49 De bedrijfsresultaten van de Centrale Bank in 1959 mogen in alle opzichten gunstig worden genoemd en zulks temeer, indien in aanmerking wordt genomen, dat de gemiddelde rente over de rekening-couranttegceden van de boerenleenbanken bij de Centrale Bank hoger lag dan in het voorafgaande boekjaar. De verbetering in de rentevergoeding kwam vooral ten goede aan boerenleenbanken met nog betrekkelijk geringe bedragen aan eigen uitzettingen. De aan de Centrale Bank verblijvende rentebaten stegen van 6 millioen in 1958 tot 7,6 millioen in het boekjaar 1959. De provisiebaten gaven een bescheiden toeneming te zien. De bedrijfskosten stegen met rond 143.000,tot 2.876.000,Onder de bedrijfskosten van de Centrale Bank zijn mede begrepen de premiebedragen, die aan de Boeren- en Tuinders Levensverzekering N.V. zijn betaald voor de pensioenverzekering van het personeel van de Centrale Bank. De voorzieningen inzake pensioenregelingen, die tot een bedrag van 377.760, afzonderlijk in de verlies- en winstrekening verantwoord zijn, hebben betrekking op de inkoop sommen, die terzake van inkoop van verzekeringen voor verstreken dienstjaren verschuldigd waren. Evenals in vorige jaren zijn ten laste van de verlies- en winstrekening gebracht de gebruike lijke voorzieningen; hieronder kunnen worden gerekend de stortingen in het Onderling Waar borgfonds 5.000,en in het Steunfonds Boerenleenbanken 50.000,De post „Afschrijving onroerende goederen" betreft jaarlijkse afschrijving op een woonhuis. Onder de post „Afschrijving gebouwen en inventaris" zijn begrepen de kosten van de bouw en inrich ting van een noodgebouw, ter verkrijging van tijdelijke werkruimte voor personeel van de Centrale Bank in afwachting van de algehele nieuwbouw. Op de a.s. Algemene Vergadering zullen hierover waarschijnlijk nadere mededelingen kunnen worden gedaan. Daar verwacht wordt, dat met de nieuwbouw thans spoedig kan worden begonnen, is de storting in de bouw- reserve ten laste van de verlies- en winstrekening 1959 gebracht op 1 millioen. Aan de effecten reserve is een bedrag van 500.000,toegevoegd. Overeenkomstig goed koopmans- gebruik is wederom een voorziening getroffen voor bedrijfsrisico s en wel tot een bedrag van 600.000,Voor de ten laste van het boekjaar verschuldigde vennootschapsbelasting moest een bedrag van 1.945.905,worden gereserveerd. Het nadelig saldo koersverschillen beleg gingen ad 163.804,ontstaan bij mutaties in de beleggingen van de Centrale Bank met inbegrip van daarop vallende kosten, is wederom geheel ten laste van de verlies- en winst rekening gebracht. Met inachtneming van voormelde voorzieningen, afschrijvingen en reserveringen resulteert in 1959 een winstsaldo van 683.678,42 593.860,61) voor de verdeling waarvan hierna de nodige voorstellen worden gedaan. Wij willen dit gedeelte van het jaarverslag niet besluiten zonder onze erkentelijkheid tot uitdrukking te hebben gebracht jegens de beheerders en kassiers der aangesloten boerenleen banken alsmede jegens het personeel der Centrale Bank, voor de in het afgelopen boekjaar wederom ondervonden medewerking. Gaarne zeggen wij allen dank voor hun toewijding aan de belangen van onze boerenleenbankorganisatie. 48 Organisatie en werkzaamheden van de Centrale Bank Bestuur In het verslagjaar werden behalve de Bestuurscommissie-vergaderingen 18 vergaderingen van het Bestuur van de Centrale Bank gehouden. In de algemene vergadering van 13 mei 1959 werd het aftredend lid van het Bestuur de heer J. A. Bergmans herbenoemd. Thans is aan de beurt van aftreden de heer Ir J. B. G. M. ridder de van der Schueren. Tot aanvulling in deze vacature zal gelegenheid worden gegeven. Raad van Toezicht De heer J. G. A. Opfergelt, die in verband met zijn leeftijd niet meer herkiesbaar was, trad af als lid van de Raad van Toezicht. Gaarne zeggen wij de heer Opfergelt dank voor hetgeen hij lange jaren als lid van de Raad van Toezicht tot de ontwikkeling van onze landbouwkrediet-organisatie heeft bijgedragen. In de door het aftreden van de heer Opfergelt ontstane vacature werd door de Algemene Vergadering benoemd de heer C. J. F. Oomen. Voorts werden in dezelfde vergadering herbenoemd de heren J. B. van Kampen en P. J. Thijssen. Thans zijn aan de beurt van aftreden de heren C. G. A. Mertens, Jos. Zegers, C. J. Biemond en A. Kuylaars. Tot aanvulling in deze vacatures zal gelegenheid worden gegeven. Directie In de samenstelling van de Directie kwam in de loop van het verslagjaar geen wijziging. Bijkantoren Met ingang van 1 januari 1960 werd het Agentschap Roermond omgezet in een bijkan toor. Tot directeur van dit bijkantoor werd benoemd de heer P. J. Luchtman. In verband met zijn benoeming tot hoofd van de afdeling Investeringen en Kredietvoor ziening in de landbouw bij de Europese Economische Commissie te Brussel werd aan Dr H. A. A. Zijlmans met ingang van 16 november 1959 eervol ontslag verleend als directeur van het bijkantoor Arnhem. Per die datum werd de heer K. F. A. Roncken tot dusver chef van de districtsinspectie Haarlem tot directeur van het bijkantoor Arnhem benoemd. De activiteiten van de bijkantoren ontwikkelden zich bevredigend. Inspectie Met ingang van 1 januari 1959 is overgegaan tot instelling van een Centrale Inspectie waardoor de Inspectiedienst in het vervolg zal bestaan uit 5 districts-inspecties benevens de Centrale Inspectie. Ter opvolging van de heer K. F. A. Roncken werd benoemd tot chef van de districts-inspectie Haarlem de heer P. B. B. Ideler. Voorts werd benoemd tot chef van de districts-inspectie Eindhoven de heer B. A. A. v. d. Weyst. Met betrekking tot de districts-inspectie Breda zal spoedig een voorziening volgen. De taak van deze Centrale Inspectie bestaat uit het periodiek onderwerpen van alle boerenleenbanken aan een z.g. buitengewone inspectie, waarbij door de Inspectiedienst geheel zelfstandig de juistheid van alle rekeningen-saldi wordt vastgesteld.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1959 | | pagina 27