Algemene Procuratiehouders J. A. H. Faessen Mr J. L. A. M. Switzar W. J. Gast Drs A. Nijssen A. F. F. M. Kemmere P. J. Luchtman K. F. A. Roncken Drs W. M. N. van den Wildenberg M. Sponselee Hoofdinspectie Joh. Erkelens, Hoofdinspecteur Drs G. A. A. van der Linden, Hoofdinspecteur Bijzondere Procuratiehouders P. VAN DER HEYDEN P. J. M. VAN POPPEL H. P. M. Klomp W. F. M. SCHAEFFERS Centrale Inspectie J. Elfering, Inspecteur G. J. Vroom, Inspecteur J. W. Smetsers, Adjunct-inspecteur A. H. Beenen, Adjunct-inspecteur P. J. Veldman, Adjunct-inspecteur H. Janssen op de Haar, Adjunct-inspecteur Inspectie Arnhem K. F. A. Roncken, Directeur van het bijkantoor F. M. Joosten, Inspecteur Drs J. B. Beekman, Inspecteur A. J. A. Peeters-Weem, Adjunct-inspecteur O. P. Genee, Adjunct-inspecteur Inspectie Breda Joh. Erkelens, wnd. Districts-inspecteur Drs J. C. J. Oosterwaal, Inspecteur P. H. A. Vercruysse, Adjunct-inspecteur J. de Boer, Adjunct-inspecteur Inspectie Eindhoven B. A. A. v. d. Weyst, Districts-inspecteur K. R. de Greef, Inspecteur H. N. van Vlerken, Adjunct-inspecteur W. Jansen, Adjunct-inspecteur Inspectie Haarlem P. B. B. Ideler, Districts-inspecteur H. L. Vroege, Inspecteur B. H. Mars, Inspecteur N. Th. Groenestein, Adjunct-inspecteur Inspectie Roermond P. J. Luchtman, Directeur van het bijkantoor G. A. Engels, Inspecteur Drs A. J. Bierings, Inspecteur A. A. J. Arends, Adjunct-inspecteur Th. A. W. M. Muskens, Adjunct-inspecteur Bijkantoor Arnhem K. F. A. Roncken, Directeur F. H. M. Brein, Bijz. Procuratiehouder F. M. Joosten, Bijz. Procuratiehouder Bijkantoor Roermond P. J. Luchtman, Directeur H. G. Si iepen, Bijz. Procuratiehouder G. J. Geelen, Bijz. Procuratiehouder Intern Accountant L. J. H. M. SONNENSCHEIN Aan de Raad van Toezicht van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank Eindhoven Mijne Heren, Hierbij bieden wij U aan bet verslag over de gang van zaken bij de aangesloten boerenleenbanken en bij de Centrale Bank over het boekjaar 1959 vergezeld van de balans van de Centrale Bank per 31 december 1959 en van de verhes- en winstreke ning over dat jaar. Een toelichting op de balans vermeldende de maatstaven van waardering wordt mede overgelegd, evenals de gebruikelijke begeleidende bescheiden In het verslagjaar viel voor onze organisatie de herdenking van het zestig-jarig bestaan van de Centrale Bank. In de algemene vergadering, die op 13 mei werd be houden, werd daaraan op passende wijze aandacht geschonken in tegenwoordigheid van de Minister van Landbouw en Visserij a.i., die daarbij de mededeling deed van de verlening van een koninklijke onderscheiding aan enige van onze functionarissen. In de tweede helft van het verslagjaar bracht een lang aanhoudende droogte schade toe aan een aantal agrarische bedrijven. De opbrengst van akkerbouwgewassen was lager en de veevoedervoorziening kwam in ernstig gevaar. Vele bedrijven zullen als gevolg daarvan ernstige bedrijfsschade lijden, die reeds gepaard gaat met liqui diteitsspanningen, die zich in het vroege voorjaar van het lopende jaar het scherpst zullen doen gevoelen. Hel geld- en kredietverkeer bij de aangesloten boerenleenbanken en bij de Cen trale Bank nam dit jaar wederojn toe. De toeneming van de spaargelden was opnieuw hoger dan het jaar tevoren, doch opmerkelijk was. dat deze toeneming minder werd in de tweede helft van het jaar. De spaarrente bleef stabiel op 3%. De kredietver lening steeg het gehele jaar door en wel tot een tot nu toe ongekende hoogte. De in het vorig jaar ingevoerde verruiming van de mogelijkheden inzake de krediet- en voorschotverlening werd over de gehele lijn gehandhaafd. Om tegemoet te komen aan de financieringsmoeilijkhedenwelke in de landbouw ontstonden ten gevolge van de hevige droogte, zijn bij een aantal aangesloten boerenleenbanken de debetrentetarieven in de tweede helft van het jaar enigszins verlaagd. Tevens werd bij een aantal boerenleenbanken de mogelijkheid verruimd om door gebruikmaking van de desbetreffende statutaire bepalingen op eenvoudige wijze de beschikking te krijgen over bedrijfskrediet, met name voor de financiering van de aankoop van extra benodigde hoeveelheden veevoeder. Voorts vroeg de financiering van de voort gaande modernisering van het land- en tuinbouwbedrijf veel geld. dat in de vorm van voorschotten op middellange termijn bij de boerenleenbanken werd opgenomen. Het spaarsaldo, dit is het verschil tussen inlagen en terugbetalingen op spaarreke ningen bij aangesloten boerenleenbanken, beliep zonder rentebijschrijving f 164 7

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1959 | | pagina 6