aan de raad van commissarissen van de
nv landbouwkredietverzekering 'eindhoven'
Mijne Heren,
Overeenkomstig het bepaalde bij artikel 37 onzer statuten, hebben wij de
eer U hierbij verslag uit te brengen over de werkzaamheden in het boek
jaar 1962.
Zoals in het verslag over het vorige boekjaar reeds werd aangekondigd, inleiding
heeft de vennootschap na de statutenwijziging, die nog juist voor het af
sluiten van het vorige boekjaar tot stand kwam, het zwaartepunt van haar
activiteiten verlegd van de verzekering van fraude-risico's voortspruiten
de uit het beheer van rekenplichtige beambten, naar de verzekering van
risico's, die voortvloeien uit het verlenen van voorschotten en kredieten,
in het bijzonder op het gebied van de landbouw.
Met ingang van 1 juli 1962 kwam voorts tot stand een wanprestatiever
zekering ten behoeve van alle bij de Centrale Bank aangesloten boeren
leenbanken. Op dezelfde datum werden de ten behoeve van een aantal
boerenleenbanken lopende borgtochtverzekeringen beëindigd.
De kring van verzekerden wordt vooralsnog gevormd door een gesloten kredietrisico-verzekering
groep van instellingen, die in hoofdzaak werkzaam zijn op het gebied van
de landbouw, te weten de bij de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank
aangesloten boerenleenbanken, de Boeren-Hypotheekbank en de Boeren
en Tuinders Levensverzekering.
Teneinde de werkzaamheden van de vennootschap op het gebied van de
kredietverzekering geleidelijk tot ontwikkeling te brengen, zijn de ver
schillende categorieën van voorschotten en kredieten, die op grond van
het dekkings- of insolventierisico voor verzekering in aanmerking komen,
in de loop van het jaar etappegewijs in de verzekering betrokken.
Met betrekking tot de boerenleenbanken zijn wij ten aanzien van de te
verzekeren categorieën van voorschotten en kredieten uitgegaan van de
aanbevelingen van de commissie van de K.N.B.T.B., die werd' ingesteld
naar aanleiding van het rapport van de Commissie Landbouwkrediet.
Bij de toepassing van de op basis daarvan geopende kredietverzekerings-
mogelijkheden werkt onze vennootschap nauw samen met de afdelingen
van de Centrale Bank, die zijn belast met de beoordeling van aangevraag
de kredieten en voorschotten en met de bewaking daarvan, alsmede met
de voorlichting op het gebied van de bedrijfsfinanciering. Wij steunen
daarbij veelal op de inschakeling van de kredietadviseurs, die door de
Centrale Bank zijn aangesteld.
116
Ten behoeve van de Boeren-Hypotheekbank en de Boeren en Tuinders
Levensverzekering worden uitsluitend aanvullende hypothecaire voor
schotten in verzekering genomen.
In de loop van 1962 heeft onze vennootschap 2359 voorschotten en kre
dieten tot een totaal bedrag van f 17.583.200,verzekerd. Hierbij is in
aanmerking te nemen, dat de boerenleenbanken een eigen risico behou
den van 10% voorzoveel betreft kredieten en voorschotten, die van boe
renleenbanken in verzekering worden genomen.
HYPOTHECAIRE LENINGEN
Reeds in de loop van de maand januari 1962 werd de mogelijkheid open
gesteld om aanvullende hypothecaire voorschotten en kredieten, zowel
op het gebied van de land- en tuinbouw als daarbuiten, voor verzekering
in aanmerking te brengen. Onder aanvullende hypothecaire voorschotten
en kredieten worden verstaan door hypotheek gedekte voorschotten
en kredieten, voorzover deze het normale bedrag van de hypothecaire
belasting, die doorgaans op twee derde van de onderpandswaarde is ge
steld, te boven gaan. Met inbegrip van het verzekerde voorschot en kre
diet mag de totale hypothecaire belasting niet meer bedragen dan ten
hoogste 90% van de taxatiewaarde van het te verbinden onroerend goed
De premie voor de verzekering van aanvullend hypothecaire leningen
varieert van 1/2% tot 1 per jaar, al naargelang de aard van de onder
panden, de looptijd van het verzekerde voorschot of krediet en de dekking
van het overlijdensrisico.
In 1962 werden 1.517 aanvullende hypothecaire voorschotten en kredieten
tot een totaal bedrag van ruim 10 miljoen in verzekering genomen.
verzekerde aanvullende hypothecaire voorschotten
en kredieten tabel 29
aantal bedrag gemiddelde procentuele
grootte verdeling
landbouw
245
f 2.053.555
f
8.382
20
tuinbouw
263
3.112.415
11.834
30
buiten land- en
tuinbouw
1.009
5.111.592
5.066
50
totaal
1.517
f 10 277.562
f
6.775
100
Zoals uit bovenstaande tabel blijkt, is het verzekerde bedrag in de agra
rische sector ongeveer gelijk aan het verzekerde bedrag in de niet-agra-
rische sector. Daarentegen is het aantal verzekerde posten buiten land
en tuinbouw aanmerkelijk groter
De verzekerde posten in de niet-agraische sector hebben voornamelijk
betrekking op de financiering van de bouw en de aankoop van onroerend
goed, in hoofdzaak voor huisvestingsdoeleinden. Het verzekerde gedeelte
in deze sector betreft gemiddeld 20% van de totaal verstrekte financiering. 117