Garantiefonds voor Land- en Tuinbouw, Eindhoven
Resultatenrekening over 1959
Debet Credit
Schade-uitkeringen
Rente
Overboeking naar Reserve voor toekomstige verplichtingen
5.679,50
5.679,50
5.679,50
5.679,50
Balans per 31 december 1959
Debet
Credit
Coöperatieve Centrale Boerenleenbank
Vorderingen wegens lopende garanties
Stichtingskapitaal
Reserve voor toekomstige verplichtingen:
Storting Coöp. Centrale Boerenleenbank 100.000,-
Storting plaatselijke Boerenleenbanken:
Saldo vorige jaren 121.886,73
Gestort in 1959
Batig saldo resultatenrekening:
Saldo vorige jaren 61.988,42
Batig saldo 1959 5.679,50
121.886,73
67.667,92
Lopende garanties
289.654,65
152.466,70
442.121,35
72
Aan de Algemene Vergadering
van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank
te Eindhoven.
Hiernevens bieden wij U aan ter uitvoering van artikel 9 van de statuten van het Garantiefonds voor
Land- en Tuinbouw de resultatenrekening over 1959 en de balans per 31 december 1959.
Ter nadere toelichting van deze stukken diene het volgende:
De lopende garanties hebben betrekking op verstrekte en nog lopende kredieten in de Veenstreek, op
kredieten aan tuinbouwbedrijven in Noord-Holland, Zuid-Holland, Gelderland, Utrecht, Overijssel, Drente,
Noord-Brabant, Limburg en in de N.O.-Polder.
De kredieten in de Veenstreek, in de vorm van voorschotten door boerenleenbanken verstrekt, worden
voor 85% gegarandeerd door het Waarborginstituut voor de Veenstreek, terwijl het Garantiefonds voor
Land- en Tuinbouw voor 10% tegenover de betrokken boerenleenbank borg blijft.
Voor de kredieten in de vorm van voorschotten aan tuinbouwbedrijven in Noord-Holland. Zuid-Holland,
Gelderland, Utrecht, Overijssel, Drente, Noord-Brabant, Limburg en in de N.O.-Polder is het Borgstellings
fonds voor de Landbouw voor 50% en het Waarborginstituut voor de Tuinbouw respectievelijk in Noord-
Holland, Zuid-Holland, Gelderland, Utrecht, Overijssel, Drente, Noord-Brabant. Limburg en in de N.O-
Polder voor 40% garant, terwijl het Garantiefonds voor Land- en Tuinbouw voor ten hoogste V, tegenover
de betrokken boerenleenbank borg blijft.
De Waarborginstituten zijn werkzaam ieder in een afzonderlijke provincie; voor de provincies Groningen
en Drente is één gezamenlijk Waarborginstituut opgericht.
De stand per 31 december 1959 is als volgt:
Aantal voorschotten
Totaal bedrag
Garantie
Veenstreek
28
158.210,75
15.821,10
Noord-Holland
156
718.727,44
34.007,84
Zuid-Holland
36
338.195,—
16.608,75
Gelderland
75
390.749,43
17.596,19
Utrecht
2
16.380,—
727,—
Overijssel
16
213.075,—
10.273,75
Drente
21
318.680,11
14.475,78
Noord-Brabant
92
822.547,59
37.756,29
Limburg
1
10.000,—
500,—
N.O.-Polder
3
99.000. -
4.700,—
Totaal
430
3.085.565,32
152.466,70
Accountantskantoren Nijst Co.:
CORNELISSE
Dekkers
Het Bestuur van het Garantiefonds
voor Land- en Tuinbouw:
Mr Ph. C. M. van Campen
Mr F. J. F. Claessens
Drs F. P. J. Bakx
Voor accoord:
Coöperatieve Centrale Boerenleenbank
Het Bestuur:
Mr Edm. Delhougne, Voorzitter
Jhr Mr J. Th. M. Smits van Oyen, Ondervoorzitter
J. A. Bergmans
Ir J. B. G. M. ridder de van der Schueren
Prof. Dr C. F. Scheffer
73