9 trouwde gelden. In deze krediet- en voorschotverlening blijft de financiering van het agrarische bedrijfsleven, in het bijzonder voor de aanpass'ng van de produktie aan moderne methoden, het merendeel der voor financieringsdoeleindsn ter beschikking gestelde middelen vragen. Blijkbaar weet de Nederlandse landbouw te voldoen aan hetgeen van hem wordt verwacht, dat hij zich namelijk aanpast aan moderne eisen. Het verheugt ons, dat onze boerenleenbanken in belangrijke mate tot die aanpassing kunnen bijdragen. Daarin worden zij gesteund door een uitgebreide voorlichting, ook van de zijde van onze Centrale Bank, over de toepassing van zo goed mogelijke financieringsmethoden. Wij be schouwen deze voorlichting, waarbij wij districtsgewijze kredietadviseurs inschakelen, als een noodzakelijke begeleiding van de verbreding der mogelijkheden tot krediet- en voorschotver lening door onze boerenleenbanken, waarop bij voortduring ons streven is gericht. In dit verband mag niet onvermeld blijven, dat tegen het einde van het verslagjaar de N.V. Landbouwkredietverzekering „Eindhoven" tot stand kwam. Inmiddels is deze N.V. begonnen met het in verzekering nemen van kredieten en voorschotten, die binnen het kader van de gel dende statuten en reglementen zonder deze kredietverzekering niet zouden kunnen worden verleend. Daardoor wordt aan land- en tuinbouw een verruiming geboden van de mogelijkhe den om bij onze boerenleenbanken financieringsmiddelen op te nemen voor produktieve in vesteringen of voor een vergrofing van het bedrijfskapitaal, zonder dat de soliditeit van de boerenleenbanken daardoor wordt aangetast. Het risico van door juridisch onvolwaardige zekerheden gedekte kredieten en voorschotten wordt voor 90% door de Landbouwkredietver zekering „Eindhoven" overgenomen tegen betaling van een premie, die aan de cliënt wordt doorberekend. De aldus gedekte voorschotten van de boerenleenbanken kunnen in de landbouw worden verleend met een looptijd van ten hoogste 20 jaar. Met hef middel van de krediet verzekering, zoals dat door de N.V. Landbouwkredietverzekering „Eindhoven" wordt toegepast, worden voor de aangesloten boerenleenbanken ook de mogelijkheden verruimd voor financie ring van de particuliere woningbouw en van de bouw van bedrijfspanden voor zelfstandigen buiten de landbouw. Daarbij wordt als regel evenwel niet verder gegaan dan het in verzekering nemen van voorschotten met een looptijd van 10 jaar. Hef jaar 1961 in cijfers Boerenleenbanken Het spaaroverschot, dit is het verschil tussen stortingen en terugbetalingen op spaarrekeningen, beliep bij aangesloten boerenleenbanken 197 (148) miljoen zonder rentebijschrijving. De procentuele toeneming van het spaartegoed met 12,7 (10,9)% was hoger dan bij andere groepen van traditionele spaarinstellingen. De aan onze boe renleenbanken toevertrouwde spaargelden stegen met inbegrip van bijgeschreven rente van 1.550 tot 1.798 miljoen. De creditsaldi in lopende rekening stegen met 14% tot 197 (174) miljoen. In totaal namen de aan de aangesloten boerenleenbanken toevertrouwde gelden toe van 1.732 tot 2.011 miljoen, dit is met 16,1 (12,9)%. Het uitstaande bedrag aan door aangesloten boerenleenbanken verleende kredieten en voor schoften qaf in het verslagjaar een stijging te zien met 158 (146) miljoen tot 942 (784) miljoen, dit is een toeneming met 20 (23)%. Het totale bedrag der door boerenleenbanken nieuw verstrekte voorschotten beliep in hef verslagjaar 240 (203) miljoen. Deze ontwikkeling heeft opnieuw bijgedragen tot een versterking van de financiële posifie der aangesloten boerenleenbanken. In de jaren 1959 en 1960 kon de eigen vermogenspositie der boerenleenbanken worden verbeterd met een bedrag van 3,6 resp. 3,8 miljoen, nadat voor afschrijving op gebouwen was aangewend 2,4 resp. 2,9 miljoen. Voor 1961 kan deze ver