In de loop van 1963 is met een aantal prima assuradeuren een overeen- herverzekering komst gesloten, krachtens welke door deze assuradeuren voor 50 wordt geparticipeerd in de verzekering van aanvullende hypothecaire voorschotten en kredieten en in de verzekering van juridisch onvolwaar dig gedekte voorschotten, voorzover deze kredieten en voorschotten een bedrag van 40.000 te boven gaan. Deze participatie betreft voorts de verzekering van alle voorschotten en kredieten onder verband van scheepshypotheek. In het jaar 1963 is de Landbouwkredietverzekering „Eindhoven" betrok- schadegevallen ken geweest bij enige executoriale beslagen en executies van onroerend goed, waarop aanvullende hypothecaire voorschotten waren verstrekt, die door de vennootschap waren verzekerd. In één geval betrof het een klein gemengd bedrijf, dat zich in het bijzonder bezig hield met het mesten van kuikens en varkens. Het laten oplopen van de schuld bij de [particu liere] veevoederleverancier leidde in dit geval tot een onoverbrugbare ach terstand en tenslotte tot een executoriaal beslag door de leverancier op het onroerend goed van de schuldenaar. Een ander geval betrof het fail lissement van een tuinder, wiens faillissement op eigen verzoek werd uit gesproken. In het eerste geval was het een onoordeelkundige bedrijfs voering, die in de hand werd gewerkt door een te gemakkelijke financie ring van de voederleverancier, die uiteindelijk tot een deconfiture leidde. In het geval van de tuinder was ziekte de onmiddellijke aanleiding tot het debacle. Deze beide gevallen konden worden afgewikkeld, zonder dat voor de Landbouwkredietverzekering „Eindhoven" daaruit verliezen zijn voortgevloeid. Omdat de kredietverzekering betrekking heeft op voorschotten en kre dieten, die nog slechts betrekkelijk kort geleden door de boerenleen banken zijn verstrekt, ligt het alsnog uitblijven van schadegevallen min of meer in de lijn van de verwachtingen. Daarbij is van belang, dat, voordat tot verstrekking van een voorschot of krediet wordt overgegaan, door het bestuur van de boerenleenbanken een zodanige beoordeling plaatsvindt, dat in het algemeen eerst later optredende omstandigheden aanleiding zullen vormen tot een zodanige verslechtering van het bedrijf, dat tot executiemaatregelen moet worden overgegaan. Tot het voorkomen van schade draagt ook bij de nauwe 118 samenwerking tussen de boerenleenbanken en de kredietadviseurs van de Centrale Bank, juist in die gevallen, welke een intensieve bedrijfs- beoordeling wenselijk maken. bedrijfsresultaat |n afwijking van het tot nu toe gevolgde systeem is de inventaris tot f 1 afgeschreven. Voor belastingen is gereserveerd een bedrag van f 167.203 en voor risico-voorziening is een bedrag van 200.000 ten laste van de verlies- en winstrekening gebracht. Dit laatste is geschied met toepassing van artikel 38 van de statuten. Hierna resteert een winst van 27.342. statutenwijziging De mogelijkheid voor de vennootschap om haar activiteiten mede uit te breiden tot het verzekeren van schade, die voor verzekerden het gevolg kan zijn van jegens hen gepleegde wanprestatie is ingevolge het bepaalde bij lid 1 van artikel 2 van de huidige statuten beperkt tot schade voort spruitende uit het niet nakomen van hun verplichtingen door rekenplich- tige werknemers. Dientengevolge is, voorzover het de plaatselijke boe renleenbanken betreft, de verzekering beperkt tot de kassier en diens rekenplichtige assistenten. De verzekering van deze asisstenten ge schiedde op basis van een nominatieve opgave door de betrokken boe renleenbank. In de praktijk is gebleken, dat dit systeem niet ten volle aan de verwachtingen heeft beantwoord omdat enerzijds voor de wanpresta tie-verzekering personen werden aangemeld, die bij de betrokken bank slechts een ondergeschikte functie vervullen, terwijl anderzijds niet voor de verzekering werden opgegeven personen, die hiervoor in feite wel in aanmerking komen. Voorgesteld wordt daarom de mogelijkheid van ver zekering uit te breiden tot wanprestatie van alle beambten van plaatselijke boerenleenbanken. De in de praktijk opgedane ervaring heeft bovendien aangetoond de wen selijkheid om op dit punt nog een stap verder te gaan door naast de beambten ook de beheerders zelf van de plaatselijke boerenleenbanken bij de verzekering te betrekken. In eventueel voorkomende gevallen zal dikwijls een zekere wisselwerking zijn te constateren tussen enerzijds de door de beambten gepleegde wanprestatie en anderzijds het gemis van behoorlijk toezicht door de beheerders op de gedragingen van de kassier en diens assistenten. Hieruit kunnen verwikkelingen voortvloeien, die kunnen worden ondervangen door de desbetreffende statutaire bepaling zodanig te verruimen, dat de verzekering zich in het vervolg niet alleen tot alle beambten, doch ook tot de beheerders van de plaatselijke boeren leenbanken zal kunnen uitstrekken 119

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1963 | | pagina 61