Voorstel tot winstverdeling Wij stellen U voor de behaalde winst ad 225 379 overeenkomstig artikel 38 der statuten te verdelen als volgt: 10% voor de reserve 22 538 6% dividend op 10 000 000 aandelen (10% gestort) 60 000 82 538 en het restant ad 142 841 toe te voegen aan de reserve. Na aanneming van ons voorstel zal de reserve 424 067 bedragen. Eindhoven, februari 1966. Het bestuur Mr. Edm. Delhougne, voorzitter Ir. J. B. G. M. Ridder de van der Schueren, ondervoorzitter J. A. Bergmans Prof. dr. C. F. Scheffer Prof. mr. F. F. X. Cerutti 72 Aan de aandeelhouders van de nv Landbouwkredietverzekering 'Eindhoven' Wij hebben de eer U te berichten, dat wij ter voldoening aan artikel 20 lid 2 der statu ten van de vennootschap het verslag, de balans en de verlies- en winstrekening met de toelichting en het voorstel tot winstverdeling hebben onderzocht. Dit onderzoek hebben wij verricht aan de hand van het rapport van het accountants kantoor Cremers en Camps en van een directierapport. Op grond van ons vorengenoemd onderzoek hebben wij de overtuiging gekregen, dat de balans per 31 december 1965, met de bijbehorende verlies- en winstrekening, de juiste toestand van de vennootschap weergeeft en dat de administratie nauwgezet wordt gevoerd. Mede op grond van de hierna volgende verklaring van het accountantskantoor Cremers en Camps, stellen wij U voor: de balans en de verlies- en winstrekening onveranderd vast te stellen, de winst te verdelen overeenkomstig de voorstellen van het bestuur, het bestuur te déchargeren voor zijn beheer. In de algemene vergadering van 6 mei 1965 werden in ons college herbenoemd de heren A. T. Hettinga te Jelsum en L. P. M. de Kok te Loosduinen. Voorts werd benoemd in de plaats van de heer Jos. Zegers te Schayk, die in verband met de daar voor gestelde leeftijdsgrens moest aftreden, de heer ir. P. J. Lardinois te Eindhoven. Ingevolge de daarvoor geldende rooster zijn thans aan de beurt van aftreden de heren C. G. A. Mertens en drs. B N. M. van Schijndel. Tot aanvulling van deze vacatures zal gelegenheid worden gegeven. In de evengenoemde algemene vergadering van 6 mei 1965 werd de heer ir. J. B. G. M. Ridder de van der Schueren, die aan de beurt was van aftreden, tot lid van het bestuur herkozen. Thans is aan de beurt van aftreden de heer prof. mr. F. F. X. Cerutti. Tot aanvulling van deze vacature zal gelegenheid worden gegeven. Aldus vastgesteld in de vergadering van 17 maart 1966. De raad van commissarissen C. G. A. Mertens, president Ir. P. J. Lardinois, vice-president A. T. Hettinga L. P. M. de Kok Drs. B. N. M. van Schijndel 73

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1965 | | pagina 38