verlies- en winstrekening van de
gezamenlijke aangesloten boerenleenbanken
bedrijfsresultaten
De voorlopige gegevens inzake de bedrijfsresulta
ten wijzen uit dat de stijging van de toevertrouwde
middelen en van de kredietverlening aanleiding heeft
gegeven tot een aanzienlijke toeneming van de
winsten uit hoofde van rente en provisie. In het ver
slagjaar boekten de boerenleenbanken een rente
winst van 27,3 miljoen, vergeleken met 23,1 mil
joen in het voorgaande jaar. De rentewinst blijft de
voornaamste inkomensbron van de boerenleenban
ken vormen. Vergeleken daarmee is de provisie
winst van bijkomstige betekenis. Niettemin beliep
deze in het verslagjaar 3,0 miljoen, te vergelijken
met 2,4 miljoen in 1962. De provisiewinst is relatief
dus nog iets sterker toegenomen dan de rentewinst.
De totale netto baten, met inbegrip van diverse ont
vangsten, namen toe van 25,7 miljoen in 1962 tot
30,4 miljoen in 1963.
Deze ontwikkeling is het resultaat geweest van een
uitbreiding van de kredietverlening, die procentueel
vrijwel gelijk was aan de aanwas van de toever
trouwde middelen bij praktisch ongewijzigde rente
tarieven. De verhouding van uitzettingen in eigen
kring tot toevertrouwde middelen bleef van ultimo
1962 tot ultimo 1963 vrijwel gelijk op 48 behou
dens een lichte schommeling rond het midden van
het jaar.
De in de steden gevestigde banken hebben in het
verslagjaar de sterkste kredietvraag ondervonden,
voornamelijk voor de financiering van de woning
bouw en van middenstandsbedrijven, zodat hun kre
dietverlening sterker is toegenomen dan de hun toe
vertrouwde middelen. De stedelijke banken hebben
dan ook een sterkere groei van de rentewinst ge
boekt. Daarentegen was de kredietvraag op het plat
teland iets zwakker dan in het voorgaande jaar, zo
dat het uitzettingspercentage daar enigszins terug
liep en de rentewinst minder sterk toenam.
De uitbreiding van de activiteiten van de boeren
leenbanken leidde anderzijds tot een stijging van de
bedrijfskosten. Van 14,1 miljoen in 1962 stegen
deze tot 16,9 miljoen in 1963. Salarissen en sociale
lasten vormen het hoofdbestanddeel van deze post.
Een gedeelte van de toeneming is terug te voeren
op de verhoging van het salarispeil. Ondanks de
stijging van de bedrijfskosten kon de bruto-winst
toenemen van 11,6 miljoen in 1962 tot f 13,5 mil
joen in 1963.
De afschrijvingen vormen een snel in omvang toe
nemende last voorde bij onze instelling aangesloten
banken vanwege de vele nieuwe bankgebouwen die
tot stand worden gebracht. De toeneming van de
bouwactiviteit wordt afgeremd door het meer strin
gent toegepaste rijksgoedkeuringsbeleid.
De netto winst, na reservering voor belastingen en
niet onaanzienlijke toevoegingen aan diverse reser
ves, gaf een toeneming te zien van 3,5 miljoen in
1962 tot 4,0 miljoen in het verslagjaar.
Door de toeneming van de netto winst kon de ver
mogenspositie van de aangesloten boerenleenban
ken wederom worden versterkt.
40