f 7,6 miljoen. Ook de voorziening inzake pensioenrege lingen en de afschrijving op gebouwen en inventaris gaven een stijging te zien. De verschuiving in de beleg gingen, waarover hiervoor werd gesproken, bracht door afstoting van obligaties een boekverlies van 1,1 mil joen mee, dat ten laste van de resultatenrekening werd gebracht. De gebruikelijke toevoegingen aan bestemmingsreser ves en voorzieningen waren vrijwel gelijk aan die welke wij in het voorgaande jaar toepasten; zij be liepen samen 9,1 (8,9) miljoen, waarvan 4,1 (3,9) miljoen voor belastingen over de winst van 1965. De desbetreffende bedragen zijn alle opgenomen in de resultatenrekening. Na aftrek hiervan resteert voor 1965 een winst van f 1,5 (1,6) miljoen. Kapitaal en reserves De algemene vergadering van 6 mei 1965 besloot het Tegoeden van plaatselijke banken bij de centrale bank in 1964 en 1965 (Verminderd met de bij de centrale bank opgenomen gelden) 28 aandelenkapitaal van de Centrale Boerenleenbank te verhogen en tevens wijziging te brengen in de aanspra kelijkheidsregeling. Aan het einde van het voorgaande boekjaar bedroeg het aandelenkapitaal 21 miljoen, waarvan 10% was gestort. Krachtens de statuten bracht het bezit van een aandeel een extra-aansprakelijkheid mee van twee maal het nominale bedrag. Het bedrag van kapitaal en aansprakelijkheidsfonds te zamen beliep derhalve f 63 miljoen. Ingevolge de besluiten van de algemene vergadering is het aandelenkapitaal uitgebreid tot f 52 miljoen, maar tegelijk is de extra-aansprakelijkheid per aandeel teruggebracht tot eenmaal het nominale be drag. De som van kapitaal en aansprakelijkheidsfonds is daarmee verhoogd tot 104 miljoen. Indien de winst verdeeld wordt overeenkomstig het hierna volgende voorstel, zal de totale kapitaalbasis van de centrale bank, met inbegrip van het aansprake lijkheidsfonds, f 137,3 miljoen bedragen, te vergelijken met 90,8 miljoen aan het einde van het vorige boek jaar. De daarin begrepen open reserves van de centrale bank belopen alsdan 33,3 (27,8) miljoen, waarbij an ders dan in voorgaande jaren met de voorziening voor nieuwbouw geen rekening is gehouden. Bestuur In de algemene vergadering van 6 mei 1965 werd het aftredend lid van het bestuur, ir. J. B. G. M. Ridder de van der Schueren, herkozen. Thans is prof. mr. F. F. X. Cerutti aan de beurt van af treden. Tot aanvulling van deze vacature zal gelegen heid worden gegeven. Raad van toezicht In de algemene vergadering werden de aftredende leden van de raad van toezicht, de heren N. Huyts, L. P. M. de Kok en C. J. F. Oomen, herkozen. De heren ir. P J. Lardinois en G. J. S. Smit werden gekozen in de vacatures ontstaan door het aftreden van de heren Jos. Zegers, die de statutaire leeftijdsgrens had bereikt, en dr. C. N. M. Kortmann, die tussentijds aftrad. Inmid dels heeft de raad van toezicht de heer Lardinois be noemd tot vice-president. Thans zijn aan de beurt van aftreden de heren C. G. A. Mertens, C. J. Biemond, A. Kuylaars en ir. P. J. Lardinois. Tot aanvulling van deze vacatures zal gelegenheid worden gegeven. Gaarne zeggen wij de heren Zegers en Kortmann dank voor hetgeen zij gedurende vele jaren als lid van de raad van toezicht tot de ontwikkeling van onze land bouwkredietorganisatie hebben bijgedragen. Directie Op 31 december 1965 trad mr. F. J. F. Claessens af als directeur wegens het bereiken van de pensioengerech tigde leeftijd. Over zijn verdiensten wordt in de aan vang van dit verslag gesproken. Per 1 januari 1966 werd drs. G. A. A. van der Linden benoemd tot onderdirec teur. De heer Van der Linden behoudt daarbij de leiding van de inspectiedienst. Juridische afdeling Met ingang van 1 juni 1965 is mr. H. C. J. Ie Loux, tot dan toe hoofd van de juridische afdeling, belast met de taak de directie te adviseren inzake juridische vraag stukken die bijzondere studie vereisen. De leiding van de juridische afdeling is opgedragen aan mr. C. J. B Ebeling. Nieuwbouw De bijzonder slechte zomer van het jaar 1965 is niet gunstig geweest voor de vordering van de nieuwbouw. Desondanks verwachten wij nog in de loop van het jaar 1966 een groot gedeelte van de bouw in gebruik te kunnen nemen. Spraken wij in ons vorig jaarverslag de hoop uit, dat de officiële opening in 1966 zou kunnen plaatsvinden, thans verwachten wij dat omstreeks maart 1967 het gebouw geheel betrokken zal zijn, waarna de officiële opening zal kunnen plaatsvinden. Automatisering In het najaar van 1965 zijn wij ertoe overgegaan de spaarbankadministratie van een tiental boerenleenban ken met inschakeling van onze computer te automati- 29

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1965 | | pagina 16