Do bedrijfswinst na afschrijving en na de voorziening inzake pensioenregelingen steeg tot 10,5(9,5) mil joen. Na aftrek van vennootschapsbelasting bedroeg de bedrijfswinst 6,6 (5,5) miljoen. Voorts zijn de gebruikelijke voorzieningen ten laste van de resultatenrekening gebracht. Krachtens de statuten werd f 122 000 toegevoegd aan de gemeenschappelijke reserve. Aan het ontwikkelingsfonds voor boerenleen banken, dat in voorgaande jaren onder de naam steun fonds voorkwam, werd evenals in 1963 350 000 toege voegd. Met de naamsverandering hebben wij tot uit drukking willen brengen, dat met dit fonds wordt be oogd boerenleenbanken, die door rentabiliteitsmoeilijk- heden in hun ontwikkeling worden belemmerd, tege moet te komen in de financiering van bijzondere in vesteringen. Voorts werd 1,5 miljoen toegevoegd aan de cffectenreserve, 2 miljoen aan de bouwreserve en 1 miljoen aan de voorziening voor bedrijfsrisico's. Na toepassing van de voorzieningen sluit de resultaten rekening over 1964 met een winst van 1,6 miljoen. Voor de bestemming van de winst worden hierna de nodige voorstellen gedaan. KAPITAAL EN RESERVES De toeneming van het geplaatste aandelenkapitaal houdt verband met de uitgifte van nieuwe aandelen aan enige aangesloten banken, krachtens de desbetreffen de statutaire bepalingen. Indien de winst verdeeld wordt overeenkomstig het hierna volgende voorstel, zal de totale kapitaalbasis van de centrale bank, met inbegrip van het aansprake lijkheidsfonds, 98 miljoen bedragen, te vergelijken met 93 miljoen aan het einde van het vorige boekjaar. ORGANISATIE bestuur raad van toezicht directie in de algemene vergadering van 6 mei 1964 werd het aftredend lid van het bestuur, de heer J. A. Bergmans, herbenoemd. Thans is aan de beurt van aftreden de heer ir. J. B. G. M. Ridder de van der Schueren. Tot aan vulling van deze vacature zal gelegenheid worden gegeven. In de algemene vergadering werden de aftredende leden van de raad van toezicht, de heren A. T. Hettinga, E. J. M. Kolfschoten en dr. C. N. M. Kortmann, herkozen. De heer R. Hermus werd gekozen in de vacature ontstaan door het aftreden van de heer A. H. Lohuis, die wegens het bereiken van de statutaire leeftijdsgrens niet herkiesbaar was. Thans zijn aan de beurt van aftreden de heren N. Huyts, L. P. M. de Kok en C. J. F. Oomen. De heer Jos. Zegers treedt af wegens het bereiken van de statutaire leeftijdsgrens De heer dr. C. N. M. Kortmann heeft de wens te kennen gegeven tussentijds af te treden. Tot aanvulling van deze vacatures zal gelegenheid worden gegeven. Op 15 oktober 1964 trad de heer mr. J. L. A. M. Switzar als onder directeur af wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Met ingang van 1 januari 1965 werd de heer drs. J. A. van Ogtrop tot directeur benoemd. Met ingang van dezelfde datum werd de heer L. J. H. M. Sonnenschein, tot dan toe intern accountant, benoemd tot onderdirecteur. 28 inspectie Op 27 februari 1964 verliet de heer Joh. I Erkelens, hoofdinspecteur, de dienst van de Centrale Boerenleenbank wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Met ingang van 15 oktober werd de heer drs. G. A. A. van der Linden benoemd tot algemeen hoofdinspecteur. Gelijktijdig werd de heer K. F. A. Roncken benoemd tot hoofdinspecteur. Op 1 januari 1965 volgde de benoeming tot hoofdinspecteur van de heer drs. J. C. J. Oosterwaal. hoofdafdeling financieringen Per 15 oktober 1964 is de hoofdafdeling Financieringen opgericht. Tot hoofd hiervan werd benoemd de heer mr. M. F. L. Zegers. Deze hoofd afdeling omvat de afdeling Boerenleenbanken, als hoofd waarvan de heer P. J. Tops is benoemd, en de afdeling Boeren-Hypotheekbank en Krediet verzekering, als hoofd waarvan is benoemd de heer mr. M. F L. Zegers. De afdeling Boerenleenbankzaken is met ingang van 15 oktober opge heven. De werkzaamheden van deze afdeling, die niet rechtstreeks be trekking hebben op financieringen, werden overgebracht naar de in spectiedienst. nieuwbouw Mede dank zij de gunstige weersomstandigheden vorderde de nieuwbouw van de centrale bank voorspoedig. Op het bouwschema werd enigermate vooruitgelopen. Indien verder geen tegenslagen optreden mag worden verwacht, dat het nieuwe kantoorgebouw in het najaar van 1966 zal kun nen worden betrokken. automatisering In het verslagjaar zijn de belangrijkste onderdelen van de administratie van de centrale bank geautomatiseerd. Daartoe is een computer IBM 1440 in gebruik genomen. De voortgaande uitbreiding van zaken heeft ons inmiddels genoodzaakt een grotere computer te bestellen. Deze zal pas in het nieuwe gebouw worden geïnstalleerd. Wij willen dit gedeelte van het jaarverslag niet besluiten zonder onze erkentelijkheid tot uitdrukking te hebben gebracht jegens de beheerders en kassiers van de bij ons aangesloten boerenleenbanken, alsmede jegens het personeel van de centrale bank, voor de medewerking, die wij in het afgelopen boekjaar wederom van hen mochten ondervinden. Gaarne zeggen wij allen dank voor hun toewijding aan de belangen van onze boeren leenbankorganisatie. 29

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1964 | | pagina 17