I
I
I
l
schotten. De vrij snelle aflossing op de voorschotten
verhoogt de liquiditeit van de boerenleenbanken en
daardoor ook de mogelijkheid om nieuwe vooschot-
ten te verstrekken. Een gevolg daarvan is ook, dat
het gemiddelde bedrag van de uitstaande voorschot
ten betrekkelijk laag blijft.
De doorstroming van uit aflossing beschikbaar ko
mende middelen wordt voor vele boerenleenbanken
van toenemend belang, met name voor die boeren
leenbanken, die geen beleggingsuitzettingen meer
zouden kunnen doen in verband met de verhouding
tussen toevertrouwde en uitgezette gelden op grond
van het bepaalde in artikel 8 van het Huishoudelijk
Reglement van de Centrale Bank. Als beleggingen in
deze zin worden niet beschouwd kredieten in lopen
de rekening, bedrijfsvoorschotten aan leden met
korte of middellange looptijd en voorschotten onder
garantie van het Borgstellingsfonds voor de Land
bouw of een Provinciaal Waarborginstituut voor de
Tuinbouw. De boerenleenbanken, die de liquiditeits-
grens hebben bereikt, kunnen hun relaties binnen
de eigen kring voor hypothecaire leningen op lange
termijn verwijzen naar de Boeren-Hypotheekbank.
Voorzover financiering tijdens de uitvoering van een
investeringsproject nodig is, kan deze door de boe
renleenbank met een krediet in lopende rekening
worden verzorgd.
De boerenleenbanken, die over voldoende liquiditeit
beschikten, maakten gebruik van de in het verslag
jaar bestaande ruime uitzettingsmogelijkheden, zo
wel in als buiten de agrarische sector. Voor de be-
drijfsfinanciering van plaatselijke niet-agrarische be
drijven werden nieuwe mogelijkheden geopend door
de wijzigingen in de model-statuten voor de boeren
leenbanken, waartoe in de Algemene Vergadering
van onze Centrale Bank op 3 mei 1962 werd be
sloten.
Zoals ook in voorgaande jaren het geval was, speel
den bij de hypothecaire beleggingsuitzettingen van
de boerenleenbanken de leningen voor de financie
ring van de particuliere woningbouw en van de aan
koop van een eigen woning een belangrijke rol.
Daaronder valt ook de financiering tegen hypotheek
met gemeentegarantie op basis van het Besluit en
de Beschikking Bevordering Eigen Woningbezit. Het
aandeel van deze financiering is echter van afnemen
de betekenis; zij beliep in het verslagjaar f 6 miljoen,
tegenover f 12 miljoen in 1961. Zulks houdt verband
met de vermindering van het aantal vergunningen
verleend voor woningen, die gebouwd worden met
gebruikmaking van premieregelingen.
De mogelijkheden om uitzettingen te doen zijn voor
de boerenleenbanken toegenomen doordat inde loop
van 1962 de Landbouwkredietverzekering „Eindho
ven" haar werkzaamheden aanving. Reeds was ook
in 1961 voor de boerenleenbanken de gelegenheid
geopend om hypothecaire leningen te verstrekken
tot hogere bedragen dan twee derde van de waarde
van het onderpand, indien zij daarbij een kredietver
zekering sloten. Deze figuur werd in 1962 van toe
nemende betekenis, toen de mogelijkheid ontstond
om deze kredietverzekering onder te brengen bij de
genoemde vennootschap. Deze maakt deel uit van
onze landbouwkredietorganisatie. In de opzet van
haar regelingen en in haar beleid heeft zij zich zoveel
mogelijk aangepast bij de behoeften van de boeren
leenbanken.
Voor de werkzaamheden van de Landbouwkrediet
verzekering „Eindhoven" verwijzen wij naar het jaar
verslag van deze maatschappij.
Bij de krediet- en voorschotverlening, die mogelijk
wordt gemaakt met inschakeling van het instituut
van de kredietverzekering, speelt de beoordeling
van de vermogenspositie van de ondernemer en de
rentabiliteit van zijn bedrijf een grotere rol dan voor
heen. Hiervoor maken de boerenleenbanken in toe
nemende mate gebruik van het advies van de Cen
trale Bank, met name van haar kredietadviseurs.
In totaal zijn thans zes kredietadviseurs aangesteld,
die geleidelijk bij de verschillende districtsinspec
ties worden tewerkgesteld. Wij vertrouwen, dat de
voorlichting van de kredietadviseurs en het overleg
met de functionarissen van de Centrale Bank de be
heerders en kassiers in staat zullen stellen om het
steeds moeilijker en omvangrijker wordende werk
verbonden aan de behandeling van de kredieten en
voorschotten, op verantwoorde wijze te blijven ver
richten.
Van de bestaande regelingen voor de financiering
van het mesten van varkens en kalveren werd in toe
nemende mate gebruik gemaakt. In overleg met een
van de centrale landbouwcoöperaties werd een re
geling ontworpen voor de financiering van de graan
oogst te velde en van graanopslag. Hiervan konden
onze banken nog slechts in beperkte mate gebruik
kredietverlening door de aangesloten boerenleenbanken
totaal
voorschotten
kredieten in lopende rekening
1200
1100
1000
900
800
700
600
500
400
300
200
100
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962