gang van zaken bij de centrale bank
ontwikkeling van het bedrijf
De aanzienlijke groei van de aan de aangesloten
boerenleenbanken toevertrouwde gelden leidde er
toe, dat, ondanks de versterkte toeneming van de
eigen uitzettingen van de boerenleenbanken de te
goeden van de boerenleenbanken bij de Centrale
Bank wederom een belangrijke stijging lieten zien
en wel met een bedrag van 213 [132] miljoen; daar
onder was een bedrag aan bijgeschreven rente ad
37 miljoen. Aan het einde van het boekjaar 1963
beliep het totaal van de tegoeden van de aangeslo
ten boerenleenbanken [rekening-courant en depo
sito-rekeningen] bij de Centrale Bank een bedrag
van 1.355 [1.142] miljoen. De overige aan de Cen
trale Bank toevertrouwde middelen gaven een stij
ging te zien met f 18 miljoen tot een bedrag van
75 [57] miljoen.
Het totaal van alle aan de Centrale Bank toever
trouwde gelden beliep ultimo 1963 een bedrag van
1.430 miljoen, te vergelijken met 1.199 miljoen
aan het einde van het voorafgaande boekjaar. Het
balanstotaal van de Centrale Bank steeg tot 1.526
[1.272] miljoen. De uitbreiding van de bedrijvigheid
bij de Centrale Bank weerspiegelt zich ook in de
voortgezette toeneming van de verwerking van het
aantal betalingsopdrachten, dat in 1963 meer dan
5 miljoen beliep, te vergelijken met ruim 4 miljoen
in 1962. Ook de omzetten op de rekeningen in de
boeken van de Centrale Bank bereikten een nieuw
record en wel een bedrag van 21,3 [19,6] miljard.
In het verslagjaar kon een belangrijke verbetering
van de eigen-vermogenspositie van de Centrale
Bank worden verkregen door uitbreiding van de
kapitaalbasis van de Centrale Bank middels plaat
sing bij de aangesloten boerenleenbanken van nieu
we bewijzen van deelneming in het aandelenkapitaal
van de Centrale Bank. Ingevolge artikel 4 van de
statuten van de Centrale Bank wordt om de vijf jaar
de deelneming van de boerenleenleenbanken in het
aandelenkapitaal van de Centrale Bank aangepast
aan het balanstotaal van de boerenleenbanken. Voor
het eerst zou zulks wederom moeten geschieden
op basis van het gemiddelde van de balanstotalen
van de aangesloten boerenleenbanken in de periode
1960-1964. Gezien de belangrijke expansie van de
bedrijvigheid in onze landbouwkredietorganisatie
werden de boerenleenbanken reeds in het begin
van het verslagjaar in de gelegenheid gesteld hun
deelneming in het kapitaal van de Centrale Bank
uit te breiden. Als gevolg daarvan zijn nominaal
6.664.000 nieuwe aandelen uitgegeven, waaraan
een suppletoire aansprakelijkheid is verbonden van
13.328.000. Het geplaatste aandelenkapitaal met
daaraan verbonden suppletoire aansprakelijkheid is
daarmee gebracht van rond f 40 miljoen ultimo 1962
op rond 60 miljoen ultimo 1963. De door de boeren
leenbanken thans genomen aandeelbewijzen zullen
in mindering komen van de verplichte deelneming
in het aandelenkapitaal van de Centrale Bank, die
in de loop van 1965 ingevolge artikel 4 van de statu
ten van de Centrale Bank wederom aan de orde zal
worden gesteld.
Mede als gevolg van de toevoegingen aan de effec
tenreserve en de bouwreserve, waarvoor wordt ver
wezen naar de toelichting op de balanscijfers, zal na
bijboeking op de gewone reserve overeenkomstig
het gedane voorstel tot winstverdeling, de totale ka
pitaalbasis van de Centrale Bank inclusief de sup
pletoire aansprakelijkheid aan het einde van 1963
zijn gebracht op 93 miljoen, te vergelijken met
f 69 miljoen ultimo 1962. Deze belangrijke verster
king van de eigen-vermogenspositie van de Centrale
Bank is alleszins op haar plaats gezien de steeds
toenemende bedrijfsactiviteiten.
