41 TOEVERTROUWDE MIDDELEN EN EIGEN UITZETTINGEN BIJ DE AANGESLOTEN BOERENLEENBANKEN (in millioenen guldens) eigen uitzettingen toevertrouwde middelen 47 100 300 500 700 900 1100 1300 1500 De cijfers in de groene staven geven aan de eigen uitzettingen uitgedrukt in procenten van de toevertrouwde middelen. 40 Het grootste gedeelte van deze stijging komt voor rekening van de salarissen en sociale lasten, waarmede in 1958 een bedrag van 4,6 (4,0) millioen gemoeid was. Het netto resultaat over 1958 bedroeg, na aftrek van alle kosten, afschrijvingen en reserveringen voor belastingen 2,3 (1,6) millioen, welk bedrag nagenoeg geheel naar de reserve kon worden overgeboekt. Verlies- en winstrekening over de boekjaren 1952 t/m 1958 Lasten (in duizenden guldens) 1952 1953 1954 1955 1956 1957 1958 Rente 14.071 15.464 16.469 18.757 21.851 28.989 34.979 Provisie 112 109 134 147 218 209 231 Salarissen en soc. lasten 2.166 2.392 2.638 3.066 3.483 3.957 4.574 Overige kosten 1.334 1.309 1.600 1.990 2.061 2.383 2.754 Afschrijvingen 150 182 215 234 674 744 1.180 Belastingreserve 332 401 413 480 491 502 713 Diverse reserves 440 503 431 492 659 1.005 1.531 Winst van het boekjaar 1.147 1.423 1.484 1.600 1.609 1.587 2.252 Totaal 19.752 21.783 23.384 26.766 31.046 39.376 48.214 Baten 1952 1953 1954 1955 1956 1957 1958 Rente: Voorschotten 4.791 5.737 6.468 7.879 9.756 15.810 19.582 Lopende rekeningen 2.017 1.985 2.015 2.312 2.734 4.640 5.498 Coöp. Centr. Boerenleenbank 11.156 12.043 12.813 14.378 15.918 15.900 19.465 Effecten e.d. 1.247 1.376 1.356 1.318 1.540 1.800 2.247 19-211 21.141 22.652 25.887 29.948 38.150 46.792 Provisie 541 642 732 879 1.098 1.226 1.422 Totaal 19.752 21.783 23.384 26.766 31.046 39.376 48.214 In vorenstaande tabel zijn voor de jaren 1952 t/m 1958 de belangrijkste posten van de ge combineerde verlies- en winstrekening van de boerenleenbanken weergegeven. Uit deze gegevens springt duidelijk naar voren de belangrijke ontwikkeling, welke de boerenleenbanken sinds 1952 hebben vertoond. In de periode 1952 t/m 1958 verdubbelde de balanstelling en steeg ook de winst tot een tweemaal zo hoog niveau. Zowel de rentebaten als de rentelasten werden in deze periode 2,5 maal zo hoog, terwijl de provisie-ontvangsten nog iets meer toenamen. Opmer kelijk is de zeer grote stijging van de post „Afschrijvingen", die in 1958 bijna 8 maal hoger was dan in 1952.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1959 | | pagina 23