlijnen van de
Nederlandsche Bank zijn de beleggingen slechts in be
perkte mate uitgebreid. Dit betekende dat voorrang kon
worden gegeven aan de financiering op middellange en
lange termijn van cliënten in de agrarische sector en
daarbuiten. Het streven naar rendementsverbetering
komt onder meer tot uiting in verschuivingen die zijn
opgetreden binnen de beleggingsportefeuille van de
centrale bank, met name van de effectenportefeuille
naar de leningen aan de overheid op middellange en
lange termijn.
Het effectenbezit van de gehele organisatie verminder
de met 41 miljoen tot 513 miljoen. De pandbrieven
en onderhandse leningen ten laste van de Boeren-
Hypotheekbank, voorzover die in het bezit zijn van de
plaatselijke banken en van de centrale bank, zijn als
gevolg van de consolidatie van de cijfers niet in deze
bedragen begrepen. De leningen op middellange en
lange termijn aan de overheid en aan semi-overheids-
lichamen namen toe met f 56 miljoen tot 333 miljoen.
Deze verschuivingen hadden per saldo tot gevolg dat
de totale beleggingen een stijging ondergingen met
f 15 miljoen tot 846 miljoen.
Middelen
Onder de middelen die aan onze landbouwkredietorga
nisatie zijn toevertrouwd blijven de gelden met spaar-
karakter verreweg het grootste deel uitmaken. In de
loop van de jaren is een uitgebreid scala van spaar- en
beleggingsvormen ontstaan, die hun gemeenschappe
lijk kenmerk hierin hebben, dat de gelden in eerste in
stantie bij de plaatselijke bank binnenkomen, ook waar
het betreft de aankoop van beleggingspapier dat door
de Boeren-Hypotheekbank wordt uitgegeven. Naar de
omvang van de ingelegde gelden is en blijft de gewone
spaarrekening, met direct opvraagbare tegoeden, het
belangrijkste. Daarnaast kan de cliënt kiezen uit een
aantal spaarrekeningen met beperkte opvraagbaarheid
en hogere rente. Al deze rekeningen worden geadmi
nistreerd in de stichting spaarbank, die aan elke boe
renleenbank verbonden is. Ook buiten de stichting
spaarbank kan men bij de boerenleenbank termijnreke
ningen openen om grotere bedragen te deponeren. In
het afgelopen jaar is daarvan opvallend veel gebruik
gemaakt. Het voordeel voor de cliënt is dat hij dan niet
gebonden is aan de standaardtypen van de stichting
spaarbank, maar opzegvoorwaarden kan overeenko
men die met zijn behoeften in overeenstemming zijn.
Enige boerenleenbanken geven voorts depositobrie-
ven uit met een looptijd van 13 jaar, die evenwel perio
diek verzilverbaar zijn met tussenpozen van drie jaar.
De voorwaarden van deze brieven zijn gelijk aan die
van de spaarbrieven, welke uitgegeven worden door de
Boeren-Hypotheekbank en ook bij de overige boeren
leenbanken verkrijgbaar zijn. Na ommekomst van de
looptijd van 13 jaar wordt het gestorte bedrag verdub
beld terugbetaald. Ten slotte zijn bij de boerenleen
banken eveneens de pandbrieven van de Boeren-Hypo
theekbank verkrijgbaar. Deze vormen als specifiek ka
pitaalmarktpapier het sluitstuk in de reeks spaar- en
beleggingsvormen. In het afgelopen jaar kon de spaar
der met gebruikmaking van deze vormen kiezen uit be
leggingen met rentetarieven variërend van 3%% tot 6%.
Deze via de boerenleenbanken lopende spaarmoge-
lijkheden brachten in 1965 per saldo 377 miljoen bin
nen met inbegrip van rente, waardoor het aldus opge
nomen bedrag aan het einde van het jaar steeg tot
88
f 3198 miljoen. In procenten van de beginstand uitge
drukt beliep de stijging 13,4%.
In dit geheel vertoonden de direct opvraagbare spaar
tegoeden met 10,5% een normale groei. In bedragen
uitgedrukt was de toeneming van deze tegoeden verre
weg het grootst. Zij stegen met f 220 miljoen tot 2315
miljoen. Deze eenvoudige spaarvorm geniet nog steeds
de voorkeur van de meeste spaarders, ondanks de
propaganda voor hoger rentende rekeningen. Het be
hoeft geen betoog, dat de grote aantrekkelijkheid van
de gewone spaarrekening, behalve in haar eenvoud,
vooral gelegen is in de onbeperkte liquiditeit die zij
biedt.
Wat de termijnspaarrekeningen betreft waren de spaar-
vormen met de hoogste rentetypen sterk in trek, vooral
de jaardeposito's, en ook de termijnrekeningen buiten
de stichting spaarbank. Van de tussenliggende spaar-
vormen kan niet gezegd worden dat zij de bijzondere
belangstelling van de spaarders hebben getrokken. In
voorgaande jaren was dat anders, maar de ontwikke
ling in 1965 geeft de indruk dat enerzijds de massa van
de spaarders bij de gewone direct opvraagbare reke
ning is gebleven, terwijl anderzijds een kleine groep
met betrekkelijk hoge besparingen vooral oog had voor
hoge rentetypen en bereid was het daarmee gepaard
gaande verlies aan liquiditeit op de koop toe te nemen.
De tegoeden op termijnrekeningen namen toe met
20,7% van 703 miljoen tot 849 miljoen.
Tot de spaarmogelijkheden van het hoogste rentetype,
die bij de boerenleenbanken openstaan, kunnen ook
worden gerekend de spaarbrieven en pandbrieven van
de Boeren-Hypotheekbank, voorzover deze bij derden
worden geplaatst. Met inbegrip van de door deze instel
ling bij derden opgenomen onderhandse leningen werd
hiermee in het verslagjaar een bedrag verkregen van
f 33 miljoen.
Intussen is de concurrentie om de spaargulden in de
laatste maanden van het verslagjaar en in de eerste
maanden van het lopende jaar weer scherper gewor
den. Wij achten het niet onbedenkelijk dat er ten ge
volge van die concurrentie een zekere verwatering van
de eisen met betrekking tot de opzegtermijn valt waar
te nemen. Als die beweging eenmaal in gang is kan
geen enkele spaarinstelling zich eraan onttrekken. Het
geheel van de spaarmarkt biedt een onrustig beeld. De
ervaring leert dat dit op de duur niet bevorderlijk is
voor het sparen.
Anderzijds kan het hoge renteniveau in zekere zin ge
zien worden als de prijs die de spaarinstellingen moe
ten betalen voor de inflatie, waaraan zij overigens part
noch deel hebben. Het is te hopen dat de kapitaalmarkt,
en met haar de spaarmarkt, in het verdere verloop van
het jaar tot rust zal komen. Alles wijst erop dat de stij
ging van de rentevoet voor een flink deel structurele
oorzaken heeft; de gewenste rust zal dan ook wel op
een historisch hoog renteniveau tot stand komen.
Tot de toevertrouwde gelden waaraan geen spaar-
karakter kan worden toegekend behoren de deposito's
en leningen die worden opgenomen door de centrale
instellingen. Het bedrag daarvan is in 1965 gedaald
met 61 miljoen. Daarentegen gaf de post Crediteuren,
hoofdzakelijk bestaande uit creditsaldi in rekening
courant bij plaatselijke banken en centrale bank, een
stijging te zien met f 79 miljoen.
89