36
De bedrijfsresultaten
De bedrijfsresultaten van de boerenleenbanken bleven zich in het verslagjaar gunstig ontwik
kelen. In hoofdzaak is dit een gevolg van de omstandigheid dat zoals reeds een aantal jaren
het geval was in het afgelopen jaar de uitzettingen wederom relatief sneller konden groeien
dan de toevertrouwde gelden. Dit blijkt onder andere wanneer de uitzettingen worden uitgedrukt
in een percentage van de toevertrouwde middelen. Ultimo 1959 bedroeg het percentage 45,5,
in 1960 reeds 49,5, terwijl het aan het einde van 1961 was toegenomen tot 50,7. Hierbij zijn ook
de effecten tot de uitzettingen gerekend. Indien alleen de uitzettingen in eigen kring in aan
merking worden genomen, beloopt in 1959 het percentage 41,3, in 1960 45,2 en in 1961 46,8.
Een en ander had tot gevolg dat de rente- en provisiemarge het verschil tussen vergoede
en ontvangen rente en provisie in de laatste jaren aanzienlijk kon stijgen. Bedroeg deze
marge in 1959 16 miljoen, in 1960 was zij toegenomen tot 18,5 miljoen, terwijl in 1961
22 miljoen meer aan rente en provisie werd ontvangen dan uitgekeerd.
Deze uitbreiding van de activiteiten van de boerenleenbanken ging vanzelfsprekend gepaard
met een stijging van de bedrijfskosten. In 1961 waren deze opgelopen tot 11,9 miljoen tegen
over 9,9 miljoen in 1960 en 8,3 miljoen in 1959. Van de stijging in 1961 met 2 miljoen
kwam ruim 1 miljoen ten laste van de post Salarissen en sociale lasten.
De noodzakelijke aanpassing van bankgebouwen en bedrijfsinrichting aan de eisen van de tijd
werd ook in het verslagjaar krachtig voortgezet. In de laatste twee jaren werd een bedrag van
bijna 14 miljoen te dezer zake geïnvesteerd. Hierdoor moest eveneens de post Afschrijvin
gen aanzienlijk toenemen. Bedroeg deze in 1959 2,4 miljoen, in 1960 werd 2,9 miljoen en in
1961 3,6 miljoen op gebouwen en inventaris afgeschreven.
Desondanks kon de netto winst na aftrek
van bestemmingsreserves, waaronder 1,5
miljoen voor belastingen in 1961 nog toe
nemen. Na in 1959 het bedrag van 2,6 mil
joen bereikt te hebben, steeg de netto winst in
1960 tot 2,9 miljoen en in 1961 tot 3,3 mil
joen, derhalve nam de bedrijfswinst van de
boerenleenbanken na afschrijving doch
vóór reservering voor belastingen toe van
5,2 miljoen in 1959 tot 5,7 miljoen in 1960
en 6,3 miljoen in 1961In tabel 11 is het ver
loop van de verschillende posten van de Ver
lies- en Winstrekening over een aantal jaren
gegeven. De gunstige ontwikkeling van de be
drijfsresultaten van de aangesloten boeren
leenbanken blijkt eveneens uit tabel 12, waar
de diverse posten van de Verlies- en Winst
rekening zijn gerelateerd aan de gemiddelde
balanstelling van de desbetreffende jaren.
Grafiek 7 RENTEBATEN, RENTELASTEN EN
RENTEMARGE BIJ DE
AANGESLOTEN BOERENLEENBANKEN
(in miljoenen guldens)
80
0
0
0
1954
1958
1961
Tabel 11 Verlies- en Winstrekening over de boekjaren 1955 t;m 1961
(in miljoenen guldens)
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961
Baten
Rente:
Voorschotten 7,9 9,8 15,8 19.6 22,3 27,9 34,3
Lopende rekeningen 2,3 2,7 4,7 5,5 5,3 6,4 7,1
Coöp. Centr. Boerenleenbank 14,4 15,9 15,9 19,5 23,5 25,0 28,5
Effecten e.d1,3 1,6 1,8 2,2 2,7 3,2 3,3
25,9 30,0 38,2 46,8 53,8 62,5 73,2
Provisie 0,9 1,1 1,2 1,4 1,7 2,0 2,3
Totaal 26,8 31,1 39,4 48,2 55,5 64,5 75,5
Lasten
Rente 18,8 21,9 29,0 35,0 39,3 45,7 53,4
Provisie 0,1 0,2 0,2 0,2 0,3 0,3 0,3
Salarissen en sociale lasten 3,1 3,5 4,0 4,6 5,3 6,3 7,6
Overige kosten 2,0 2,1 2,4 2,7 3,0 3,6 4,3
Afschrijvingen 0,2 0,7 0,7 1,2 2,4 2,9 3,6
Belastingreserve 0,5 0,5 0,5 0,7 1,2 1,4 1,5
Diverse reserves 0,5 0,6 1,0 1,5 1,4 1,4 1,5
Winst van het boekjaar1,6 1,6 1,6 2,3 2,6 2,9 3,3
Totaal 26,8 31,1 39,4 48,2 55,5 64,5 75,5
Tabel 12 Posten van de Verlies- en Winstrekening in procenten van
de gemiddelde balanstelling
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961
1. Rentebaten 2,92 3,03 3,52 3,73 3,61 3,66 3,75
2. Rentelasten 2,11 2,21 2,67 2,79 2,64 2,68 2,74
3. Rentemarge (12) 0,81 0,82 0,85 0,94 0,97 0,98 1,01
4. Netto provisie 0,08 0,09 0,09 0,09 0,09 0,10 0,10
Totaal (3+4) 0,89 0,91 0,94 1,03 1,06 1,08 1,11
5. Bedrijfskosten 0,54 0,55 0,58 0,58 0,56 0,58 0,61
6. Afschrijvingen 0,03 0,07 0,07 0,09 0,16 0,17 0,18
7. Diversen 0,03 0,01
8. Reserveringen 0,11 0,12 0,14 0,18 0,17 0,16 0,15
9. Winst 0,18 0,16 0,15 0,18 0,17 0,17 0,17
Totaal (5 t/m 9) 0,89 0,91 0,94 1,03 1,06 1,08 1,11
37