ontwikkeling van het bedrijf De ontwikkeling van het bedrijf van de Centrale Bank en de bedrijfsresultaten in het verslagjaar mogen gunstig worden genoemd. Het balanstotaal van de Centrale Bank steeg met 135 miljoen tot een totaal van 1.272 miljoen. De expansie van de bedrijvig heid in het landbouwkredietwezen kwam vooral tot uitdrukking in de verwerking van het aantal girale betalingsopdrachten, dat steeg van 4 miljoen in 1961 tot 4,5 miljoen in 1962. De omzetten op de rekenin gen in de boeken van de Centrale Bank beliepen in 1962 een totaal bedrag van 19,6 (15,6) miljard. De tegoeden van de aangesloten boerenleenbanken bij de Centrale Bank gaven wederom een belang rijke stijging te zien en wel met een bedrag van 132 (118) miljoen; hieronder was begrepen een bedrag aan bijgeschreven rente van 32 miljoen. Aan het einde van het boekjaar 1962 beliep het to taal van de tegoeden van de aangesloten boeren leenbanken bij de Centrale Bank een bedrag van 1.142 (1.010) miljoen. De overige aan de Centrale Bank toevertrouwde middelen gaven een daling te zien met 5 miljoen tot een bedrag van 57 (62) miljoen. Het totaal van alle aan de Centrale Bank toever trouwde middelen beliep ultimo 1962 derhalve een bedrag van f 1.199 miljoen, te vergelijken met f 1.072 miljoen ultimo vorig jaar. De activa van de Centrale Bank met inbegrip van kas, kassiers en daggeldleningen geven in vergelij king met het vorige jaar de navolgende mutaties te zien. mutaties in de activa tabel 13 van de centrale bank in 1962 liquiditeiten 2,0 effecten 14,4 beleggingen op lange termijn en hypotheken 74,1 debiteuren 47,9 134,4 De liquiditeitspositie van de Centrale Bank blijkt uit de beoordeling van de bedrijfseconomische liquidi teit op basis van de richtlijnen van de Nederlandsche Bank, volgens welke het liquiditeitspercentage in de balans van de Centrale Bank ultimo 1962 beliep 51,3 (56,5) Bij deze berekening worden de effecten voor 80% van de beurswaarde tot de liquiditeiten gerekend, doch niet in aanmerking worden genomen de binnen het jaar vervallende aflossingen op lenin gen aan provinciën, gemeenten enz. Het hiermede gemoeide bedrag beliep aan het einde van het ver slagjaar f 17,5 miljoen. Het Nederlandse schatkistpapier in bezit van de Centrale Bank nam toe met f 2,4 miljoen, waardoor het ultimo 1962 te boek stond voor 205 miljoen. Van de rondom de jaarwisseling door de Nederland sche Bank geboden gelegenheid tot het tijdelijk bij haar onderbrengen van schatkistpapier maakten wij gebruik tot een bedrag van 9 miljoen. Het ander overheidspapier, waaronder mede begrepen kort lopend buitenlands overheidspapier tot een bedrag van f 13 miljoen, terzake waarvan het valuta-risico volledig is gedekt, steeg van f 41,0 miljoen ultimo 1961 tot f 45,5 miljoen aan het einde van het verslag jaar. Onder deze post zijn ook opgenomen promes sen ten laste van de K.L.M. onder garantie van de Staat der Nederlanden. Onder de balanspost ban kiers in binnen- en buitenland zijn tot een bedrag van 5 miljoen verantwoord call-fixe leningen aan buitenlandse banken. De effectenportefeuille, voorzover betrekking heb bende op ter beurze genoteerde fondsen, stond ulti mo 1962 te boek voor een bedrag van f 383 (378) miljoen; de waarde van deze effecten volgens de laatste beursnotering in 1962 beliep 388 miljoen (nominale waarde eveneens f 388 miljoen). In de loop van het verslagjaar gingen wij ertoe over om op bescheiden voet beleggingen te doen in ter beur ze van Amsterdam genoteerde aandelen van Neder landse rechtspersonen. De boekwaarde van deze aandelen ultimo 1962 beliep 817.000. Volgens de thans geldende beleggingsvoorschriften in het huishoudelijk reglement van de Centrale Bank is belegging