N.V. GEMEENSCHAPPELIJK BANKKANTOOR JAARVERSLAG 1962 daarbij immers veelal een rol. Een juiste basis voor de taxatie van de onderpandswaarde kan gevonden worden als men uitgaat van de beleg gingswaarde. Deze kan worden afgeleid uit de pachtprijzen, die voor goed keuring door de Grondkamers in aanmerking komen. Wij verwachten, dat de waardebepaling van niet verpachte gronden en gebouwen voor de ver mogensbelasting dienovereenkomstig zal geschieden. Een overeenkom stig standpunt is door de jurisprudentie ingenomen voor woningen. Wij vertrouwen, dat de aangesloten boerenleenbanken er niet toe zullen overgaan om hun taxaties van landbouwbedrijven te baseren op toevallige prijzen, die worden geboden voor los land, teneinde aldus de mogelijk heden voor de kredietverlening te verruimen. Een niet verantwoorde taxatie is daarvoor een ondeugdelijk middel. Dit is ook niet nodig nu langs andere weg de kredietverleningsmogelijkheden van de boerenleenbanken vol doende zijn verruimd. KREDIETBEPERKING Wij verheugen ons erover, dat de achter ons liggende hoogconjunctuur, anders dan in 1957, niet heeft behoeven te leiden tot ingrijpende over heidsmaatregelen. De Nederlandsche Bank heeft inmiddels de toepassing van de regeling tot beperking van de kredietverlening opgeschort. Deze regeling heeft in het verslagjaar de financiering van de landbouw niet onberoerd gelaten. Het was immers het landbouwkredietwezen, dat een naar verhouding belangrijk deel van de renteloze deposito's heeft opge bracht, die wegens overschrijding van de normen van de kredietbeper- kingsregeling bij de Nederlandsche Bank moesten worden aangehouden. De toepassing van de kredietbeperkingsregeling, zoals die in het verslag jaar plaats vond, achten wij dan ook niet onbedenkelijk. Indien het noodzakelijk is de landbouw te moderniseren en de bedrijven wat betreft omvang en opzet te vergroten, hetgeen veelal gepaard gaat met een toenemende behoefte aan bedrijfskrediet, lijkt het weinig rationeel met oen kredietbeperking te werken, die structureel een onevenredig zware druk legt op bankinstellingen, die deswege geroepen zijn tot een uitbrei ding van de kredietverlening in de sector, waarvoor zij in het bijzonder werkzaam zijn. De dynamiek van het bedrijfsleven verdraagt niet, dat basisperioden van kracht blijven, die dateren uit een absoluut en relatief verleden tijd. Als gevolg daarvan komt de last van de kredietbeperking eenzijdig te rusten op instellingen, die in de basisperiode nog nauwelijks of geen uitzettingen kenden, die onder de kredietbeperkende maatregelen vallen. BELASTINGPROGRESSIE EN FINANCIERING Ook maken wij ons zorgen over de concurrentie-kracht in het bijzonder van de Nederlandse landbouw bij handhaving van de sterke progressie in de inkomstenbelasting, zoals wij die thans kennen. Deze kenmerkt zich vooral door een al te steil verloop aan de voet, waarvan het ontstaan slechts verklaarbaar is door dë noodtoestand van de na-oorlogse jaren. Bij een stijgend nominaal inkomensniveau treft de progressie gaandeweg ook de lago en middelste inkomensklassen. Een gezonde financiering van kleine en middelgrote bedrijven wordt hierdoor bemoeilijkt. Gezonde finan- GEVESTIGD TE 's-GR AVEN HAG E

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1962 | | pagina 10