aangegeven worden van welke instelling de
betaling afkomstig is, dan wel naar welke in
stelling de bedragen zijn overgemaakt. Op
deze wijze kan de opdrachtgever een controle
op de juistheid van uitvoering van zijn op
dracht verrichten. Hierbij zal tevens gebruik
worden gemaakt van een nieuw bankgirofor
mulier, zoals dit door de gezamenlijke banken,
die aan het bankgiroverkeer deelnemen, is vast
gesteld en dat door alle bankinstellingen, waar
onder ook de landbouwkredietbanken, in de
loop van 1962 in gebruik zal worden genomen.
Rechtskundige Op verzoek van het Bestuur
afdeling van de Centrale Bank legde
de heer mr. J. L. A. M. Switzar, die nage
noeg 37 jaar met de leiding van de Rechts
kundige afdeling is belast geweest, zijn
functie neer om zich vrij te maken ter assis
tentie van de directie in de algemene leiding
van de Centrale Bank. In zijn plaats werd als
hoofd van de Afdeling benoemd de heer mr.
H. C. J. le Loux.
Zoals elders vermeld, werd in 1961 door de
aangesloten boerenleenbanken alleen reeds
aan voorschotten een bedrag van 240 miljoen
verstrekt. Het is zonder meer duidelijk, dat
aan het verstrekken van al deze voorschotten
en kredieten een omvangrijk werk, ook op
juridisch gebied, moest voorafgaan. Daarbij
dienden b.v. heel wat moeilijkheden te worden
opgelost, die hun oorzaak vonden in de aard
van de aangeboden zekerheden. Onze wetge
ving heeft zich onder meer met betrekking tot
de overdracht tot zekerheid van roerende goe
deren en vorderingen nog steeds niet aange
past aan de eisen van de tegenwoordige tijd.
Bovendien kent zij niet de mogelijkheid om
ook de groeiende oogst te velde als zekerheid
te verbinden, terwijl de kredietbehoefte van
vele land- en tuinbouwers juist in de tijd, dat
de oogst te velde staat, een hoge top vertoont.
In het bijzonder heeft dan ook het treffen van
een zo goed mogelijke regeling van de zeker
heden terzake van de voorschot- en kredietver
lening een aanzienlijk deel van de taak van de
Rechtskundige Afdeling voor zich opgeëist.
Bovendien vorderden de voorbereiding en de
nadere uitwerking van de door de Centrale
Bank zelve in het verslagjaar verstrekte voor
schotten en kredieten en gedane beleggingen
veel tijd.
Een belangrijk deel van de werkzaamheden
werd ingenomen door het verlenen van juridi
sche bijstand aan de aangesloten boerenleen
banken, onder meer bij de invordering van
achterstallige aflossings- en rentebetalingen,
en door het verstrekken van adviezen op veler
lei terrein. Opgemerkt zij hierbij, dat in het
verslagjaar ook nogal eens problemen tot op
lossing moesten worden gebracht verband
houdende met nieuwbouwplannen bij aange
sloten banken.
Het kon niet anders of met het steeds verder
uitgroeien van de voorschot- en kredietporte
feuille van de aangesloten boerenleenbanken
moest ook het aantal zogenaamde kwade pos
ten een stijging gaan vertonen. Met betrekking
tot de invordering daarvan konden wij echter
tot ons genoegen constateren, dat deze in
slechts 15 gevallen in een faillissement heeft
geresulteerd, waarvan niet meer dan 5 tot de
land- en tuinbouwsector behoorden. Ook het
aantal executies was lager dan in het vorige
verslagjaar. De aandacht zij hierbij gevestigd
op het feit, dat de enkele gevallen, waarin een
executie tot een verliespost aanleiding gaf, uit
sluitend leningen buiten de land- en tuinbouw
betroffen. Dit wijst op de noodzakelijkheid
om met taxaties van onroerende goederen in
de niet-agrarische sector voortdurend op de
grootste voorzichtigheid bedacht te blijven.
Voorts mag niet onvermeld blijven, dat de
meeste executies zijn veroorzaakt doordat an
dere crediteuren dan de boerenleenbanken
beslag op de onderpanden lieten leggen, waar
door de betrokken boerenleenbanken zich ge
noodzaakt zagen de executie over te nemen,
hoewel de debiteuren tegenover de boeren
leenbanken zelve niet in gebreke waren.