in ter beurze genoteerde aandelen moge lijk tot ten hoogste het bedrag van de gewone reserve. In het afgelopen boekjaar werd zoveel mogelijk deel genomen in obligatie-emissies ten laste van het Rijk en van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten, alsmede ten laste van internationale openbare licha men. De toewijziging was veelal teleurstellend in het licht van het belang van onze effectenportefeuille. De post overige fondsen, welke een toeneming laat zien met 9,6 miljoen tot 41,9 miljoen, heeft voor een bedrag van 35,3 miljoen betrekking op buiten landse guldensleningen ten laste van of gegaran deerd door verschillende Westeuropese staten en ten laste van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Het gemiddeld couponrendement van de effecten portefeuille steeg van 4,30 tot 4,35%. De beleggin gen in onderhandse leningen aan of onder garantie van Rijk, provinciën, gemeenten en andere publiek rechtelijke lichamen gaven een niet onbelangrijke stijging te zien met f 69 miljoen tot een totaal bedrag van f 206 miljoen. In deze post is een belangrijke verschuiving te constateren van langere naar kortere looptijden. De verstrekking van onderhandse lenin gen heeft voor een bedrag van f 18 miljoen betrek king op leningen onder garantie van het Rijk voor de financiering van landbouw- en landbouwhuishoud- scholen. De post debiteuren gaf eveneens een belangrijke stijging te zien en wel van f 180 miljoen tot f 228 miljoen. Zoals bekend heeft deze post voornamelijk betrekking op de bedrijfsfinanciering van de centrale coöperatieve instellingen in de landbouw, zowel in de vorm van rekening-courantkrediet als van lenin gen op middellange termijn. In het bijzonder valt een stijging van het debiteurencijfer te constateren in de sector van de centrale aan- en verkoopcoöperaties en van de zuivelfabrieken. In verband met de belang rijke toeneming van de omzetten van veevoeders en veevoedergrondstoffen en zulks tegen oplopende prijzen, moesten de centrale aan- en verkoopcoöpe raties voor hun financiering in versterkte mate een beroep doen op de Centrale Bank. Ook maakte de omzetvergroting een uitbreiding van de produktie- apparatuur noodzakelijk. De financiering daarvan was eveneens voor een belangrijk deel slechts mo gelijk door een verdergaand beroep op kredietmid delen in de vorm van leningen op middellange ter mijn. In het algemeen moet worden geconstateerd, dat de mate van interne financiering van de coöperaties geen gelijke tred houdt met de behoefte aan finan cieringsmiddelen in verband met nieuwe investerin gen voor vervanging, modernisering en uitbreiding. Nog klemmender wordt deze situatie ingeval van concentratie van coöperatieve bedrijven, die ge paard gaat met toenemende risico's naarmate de kapitaalintensiteit toeneemt. De noodzakelijke ver groting van het eigen vermogen van de coöperaties zal met name moeten plaats vinden door versterking van de reserves, ook al moet daarvoor vennoot schapsbelasting worden betaald. In de post overige debiteuren zijn behalve de lenin gen op middellange termijn van coöperatieve bedrij ven ook begrepen onderhandse leningen op middel lange en lange termijn onder andere aan hypotheek banken en aan woningbouwmaatschappijen onder garantie van de particuliere industrie; deze leningen hebben het karakter van beleggingen Van het totaal van de post overige debiteuren had aan het einde van het verslagjaar 63 miljoen be trekking op coöperatieve bedrijfsdebiteuren en 107 miljoen op leningen aan anderen bij wijze van be legging. Tenslotte kan nog worden gewezen op de toenemende betekenis van de financiering van land-

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1962 | | pagina 35