Aan de Raad van Commissarissen van de
n.v. Landbouwkredietverzekering „Eindhoven"
Mijne Heren,
Overeenkomstig het bepaalde bij artikel 37 onzer statuten hebben wij de eer U hierbij verslag
uit te brengen over de werkzaamheden in het boekjaar 1961.
Statutenwijziging der vennootschap
Hoewel zulks in de resultaten van het afgesloten boekjaar niet tot uiting komt, is dit boekjaar
voor de vennootschap van zeer groot belang geweest. Immers nog juist voor de afsluiting van
het boekjaar, te weten op 30 december 1961, heeft de vennootschap door middel van een statuten
wijziging, welke na de verkrijging van de ministeriële verklaring van geen bezwaar op genoemde
datum door het passeren van de notariële akte tot stand kwam, een volledige structuurverande
ring ondergaan. Hiertoe werd door de Algemene Vergadering van de vennootschap besloten in
haar vergadering van 14 augustus 1961.
Beperkte de vennootschap zich tot dusverre in haar doelstelling tot het verstrekken van borg
tochten, in het bijzonder ten behoeve van rekenplichtige beambten, thans is haar doel in de
eerste plaats gericht op het dekken of doen dekken van risico's, voortspruitende uit het verlenen
van kredieten en voorschotten, in het bijzonder op het gebied van de landbouw. Deze gewijzigde
doelstelling komt tot uiting in de nieuwe naam: N.V. Landbouwkredietverzekering „Eindhoven".
Door deze statutenwijziging zal de vennootschap, op basis van een door de directie van de Coöpe
ratieve Centrale Boerenleenbank in februari 1961 uitgebracht rapport, een van de aanbevelingen
van de desbetreffende commissie van de K.N.B.T.B., ingesteld naar aanleiding van het rapport
van de Commissie Landbouwkrediet, kunnen realiseren.
De nieuwe doelstelling maakte een aanmerkelijke uitbreiding van het maatschappelijk kapitaal
noodzakelijk. Bedroeg dit tot de statutenwijziging per 30 december 1961 500.000,verdeeld
in duizend aandelen van 500,waarvan 350.000,geplaatst, thans bedraagt het maat
schappelijk kapitaal 25 miljoen, waarvan 5 miljoen geplaatst.
In haar gewijzigde structuur zal de vennootschap haar activiteiten in hoofdzaak richten op het
verzekeren van risico's voortspruitende uit de verlening van voorschotten en kredieten. Hier
door was het wenselijk, dat het aandelenkapitaal van de vennootschap in handen kwam van instel
lingen, die zich met de verlening van voorschotten en kredieten bezighouden. Bij de aanvang van
het boekjaar waren 122 aandelen in bezit van de aandeelhouders, wier activiteiten niet liggen
op het terrein van het landbouwkrediet. Met het oog op genoemde wenselijkheid werden deze
aandeelhouders uitgenodigd hun aandelenbezit tegen een koers van 500 over te dragen aan de
Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven. Alle bedoelde aandeelhouders hebben van
dit aanbod gebruik gemaakt.
112
Personalia
In de op 14 augustus 1961 gehouden Algemene Vergadering werden met ingang van de datum,
waarop de gewijzigde statuten van kracht zouden worden, tot bestuursleden benoemd de heren
mr. Edm. Delhougne, Roermond,
ir. J. B. G. M. ridder de van der Schueren, Zwolle,
J. A. Bergmans, Middenmeer,
prof. dr. C. F. Scheffer, Tilburg,
prof. mr. F. F. X. Cerutti, Nijmegen.
In verband met de benoeming van dit nieuwe bestuur is de functie van de directeur onzer
vennootschap, de heer mr. F. J. F. Claessens, op 30 december komen te vervallen.
Tot commissarissen werden benoemd de heren:
C. G. A. Mertens, Hout-Blerick,
Jos. Zegers, Schayk,
A. T. Hettinga, Jelsum,
L. P. M. de Kok, Loosduinen,
drs. B. N. M. van Schijndel, 's-Gravenhage.
In de commissarissenvergadering van 4 juli 1961 hebben de zittende commissarissen, de heren
A. N. Fleskens, Eindhoven,
J. Remmen, St. Anthonis,
H. H. M. Peters, Lobith,
besloten met ingang van de datum waarop de gewijzigde statuten van kracht zouden worden,
hun mandaat ter beschikking te stellen.
Tot ons leedwezen moeten wij vermelden, dat de heer Remmen op 22 november 1961 is over
leden. Zijn persoon en de belangstelling, welke hij voor de werkzaamheid van onze vennoot
schap heeft betoond, zullen bij ons in dankbare herinnering blijven.
Wij zijn de afgetreden commissarissen en de directeur, wiens werkzaamheid werd beëindigd, veel
dank verschuldigd voor al hetgeen zij gedurende lange tijd ten behoeve van de vennootschap
hebben verricht.
113