Coöperatieve Centrale Boerenleenbank
Gang van zaken
Anders dan in 1964 deden de plaatselijke banken per
saldo een middelenoverschot van 133 4) miljoen
naar de centrale bank vloeien. Dit herstel van normale
verhoudingen kwam tot uiting enerzijds in een toene
ming met 121 (21) miljoen van de tegoeden van de
plaatselijke banken bij de centrale bank; het uitte zich
anderzijds in een vermindering van het door plaatselijke
banken bij ons opgenomen krediet met 12 25) mil
joen. Weliswaar gaf het door de plaatselijke banken
opgenomen krediet in de eerste maanden van het jaar
nog een stijging te zien; deze werd echter grotendeels
veroorzaakt door seizoenbehoeften en verkeerde na
het einde van april in een daling, waardoor het uit
staande bedrag per 31 december lager uitkwam dan
een jaar tevoren.
Behalve door de toestroming van gelden van de plaat
selijke banken namen onze middelen toe door de stij
ging van de post crediteuren met 44 (60) miljoen. In
het verslagjaar is een groot deel van de in het voor
gaande jaar aangetrokken deposito's komen te verval
len, waardoor de desbetreffende post daalde met 82
95) miljoen.
Het onder debiteuren verantwoorde bedrag steeg in het
verslagjaar met 50 (123) miljoen en kwam daarmee
aan het einde van het jaar op 482 (432) miljoen.
Ongeveer de helft van deze stijging had betrekking op
kredieten in rekening-courant en vaste voorschotten
aan de economische instellingen in de agrarische
sector. Een belangrijke stijging deed zich voor in de
financiering van de centrale aan- en verkoopcoöpera
ties. Deze zagen hun kredietbehoefte toenemen door
de sterk verhoogde produktie van veevoer voor de
mesterij en door de grotere graanopslag. Het overige
deel betreft hoofdzakelijk leningen aan de Boeren-
Hypotheekbank.
De beleggingen op middellange en lange termijn wer
den uitgebreid met 56 11) miljoen. Het waren
hoofdzakelijk leningen aan gemeenten en andere over
heidslichamen, die in dit jaar een toeneming te zien
gaven. De effectenportefeuille verminderde daaren
tegen met 30 (6) miljoen. Deze verschuiving in de
beleggingen is aan de rentabiliteit ten goede gekomen.
De portefeuille schatkistpapier en ander overheidspa-
pier is uitgebreid met 54 13) miljoen. De daling
met f 35 60) miljoen in de post kas, kassiers en dag
geldleningen heeft vrijwel uitsluitend betrekking op
daggeldleningen. Zij staat in verband met de verminde
ring van de deposito's vermeld onder de passiva.
De liquiditeiten van de Centrale Boerenleenbank, bere
kend volgens de richtlijnen van de Nederlandsche Bank,
beliepen aan het einde van het jaar 37,9% van de toe
vertrouwde middelen, te vergelijken met 46,8% een jaar
tevoren. Bij deze berekening zijn de effecten voor 80%
van de beurswaarde tot de liquiditeiten gerekend. De
binnen het jaar vervallende aflossingen op leningen aan
de lagere overheid zijn hierin niet meegerekend. Het
bedrag daarvan beliep aan het einde van het verslag
jaar 19 (16) miljoen.
In het begin van het verslagjaar zijn wij met de aandeel
houders van het effectenkantoor nv Schretlen Co te
Amsterdam tot overeenstemming gekomen inzake over
neming van de aandelen. In de werkwijze van dit kantoor
is geen wijziging gekomen, met dien verstande dat de
bij ons aangesloten banken met een omvangrijk effec
tenverkeer thans rechtstreeks contact kunnen opnemen
met de nv Schretlen. De langs deze weg tot stand ge
komen transacties van boerenleenbanken worden ech
ter, evenals alle andere effectentransacties, via ons af
gewikkeld. De overgenomen aandelen zijn in de balans
verantwoord onder de deelnemingen.
Bedrijfsresultaat
De stijging van de rentevoet had tot gevolg dat zowel
de rentebaten als de rentelasten, beide uitgedrukt in
percenten van het balanstotaal, toenamen. De rente
baten stegen tot 3,90 (3,83)% van de gemiddelde ba
lanstelling, terwijl de rentelasten toenamen tot 2,88
(2,86)% De rentemarge kon derhalve verbeteren tot
1,02 (0,97)%. Ook de provisiemarge toonde een verbe
tering. Het bedrag van de rente- en provisiewinst steeg
met 15,5% tot f 20,0 (17,3) miljoen.
Tegenover de verbetering van het netto-rendement
stond een stijging van de bedrijfskosten met 19,7% tot
27