De liquiditeitspositie van de Centrale Bank blijkt
mede uit de beoordeling van de bedrijfseconomische
liquiditeit op basis van de richtlijnen van de Neder-
landsche Bank, volgens welke het liquiditeitspercen
tage in de balans van de Centraie Bank ultimo 1963
beliep 52,6 [51,3] Bij deze berekening worden de
effecten voor 80 van de beurswaarde tot de liqui
diteiten gerekend, doch niet in aanmerking worden
genomen de binnen het jaar vervallende aflossingen
op leningen aan de lagere overheid. Het hiermee
gemoeide bedrag beliep aan het einde van het ver
slagjaar 18 miljoen.
Het Nederlandse schatkistpapier in bezit van de
Centrale Bank nam toe met 78 miljoen, waardoor
het ultimo 1963 te boek stond voor 283 miljoen.
Van de rondom de jaarwisseling door de Nederland-
sche Bank geboden gelegenheid tot het tijdelijk bij
haar onderbrengen van schatkistpapier hebben wij
geen gebruik gemaakt. Het ander overheidspapier,
waaronder mede begrepen kortlopend buitenlands
overheidspapier tot een bedrag van 8 miljoen, ter
zake waarvan het valuta-risico volledig is gedekt,
daalde van 46 miljoen per ultimo 1962 tot 41
miljoen aan het einde van het verslagjaar; onder
deze post zijn ook opgenpmen promessen ten laste
van de KLM onder garantie van de Staat der Neder
landen.
De effectenportefeuille, voorzover betrekking heb
bende op ter beurze genoteerde fondsen, stond ulti
mo 1963 te boek voor een bedrag van f 454 [383]
miljoen; de waarde van deze effecten volgens de
laatste beursnotering in 1963 beliep 448 miljoen
[nominale waarde 460 miljoen]. In de samenstelling
van de aandelenportefeuille kwam nagenoeg geen
wijziging. De boekwaarde van deze aandelen beliep
ultimo 1963 1.137.683 817.000].
In het afgelopen boekjaar werd in belangrijke mate
deelgenomen in obligatie-emissies ten laste van het
Rijk. Voorts had de uitbreiding van de obligatie
portefeuille betrekking op verwerving van obligaties
ten laste van de Bank voor Nederlandsche Gemeen
ten, ziekenhuizen e.d. De toeneming van de post
niet genoteerde fondsen met f 3 miljoen tot 45
miljoen heeft betrekking op buitenlandse guldens
leningen ten laste van of gegarandeerd door ver
schillende Westeuropese staten, welke leningen in
administratie zijn bij de Wereldbank.
Het gemiddeld couponrendement van de effecten
portefeuille steeg van 4,35 tot 4,37
De beleggingen in onderhandse leningen aan of on
der garantie van Rijk, provinciën, gemeenten en an
dere publiekrechtelijke lichamen gaf een daling te
zien met f 9 miljoen tot een bedrag van f 265 mil
joen. In de samenstelling van deze beleggingen de
den zich evenwel in de loop van het verslagjaar be
langrijke mutaties voor: nieuwe leningen werden
afgesloten tot een bedrag van f 51 miljoen, daar
tegenover werd voor een bedrag van f 60 miljoen
afgestoten. De verstrekking van de nieuwe leningen
betrof leningen aan provinciën, gemeenten en open
bare nutsbedrijven, voorts aan landbouw- en land-
bouwhuishoudscholen, woningbouwverenigingen en
verplegingsinstellingen onder garantie van Rijk, pro
vincie of gemeente.
Onze beleggingsactiviteit heeft zich in het afgeslo
ten boekjaar ook uitgebreid op het terrein van de
verstrekking van hypothecaire leningen; deze post
steeg van 20 miljoen ultimo 1962 tot 39 miljoen
ultimo 1963.
De post debiteuren gaf een belangrijke stijging te