mogenstoeneming worden gesteld op 4,3 miljoen na afschrijving van 3,6 miljoen op bedrijfs- 8 gebouwen en inventaris en na toepassing van art. 54 der statuten. Ultimo 1961 beliepen de open reserves der aangesloten boerenleenbanken .t 36,9 miljoen. Cenirale Bank De tegoeden van de boerenleenbanken bij de Centrale Bank stegen met in begrip van bijgeschreven rente met 118 (44) miljoen tot 1.010 (892) miljoen. In totaal stegen de creditsaldi bij de Centrale Bank van 952 tot 1.073 miljoen. De uitzettingen op korte termijn, daaronder begrepen de bedragen in kas en bij banken, stegen van 225 tot 272 miljoen; de effectenportefeuille nam toe van 376 tot .t 410 miljoen; de beleggingen op lange termijn daalden van 207 tot 206 miljoen. De debiteuren terzake van opgenomen kredieten en leningen gaven een stijging te zien van 152 tot .t 194 miljoen. De gemiddelde rentevergoeding over de tegoeden van boerenleenbanken was in het verslag jaar ongeveer 1/4% hoger dan het vorig jaar. De bedrijfskosten stegen met 427.000,tot 3,8 miljoen. Voor afschrijving van investeringen in gebouwen en inventaris was een bedrag nodig van 258.000,(227.000,de aankoop van het bouwterrein voor de nieuwbouw werd ten laste van de bouwreserve gefinancierd. Aldus resteert een bedrijfswinst van 6,9 (5,7) mil joen, terzake waarvan voor vennootschapsbelasting dient te worden gereserveerd 3,3 (2,6) miljoen. Hierbij is geen rekening gehouden met de winst, die is vrijgekomen door verkoop van rentespaarbrieven en na aftrek van de daarop verschuldigde vennootschapsbelasting 1,6 miljoen beloopt. Na toepassing van de winstverdeling overeenkomstig het gedane voorstel bedragen de open reserves van de Centrale Bank 24 miljoen. Bijzondere onderwerpen Statutenwijziging Behalve aan de voorbereiding tot het in werking stellen van de N.V. Land bouwkredietverzekering „Eindhoven" is in het verslagjaar ook gewerkt aan de wijziging van de modelstatuten en het model-huishoudelijk reglement van de aangesloten boerenleenbanken. Het gaat daarbij voornamelijk om het wegnemen van bezwaren tegen de organisatorische opzet van de boerenleenbanken, zoals die zijn gesignaleerd in het rapport van de Commissie-Verrijn Stuart, welke in de weg zouden kunnen staan aan een doeltreffende verrui ming van de krediet- en voorschotverlening. In de aanstaande Algemene Vergadering van aangesloten boerenleenbanken zal een advies wor den behandeld van een uit vertegenwoordigers van aangesloten boerenleenbanken samenge stelde reorganisatie-commissie inzake de redactie van de nieuwe model-statuten en het nieuw model-huishoudelijk reglement voor aangesloten boerenleenbanken. In aansluiting daaraan komt aan de orde een reorganisatie van het Onderling Waarborgfonds en van de statuten en het huis houdelijk reglement van de Centrale Bank zelf. Positie en opleiding |n het verslagjaar werd ook overleg geopend tussen vertegenwoordigers van kassiers van de kassiersorganisatie en een commissie van beheerders van boeren leenbanken, waarbij vraagstukken werden behandeld, die betrekking hebben op de sociale positie van de kassiers. Wij verwachten, dat eerlang een voorstel tot wijziging en verbetering van de pensioenregeling voor kassiers het resultaat zal zijn van dit overleg, alsmede een aan beveling inzake het treffen van een regeling voor kinderbijslag uitgaande boven het bedrag, dat wordt verstrekt krachtens de wettelijke regeling. Tenslotte is in voorbereiding de organisatie van een opleiding voor aanstaande kassiers en assistenten. Nieuwbouw Het verheugt ons te kunnen mededelen, dat in het verslagjaar de voorbereiding voor de bouw van een nieuw bankgebouw voor de Centrale Bank leidde tot de aankoop van een bouwterrein aan het geprojecteerde noordelijke stationsplein in het stadsdeel

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1961 | | pagina 6