70
In vele gevallen moesten wij onze bemiddeling
verlenen inzake kwesties op het gebied van het
zegelrecht, een zelfs voor terzake kundigen zo
uitermate moeilijk terrein, dat het aanbeveling
zou verdienen de Zegelwet op vele onderdelen
aanmerkelijk te vereenvoudigen en in het bij
zonder de zegelplichtigheid van in het dage
lijks betalingsverkeer gebezigde stukken te
doen vervallen.
Het is vanzelfsprekend, dat de steeds verder
gaande voorschot- en kredietverlening door
de aangesloten boerenleenbanken en door de
Centrale Bank zelve mede heeft geleid tot een
belangrijke uitbreiding van de werkzaamhe
den verbonden aan het verzamelen en het con
troleren van de hypotheekbescheiden. Het
aantal gecontroleerde hypotheekdossiers is
dan ook in het verslagjaar toegenomen en
heeft de 15.000 overschreden.
Voorts werd veel zorg en tijd besteed aan het
adviseren over en het opstellen van statuten
en statutenwijzigingen voor verenigingen en
instellingen van allerlei aard, in het bijzonder
voor die organisaties, welke zich met financie-
ringsaanvragen hebben gewend tot de aange
sloten boerenleenbanken of de Centrale Bank.
In vele gevallen bleek een wijziging van de
statuten noodzakelijk teneinde aan deze aan
vragen te kunnen voldoen. Speciaal ging ech
ter de aandacht uit naar de model-statuten van
aangesloten boerenleenbanken en naar de
verdere uitwerking van de voorstellen, die
door de Directie van de Centrale Bank zijn
gedaan in haar rapport van februari 1961.
In aansluiting aan hetgeen hiervoor reeds is
gezegd met betrekking tot de juridische pro
blemen op het terrein van de zekerheden zij
tenslotte nog opgemerkt, dat wij ook in het
verslagjaar onze pogingen hebben voortgezet
om te geraken tot de invoering in de bestaande
wetgeving van een goed geregeld, voor de
agrarische sector geldend registerpandrecht
op roerende goederen, op vorderingen en op
de groeiende oogst te velde. Tot onze spijt
hebben echter, ondanks de urgente noodzaak
van die invoering, onze pogingen tot op heden
geen effect gesorteerd, evenmin als de stap
pen, die wij bij herhaling hebben gedaan om
te komen tot een zodanige wijziging van de
Pachtwet, dat de pachter, die voornemens is
op zijn pachtgrond demontabele opstallen te
stichten, met betrekking tot die opstallen een
wettelijk, voor zekerheidsoverdracht vatbaar
afbraakrecht verkrijgt. Evengenoemd recht zou
evenals het registerpandrecht vele aan de fi
nanciering verbonden juridische problemen uit
de wereld kunnen helpen en daardoor de fi
nanciering kunnen vergemakkelijken.
Rente Gedurende het jaar 1961 werden in
het verkeer met de aangesloten boe
renleenbanken de volgende tarieven toegepast:
Credit: over het laagrentend gedeelte 1%%,
over het hoogrentend gedeelte 3*4%.
Tot 8 augustus 1961 werd het laagrentend
gedeelte berekend over een bedrag gelijk aan
1 0% van de som van de toevertrouwde spaar
gelden en van alle deposito's, vermeerderd
met een bedrag van 80% van de creditgelden
in lopende rekening.
Sedert 8 augustus 1961 werd het laagrentend
gedeelte berekend op een bedrag van 5% van
de deposito's bij de Stichting Spaarbank met
een opzeggingstermijn van een half jaar en
een heel jaar, vermeerderd met 10% van de
overige tegoeden bij de Stichting Spaarbank
en de deposito's bij de boerenleenbanken, plus
80% van de creditgelden in lopende rekening.
Bij de bepaling van het laagrentend gedeelte
werd voor de boerenleenbanken, waarvan
het totaal aan ingelegde gelden ligt tussen
500.000,en 750.000,slechts de helft
van het op bovenstaande wijze berekende be
drag als laagrentend in aanmerking genomen.
Voor de boerenleenbanken waarvan het totaal
71